Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting van meerkeuzevragen voor sociologie en rechtssociologie €9,66
Ajouter au panier

Resume

samenvatting van meerkeuzevragen voor sociologie en rechtssociologie

 420 vues  2 fois vendu

In dit document staat een samenvatting van 245 meerkeuze vragen over het vak sociologie en rechtssociologie. het is in vragen van 20 verdeeld, met telkens de juiste antwoorden beneden opgesomd. Het is een goede manier om te zien of je de leerstof onder de knie hebt.

Aperçu 4 sur 58  pages

  • 31 décembre 2024
  • 58
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
bentomballe
1. Wat is de definitie van recht volgens juristen?

a) Een ideaalbeeld van waarden en principes die het sociale leven
structureren.
b) Een systeem van maatschappelijke controle uitgeoefend door macht.
c) Het geheel van regels dat neerslag vindt in bronnen van het recht, zoals
wetten en gewoonten.
d) De invloed van de samenleving op de totstandkoming van het recht.

2. Hoe beschrijven sociologen recht in een brede zin?

a) Als een systeem van wetten en rechtspraak.
b) Als het geheel van collectieve gedragingen en normen die het sociale
leven structureren.
c) Als een ideaalbeeld van een rechtvaardige samenleving.
d) Als een instrument voor economische controle.


3. Wat wordt bedoeld met "law in action"?

a) De totstandkoming van wetten en vonnissen.
b) De effecten en praktische toepassing van juridische instituties in de
samenleving.
c) Het oplossen van juridische puzzels volgens rechtsbronnen.
d) Het gebruik van argumenten en bevoegdheden binnen het recht.

4. Welke van de volgende is een interne formele rechtsbron?

a) Politieke lobbygroepen.
b) Gewoonten en rechtsbeginselen.
c) Sociale normen en waarden.
d) Internationale verdragen.

5. Wat is een kenmerk van empirisch onderzoek in de
rechtswetenschappen?

a) Het beschrijven van de ideale werking van wetten.
b) Het analyseren van abstracte juridische theorieën.
c) Het zoeken naar de betekenis van recht door bronnen en context te
analyseren.
d) Het ontwikkelen van nieuwe juridische doctrines.

6. Welke van de volgende is een maatschappelijke bron van recht?

a) Doctrine en gewoonten.
b) Internationale verdragen en rechtsspraak.
c) Politieke machtsfactoren, zoals lobbygroepen en ambtenaren.
d) Abstracte juridische beginselen, zoals redelijkheid.

,7. Hoe beïnvloedt technologie de rechtsvorming?

a) Door juridische professionals te vervangen door algoritmes.
b) Door nieuwe juridische doctrines over mensenrechten te creëren.
c) Door de noodzaak van wetgeving rondom contracten en eigendom in
een digitale economie.
d) Door internationale verdragen irrelevant te maken.

8. Wat bestudeert het concept "sociale werking" van het recht?

a) Hoe wetten worden geschreven en aangenomen.
b) De bedoelde en onbedoelde effecten van recht op de samenleving.
c) De economische impact van rechtshandhaving.
d) Het verschil tussen lokale en internationale wetgeving.

9. Wat betekent "anti-instrumentalisme" in het recht?

a) De wetgever neemt geen verantwoordelijkheid voor de effecten van
wetten.
b) De gevolgen van wetten zijn vaak niet wat de wetgever had beoogd.
c) Juridische instituties functioneren zonder maatschappelijke invloed.
d) Het gebruik van recht als puur economisch instrument.

10. Hoe bereiken wetten de burger voornamelijk?

a) Via het Belgisch Staatsblad.
b) Via intermediaire organisaties zoals vakbonden of media.
c) Door een directe publicatie van contracten.
d) Door verplichte juridische bijstand.

11. Wat wordt bedoeld met "semiautonome velden"?

a) Groepen binnen de overheid die volledig zelfstandig opereren.
b) Sociale groepen met eigen normen, doelen, en beperkte
overheidsinvloed.
c) Internationale organisaties die wetten opstellen.
d) Juridische instituties die alleen op lokaal niveau functioneren.

12. Wat is het doel van rechtsrealistische studies?

a) Het abstraheren van juridische normen.
b) Het bekritiseren van verouderde wetten.
c) Het analyseren van de sociale productie en werking van het recht.
d) Het onderzoeken van de juridische infrastructuur in
ontwikkelingslanden.

13. Wat is juridisering van de samenleving?

a) De afname van juridische controle in de samenleving.
b) Het toenemend belang van juridische regels en instituties in de

,maatschappij.
c) De deregulering van de verzorgingsstaat.
d) De decentralisatie van juridische macht naar lokale autoriteiten.

14. Wat is een kritiek op juridisering?

a) Het verhoogt de toegang tot het recht voor burgers.
b) Het leidt tot formeel recht zonder praktische toepasbaarheid.
c) Het verbetert de economische infrastructuur.
d) Het ondermijnt de macht van de overheid.

15. Hoe verklaart cultuur variatie in juridisering tussen landen?

a) Door het verschil in economische infrastructuur.
b) Door verschillen in juridische opleiding.
c) Door de mate waarin een land schaamte- of schuldcultuur kent.
d) Door de aanwezigheid van ontwikkelingshulp.

16. Wat kenmerkt een rechtsstaat volgens Weber?

a) Onafhankelijke juridische instituties zonder staatsmacht.
b) Het optreden van de staat is gebonden aan recht.
c) Recht is gebaseerd op religieuze normen en waarden.
d) De afwezigheid van bureaucratische hiërarchieën.

17. Hoe dragen burgers bij aan de rechtsvorming?

a) Door te participeren in juridische commissies.
b) Door rechten op te eisen, verkiezingen, en demonstraties.
c) Door het aanpassen van internationale verdragen.
d) Door het schrijven van rechtsbeginselen.

18. Wat is het interne normatieve standpunt in de
rechtswetenschappen?

a) Een kritische blik op de coherentie van het recht vanuit een sociologisch
perspectief.
b) Het bewaken van de coherentie en rechtsgelijkheid binnen geldende
juridische normen.
c) Het beschrijven van wetenschappelijke gegevens over rechtstoepassing.
d) Het verwerpen van normatieve principes ten gunste van empirisch
onderzoek.

19. Wat is een nadeel van een zuiver sociologische benadering
van recht?

a) Het heeft geen aansluiting bij empirische methoden.
b) Het is te waardegeladen en mist afstandelijkheid.
c) Sociologen tonen weinig interesse in de inhoud van recht en hebben

, moeilijkheden in gesprekken met juristen.
d) Het biedt geen methoden voor praktijkgerichte studies.

20. Wat was volgens Nick Huls cruciaal voor een goede
wisselwerking tussen sociologie en recht?

a) Het vermijden van kritiek op juristen.
b) Het introduceren van een zuiver sociologisch perspectief.
c) Gevoeligheid voor de realiteit en context van juridische puzzels en
maatschappelijke effecten.
d) Het beperken van empirisch onderzoek in juridische studies.




vraag

1: C

2: B

3: B

4: B

5: C

6: C

7: C

8: B

9: B

10: B

11: B

12: C

13: B

14: B

15 : C

16: B

17: B

18: B

19: C

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bentomballe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

48298 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€9,66  2x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté