Sociale filosofie en ethiek
Algemene inleiding: plaats van de sociale en ethische
fi losofi e in de wijsbegeerte
1. Hoe zit de wereld in elkaar?
2. Wat kunnen we kennen?
3. Wat moeten we doen?
4. Wat mogen we hopen?
5. Wat is de mens?
6. …
1) FACTISCHE PROBLEMEN: (OORSPRONG VAN) ALLES WAT BESTAAT
- Algemene metafysica/ontologie
o Wat bestaat?
o Waar komt de wereld vandaan?
o Wat is bestaan? Wat is zijn? Wat is werkelijkheid?
o Waarom is er iets en niet veeleer niets?
- Bekende metafysici/ontologen:
o Thales – water
o Anaximander – arche, substantie
o Anaximenes – lucht
o Heidegger – zijn en het zijnde
- Bijzondere metafysica: onderzoek naar de belangrijkste zijnden
o Rationele kosmologie: bestudeert de basisstructuur van de
wereld
o Rationele psychologie/antropologie: essentie van de mens
o Rationele theologie: vraag naar God, wie is God, godsbewijzen,
…
2) KENNISTHEORETISCHE PROBLEMEN
- Kennisleer/epistemologie
o Wat is kennis?
o Hoe kunnen we kennen?
- Logica
o Wat is geldig redeneren?
- Wetenschapsfilosofie
o Bestudeert wetenschap in het algemeen
o Filosofie van de fysica, biologie, sociale wetenschappen, …
3) ETHISCH-POLITIEKE PROBLEMEN
- Ethiek
o Normen en waarden van het menselijk handelen
o Wat is goed en kwaad, juist en fout
o Plichten, rechten
- Politiek
o Organisatie van de samenleving
- Esthetica
o Wat is schoon en lelijk
, o Wat is kunst
SOCIALE EN POLITIEKE FILOSOFIE
- Mens (ethiek) -> zelfrelatie is bij uitstek het studiegebied van de
ethiek, er wordt onderzocht hoe de mens zich ten aanzien van
zichzelf kan gedragen, zelfzorg staat centraal
- Mens en/of mens (politiek, recht) -> relatie tussen de mensen is een
wederkerige afhankelijkheidsrelatie, we kunnen ze omschrijven als
studiegebied van de politieke of sociale filosofie, mensen zijn op
elkaar aangewezen om te kunnen leven, vraag is hoe we het beste
kunnen samenleven
- Mens -> natuur (economie/ecologie) -> relatie tussen mens en
natuur is een éénzijdige afhankelijkheidsrelatie, de mens is
afhankelijk van de natuur, terwijl dit omgekeerd niet het geval is,
deze relatie kan beschreven worden als studiegebied van de
economie, mensen hebben de natuur (grondstoffen) om te kunnen
leven
VOORAF : DE GRIEKSE POLIS
- Centrum van de polis (stadstaten) = agora (forum, markt)
- Handel + spreken
- Mannen (publiek) versus vrouwen, kinderen, slaven, niet-
welgestelden
- Oikos = huis -> binnen/verborgen
- Economie (oikos&nomos) = overleven van de familie
- Despotes -> pater familias -> vader, hoofd van de familie
VOORAF : PLATO (428 BC – 348 BC)
- Politeia (De Staat, Constitutie, Grondwet, Rechtsorde)
- Gerechtigheid/rechtvaardigheid staat centraal, enige garantie voor
vrede
- Revolutionair, omwenteling, bevrijding -> allegorie van de grot –
Plato
- Ideeën/utopie = idealen
o Zijn het goede
o Zijn het enige die het einddoel bepalen
o Concrete problemen in het realiseren ervan zijn louter
technisch en van weinig belang
- Familie als model van de ideale samenleving
o Natuurlijke familie wordt opgeheven en de gehele samenleving
wordt één grote familie
o Geleid door een wijze oude man (de vader) -> de filosoof-
koning
o Arbeidsindeling -> economie en politiek worden één
o Sovjet-Unie: staatseconomie -> voortbestaan, staat bepaald
hoe economie verloopt
ARISTOTELES: VRIJHEID
- Mens = politiek dier
o Alle mensen
o We kunnen politiek niet overlaten aan mensen die denken dat
ze altijd (moreel) gelijk hebben
o Indien wel -> onvrijheid, onderdrukking
, o Iedereen mag meebeslissen, men is gelijk in de vrijheid
o Politiek handelen = telkens opnieuw, in verschillende
complexe situaties, verstandig handelen (ethiek)
o Basisentiteit: de natuurlijke familie die buiten het politieke
moet blijven (economie)
o Doel: niet het economische, maar het goede leven
Verlichting
EUROPA: OPGEDEELD IN NATIES -> NATIONALISME ALS IDEOLOGIE
Verlichting zelf is een Europees fenomeen, maar anders ingevuld in de
verschillende regio’s en tijdstippen.
Verwant met vragen naar identiteit:
- Wat is de Europese identiteit?
- Wat is de identiteit van de Vlaming?
- …
EEN AANTAL KRIJTLIJNEN /INLEIDENDE OPMERKINGEN
- Eerste vaststelling: het lijkt alsof zowat alle grote problemen of
debatten in onze tijd op de een of de andere manier in verband
worden gebracht met de verlichting -> ecologie (verlichting als
begin van de plundering van de natuur/vooruitgangsdenken dat de
planeet kapot maakt), inburgering (onze verlichtingswaarden
onderschrijven/verlichting is de kern van de Europese identiteit, en
we moeten die beschermen), vrije meningsuiting (te koppelen aan
woke: is het rekening houden met de gevoeligheden van anderen
verlicht of antiverlicht), feminisme (verwaarlozing van
vrouwenrechten in de verlichting.
- Ook andere onderwerpen: dekolonisatie, discussies over
neoliberalisme, onderwijs, …
ALGEMENE KENMERKEN
, DE VERLICHTING : SITUERING
- Periode binnen de moderniteit
- Historische periode: 18e eeuw (de eeuw van de filosofie)
o Middeleeuwen – renaissance – verlichting
o Start begin van de wetenschappelijke revolutie
o Tussen dood van Louis XIV
- Onduidelijkheid op theoretisch vlak: één theorie of afzonderlijke
principes
o Geografische verschillen
- Filosofie
- Wetenschap en technologie
- Religie
- Politiek
KERNVRAAG : is de mensheid in een constante vooruitgang naar het
betere?
STELLING KARL MARX: de filosofen hebben de wereld slechts verschillend
geïnterpreteerd, het komt erop aan haar te veranderen
VERLICHTINGSDENKEN ->
Idealistisch vooruitgangsgeloof <-> berustend realisme
- Idealisme versus realisme
- Vooruitgangsgeloof versus nuchtere berusting