Wat? : is de wetenschappelijke studie van het menselijk gedrag in zijn facetten
Gestart op dieren
Verschillende opvattingen over gedrag;
- Afhankelijk van tijd
- Afhankelijk van maatschappelijke evoluties
Verschillende opvattingen hebben geleid tot verschillende stromingen binnen de psychologie.
1. Dieptepsychologie / psychodynamische theorie
Dynamica : geeft aan dat de geest een vat vol energie is en heel dynamisch is.
Grondlegger : Sigmund Fraud ( 1859 – 1993).
Arts uit Wenen
Beroemd door zijn gevalsstudies
Zijn theorie was vernieuwend en baanbrekend en ging tegen vele bestaande
gedachten van de tijd in.
Tot die tijd mens is een rationeel handelend wezen met volledige controle
over het eigen gedrag. ( pessimistisch mensbeeld)
Centrale gedachten : het menselijke gedrag wordt beheerst door diepere
onbewuste krachten.
Fraud leerde op een andere manier naar geestesziekte kijken en werkte een theorie uit
betreffende de structuur en werking van de menselijke geest.
Complexe theorie met 3 compartimenten:
ES ( id) Ich ( ego) Überisch ( superego)
Het onbewuste Driftontlading, bevrediging Geweten, waarden en normen
door o.a. waarneming,
geheugen, …
Vormt diepste kern van de Groot stuk bewust, voeling Bestaat het grootste deel uit
persoonlijkheid met realiteit tendensen
Tussen de 3 instanties bestaat een voortdurend krachtspel.
Wanneer het es in tegenspraak gaat is met het über-ich ontstaat er een conflict. Het ich moet
voor dit conflict maatschappelijk aanvaardbare oplossing vinden.
1
, Ontstaan van neurologische symptomen
wanneer er geen bevredigden oplossing
gevonden wordt voor het conflict bv in
de vorm van een uitweg of het sluiten
van een compromis.
Conflicten kunnen een uitweg vinden in
versprekingen, dromen, moppen,
vergeetachtigheid,..
Freud gebruikte de metafoor van een ijsberg om
dit voor te stellen.
Menselijke geest = 90% onbewust
Freud kreeg later enorm veel kritiek door:
- Zijn methodiek
- Zijn focus op seksualiteit als bron van psychische problemen.
Introspectiemethode: persoon komt naar kantoor en persoon mag praten over wat die zelf
wilt niet objectief (komt van persoon zelf en is te subjectief)
2. Het behaviorisme
Gedrag = reactie op bepaalde prikkel of op een bepaalde situatie
Grondleggers wouden van de psychologische wetenschap een objectieve wetenschap maken.
Introspectie = verwerpelijk strikte wetenschappelijke methode hanteren.
John Watson ( 1878 – 1958) = grondlegger
- Psychologie moest zich richten op waarneembaar gedrag.
- Metingen en waarneembare objectieve parameters gebruiken om beleving na te gaan.
- Onder invloed van Plavov overtuigd dat elk gedrag een reactie is op een prikkel.
- Associatieleer
Associatieleer / Stimulus en Respons leren
- Watson gelooft dat elk gedrag aangeleerd is.
- Interne processen = niet observeerbaar geen objectieve meetbare factoren
- Invloed van de omgeving = curciaal
Het bestaan van verschillen tussen mensen kan verklaard worden door verschillen in
de omgeving
2
, Naïf optimisme = de mens is veranderbaar en verbeterbaar door de omgeving te
veranderen
Kritiek op deze therapievorm : het probleem word niet aangepakt maar enkel het gedrag
wordt veranderd via therapeutische interventies.
Een productgerichte benadering ( houden zich enkel bezig met waarneembare
observeerbare gedragsuitkomsten)
Aanleiding van deze kritiek : Neobehaviorisme
Het psychologische gebeuren kan niet herleid worden tot een eenvoudig verband
tussen een stimulus en een respons.
Grondgedachte : nog steeds behavioristisch van oorsprong namelijk dat gedrag te
verklaren is op basis van objectief waarneembare feiten.
Om gedrag te verklaren moest er nog een factor toegevoegd worden.
Bij neobehaviorisme aanvaarden ze dat er ook interne processen spelen bij
gedragsuitkomsten deze moeten in beschouwing genomen worden in de analyse en de
verklaring.
- Da actuele behoeftetoestand van het organisme zal een rol spelen.
S-O-R opvatting van het gedrag. (NB)
De factor ‘ organisme’ is een black – box waarop men geen rechtstreekse kijk heeft.
Enkel onrechtstreeks benaderen.
Bv. niet iedereen gaat appel opeten die daar ligt (heeft ook te maken met of je het
lust en of je er zin in hebt)
3. Gestaltpsychologie
- Komt in Duitsland tot stand aan het begin van de 20 ste eeuw als reactie op het
structuralisme.
Structuralisme:
- Gaat uit van de aanname dat de waarneming bestaat uit een aantal afzonderlijke
gewaarwording.
Gestaltpsychologiën:
- Toonden via experimenten aan dat de mens de mens vooral een geheel waarneemt en
niet de afzonderlijke zintuigelijke indrukken.
Gestalt : het vormen van een gestructureerd geheel.
Vader : Frits Perls ( 1893 – 1970)
Je gaat niet waarnemen wat er letterlijk staat, maar je hebt heel het concept al in je hoofd van
deze keten je weet over wat het gaat.
3
, Het geheel waarnemen geheel is meer dan de afzonderlijke delen
4. Cognitieve psychologie ( 1960)
Studieobject : de cognities van de mens
De mentale processen en hun rol bij het waarnemen , denken, voelen en
gedragingen.
Meer belang hechten aan de innerlijke processen van de mens.
Van de black- box een white – box maken.
Rechtstreekse kijk krijgen op die tussenliggende factoren gelegen in het organisme
zelf.
5. Humanistische psychologie
Wouden teruggaan naar mens en typisch menselijk gedrag naar voor schuiven, ze bekeken de
mens dus niet als computer.
Ze wouden zowel negatieve aspecten als positieve aspecten onderzoeken, ze geloven dat de
mens het hoogste niveau van zelfontplooiing kan bereiken.
Er is bevestigd dat 2% de volledige ontplooiing bereikt maar we streven er wel allemaal naar.
Grondleggers: Carl Rogers & Abraham Maslow
behoefte piramide Maslow
= eerst de onderste fundamenten bevredigen vooraleer we naar de bovenste kunnen gaan en
dus volledige ontplooiing kunnen bereiken.
6. Sociaal constructivisme
Mensen vormen hun eigen werkelijkheid door interacties aan te gaan met medemensen.
Voor hen is de waarneming van de mens niet objectief, ieder individu creëert zijn eigen
realiteit vanuit de eigen gegeven interpretaties van het gebeuren.
Belangrijke aanhanger: Lev Semyonovich Vygotsky
centraal concept = de zone van de naaste ontwikkeling : ontwikkeling waarbij een kind
bepaalde tak zelfstandig kan uitvoeren maar hier nog hulp van anderen voor nodig heeft.
Het is een aanvulling op het individueel leren.
7. Biologische psychologie
Besteedt aandacht aan de relatie tussen fysiologische processen in het lichaam en gedrag.
Al de handelingen, mentale processen en emotionele toestanden gaan samen met biologische
processen in het lichaam.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jaantjesmets. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.