Inleiding tot het recht
COLLEGE 1
Objectief en subjectief recht
Het recht (objectief recht): Het is een geheel van algemene gedragsregels,
opgelegd door daartoe bevoegde overheid die de ordening van het
maatschappelijke leven beogen en waarvan de naleving afdwingbaar is. (staat in
het wetboek)
Kenmerken:
- Recht is algemeen en onpersoonlijk (soms word het recht wel geschreven
op individuele cases in het achterhoofd)
- Recht beoordeelt het (uitwendige) gedrag, je kunt denken wat je wilt, maar
niet zeggen of doen wat je wilt
- Recht kan je dingen opleggen en dus verplichten om te handelen, kan
zowel verboden als geboden zijn
- Recht is ordenend, het zorgt voor structuur en orde in de samenleving
- Recht is afdwingbaar en kunt dus regels afdwingen, wanneer je u plichten
niet na komt kan dit juridische afgedwongen worden maak je daar fouten
bij dan moeten die fouten herstelt worden (=rechtsherstel: wat krom is
rechttrekken) en hierbij kunnen eventuele extra kosten bij komen en dan
heb je recht op een schadevergoeding (=schadeherstel: de bijkomende
schade vergoeden) wanneer je iemand ook nog pijn doet of wanneer het
de bedoeling was om iemand pijn te doen (er komt leed aan te pas) dan
zijn er ook sancties voor die persoon die door het recht bepaald worden en
zijn dus publieke straffen, straffen mogen niet privaat gebeuren
(=beteugende sanctie)
Inspanningsverbintenis: je zegt dat je u best zal doen ook al weet je niet zeker
dat je het resultaat bereikt chirurg doet zijn best, maar kan niet beloven dat
het goed komt
- Hoe kan dit worden beoordeelt of het geschonden is of niet?
Je gaat vergelijken met een voorzichtige of redelijke chirurg die in dezelfde
situatie zat
Je beoordeelt in abstracto en soms in concreto
Abstracto: wat zal een redelijke en voorzichtige gedaan hebben in dezelfde
situatie
Concreto: je gaat vergelijken met hoe ze met haar eigen spullen omgaat
Resultaatsverbintenissen: persoon verbindt zich met het resultaat, je zegt dat het
gaat lukken en verzekerd dus dat het lukt, je bent dus verbonden aan het
resultaat
Je kunt onder een resultaatverbintenis uitkomen als het door overmacht
komt
Hoe herken je resultaatsverbintenis?
, - Wanneer er een duidelijk verbod of gebod is
- Gebrek aan ‘aleatoir karakter’ (=het resultaat is niet simpel te bereiken en
er is te veel onzekerheid), bij resultaatsverbintenis is het resultaat wel
makkelijk te bereiken en is er weinig tot geen onzekerheid
- Overeenkomst tussen partijen, je spreekt iets af en spreekt dit samen af en
komt dus samen overheen
Rechtssubjecten: zijn mensen (=natuurlijke personen) en door mensen
gecreëerde juridische entiteiten (=rechtspersoon) ze hebben rechten en
kunnen naar de rechtbank stappen voor hun rechten.
Rechtsobjecten: hebben geen juridische verantwoordelijkheid en hebben geen
aansprakelijkheid voor de dingen die ze doen (ze kunnen niet beoordeelt worden
door het recht), maar hebben soms wel rechten dieren hebben rechten, maar
een gecreëerde robot heeft geen rechten de eigenaar van het dier of de maker
van de robot heeft aansprakelijkheid
Mijn recht (subjectief recht): waar jij recht op hebt, het is de aanspraak die een
persoon ten aanzien van andere personen aan het objectief recht ontleent. (JIJ
hebt een probleem en hebt het recht op iets dat in het recht staat)
Ik zet het recht in om mijn gelijk te halen (rechtsfeit + het recht = mijn
recht)
Het verschil: objectief recht zijn de algemene wetten die voor heel de
maatschappij gelden, subjectief recht is het persoonlijke recht dat je aan die
wetten kunt ontlenen.
Objectief contentieux: administratieve rechtscolleges, waar de gewone
rechtbanken oordelen over mijn recht
Subjectief contentieux: waar de gewone hoven en rechtbanken oordelen over
mijn recht
Gebonden bevoegdheid: wanneer de overheid bepaalde dingen moet toepassen,
als iemand voldoet aan genoeg voorwaarden moet de overheid je iets geven. (het
recht zegt wat de overheid moet doen)
Discretionaire bevoegdheid: de rechter kijkt of de overheid goed heeft gehandeld
in zijn beleidsmarge, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de overheid, het
recht zegt dat de overheid macht heeft in bepaalde situaties en heeft dus
zeggenschap over dat jij bepaalde beslissingen mag nemen
De marginale bevoegdheid: hij moet gaan kijken ‘heeft de overheid redelijk
gehandeld’
Het recht opdelen
- Nationaal recht: recht dat in België gemaakt is in Belgische parlementen =
uitgangspunt
- Internationaal recht: met verschillende landen verdragen sluiten en gaan
dus samen afspreken om iets van toepassing te maken in ons land = als
uitzondering
, - Supranationaal recht: ze gaan niet enkel verdragen sluiten, maar ook
instellingen maken die wetten kunnen maken en kan dus richtlijnen maken
in ons grondgebied en die dus ook mogen oordelen over ons grondgebied.
= als uitzondering
Publiek recht en privaatrecht:
- Privaatrecht: rechtsverhouding tussen twee individuen, het geschil dat je
hebt met een andere persoon bv een bakker, afwegen van private
belangen de overheid kan je niks opleggen (je kan kiezen met wie)
- Publiekrecht: werkt met geschillen tussen de burger en de overheid en het
is een organisatie van de staat, afweging van private en publieke belangen
Onderscheid blijft belangrijk:
- Dwingend karakter van publiekrecht:
- Eenzijdig karakter: de overheid kan je dingen opleggen, maar bij
privaatrecht kan dit niet je kan bv een bakker niet verplichten om u taart
te bakken
- Zwaardere verplichtingen in publiekrecht: in privaatrecht kan je weg gaan
zonder te motiveren, maar een overheid heeft een motiverende plicht. Ook
kan je bij privaat gemakkelijk zelf kiezen, maar een overheid moet nog een
openbare aanbesteding maken
- Overheid neemt zelf initiatief om normschending af te dwingen: overheid is
verplicht om achter je aan te gaan, maar bij privaatrecht is dit niet
verplicht om je voor de rechter te slepen
COLLEGE 2
Schuldig hulpverzuim (strafrecht): je bent verplicht om iemand in levensgevaar te
helpen, doe je dit niet dan pleeg je dit misdrijf.
Alleen personen hebben rechtspersoonlijkheid
Rechtssubjecten zijn dragers van rechten en plichten
Rechtspersonen zijn juridische constructies opgericht door de wet of door
natuurlijke personen
Juridische constructies kunnen in eigen naam en voor eigen rekening optreden in
het rechtsverkeer en hebben een eigen vermogen
Rechtspersonen moeten binnen twee beginselen werken en deze dus respecteren
(hij word beperkt):
- Wettelijkheidsbeginsel: moet aan bepaalde voorwaarde voldoen (binnen de
wettelijke voorwaarden handelen)
- Doelbeperkingsbeginsel: rechtspersonen hebben een statutair doel en
mogen enkel binnen dat doel handelen
, Wat is het nut?
Enkel wat in de rechtspersoon zit gaat failliet, het persoonlijke vermogen van
uzelf word gespaard. Je loopt dus zelf veel minder risico.
Feitelijke vereniging: samenwerkingsverband tussen twee of meer personen die
gezamenlijk een doel nastreven, zonder dat dit verband een juridische entiteit is,
de feitelijke verenging heeft dus geen rechtspersoonlijkheid, geen
oprichtingsformaliteiten en is flexibel
Rechtssubjecten:
- Handelingsbekwaam: vanaf dat je meerderjarig bent herkent het recht u
als iemand die zelf en zelfstandig kan optreden in het rechtsverkeer, maar
je kan u handelingsbekwaamheid ook verliezen (dementie) juridische
statuut dat zegt dat je bepaalde handelingen mag of niet mag
- Rechtsbekwaamheid: heb je het recht? (niet iedereen mag stemmen in
België)
- Wilsbekwaamheid: kan je het recht zelf uitoefenen? (je kan maar mag niet
door bv te jong of je kan het niet maar mag wel bv door te dronken)
Rechtsobjecten zijn geen dragers van rechten en plichten, maar kunnen voor
rechtssubjecten aanleiding geven tot rechten en plichten. ( de eigenaar is
aansprakelijk voor het gedrag van het dier)
We behandelen dieren zoals lichamelijke voorwerpen, maar ze worden toch wel
ergens anders behandeld (dierenwelzijn): het kopen van dieren is strenger,
wanneer mensen scheiden dan kan er een verblijfsregeling opgesteld worden
(dieren hebben daar ook recht op, want hebben ook een band, maar gebeurd niet
altijd)
Bronnen van het recht
Materiële bronnen van het recht: de inhoudelijke regel die zegt wat mijn recht is,
niet alle landen hebben dezelfde materiële bronnen
Formele bronnen van het recht: de juridische bron waarin deze regel staat, de
vindplaats van dat recht indeling van de vindplaatsen:
- Bindend: de gene waaraan je effectief aan verbonden bent
-formele wetten
- decreet: wat gestemd word in parlementen van de gemeenschappen
van ons land met uitzondering van het Brussels hoofdstedelijk gewest
- ordonnantie: met het Brussels parlement
- wet: federale parlement
-besluiten uitvoerende macht: extra beslissingen moeten vaak gemaakt
worden
- koninklijk besluit/besluit van de regering: alle ministers samen nemen
een besluit in groep
- ministerieel besluit: een minister neemt een besluit alleen
- provinciale verordening: