Dit is een uitgebreide samenvatting van de lessen vennootschaprecht van Hendrik Vahees tijdens het academiejaar 2024/2025 voor mensen van SEW/HI/HIB/HI op Universiteit van Antwerpen, de samenvatting maakt ook gebruik van zijn wetboek
- Koop het wetboekje
- Examen = 40 meerkeuzevragen
- Let op als we vennootschappen bedoelen denken velen aan bv NV Colruyt maar dit soort
grote bedragen zijn eigenlijk maar 0.00001% meeste vennootschappen zijn kleine
vennootschappen
Redenen voor het oprichten van een vennootschap
1) Fiscale redenen:
Vb zoon van Hendrik van Hees is advocaat en word betaald door een advocaten kantoor, hij
heeft zich als zelfstandige een vennootschap opgericht omdat dit voordeliger is. Hij ontvangt
elke maand een betaling van het advocatenkantoor en keert dan een stuk van het geld aan
zichzelf uit. Dit is fiscaal interessanter via een vennootschap.
2) Vermogen:
Je kan vermogens goedkoper doorgeven via een vennootschap
3) Samenwerken:
Je kan samenwerken in een vennootschap
Vb je hebt een goed idee voor een business maar geen geld, en iemand anders heeft geld
maar geen idee dan kan je samenwerken via een vennootschap.
4) Samenwerken op voet van gelijkheid
Je wilt samenwerken met anderen. In het verleden zag men een vennootschap als een
overeenkomst. Groot probleem: mensen willen ideeën commercialiseren, maar willen dit niet
alleen doen. Samenwerken met anderen betekent dat je aan de samenwerking een structuur
moet geven. Je wilt dat jij en je handelspartner op dezelfde niveau staan. Grote nadeel
arbeidsovereenkomst: je hebt een machtsrelatie, altijd iemand die baas is en iemand die
ondergeschikt is. Er is één die bevelen geeft en iemand die die moet ondergaan. Om dat te
vermijden kan je een vennootschap oprichten. Idee van een vennootschap: iedereen die
meedoet en vennoot wordt staat op een gelijk niveau. Betekent dat de ene niet meer te
zeggen heeft in de vennootschap dan de andere.
Vb: Als je meer ervaring hebt bv en je hebt 80% van de aandelen dan ga je wel meer te
zeggen hebben dan diegene met 20% aandelen. Bv. Colruyt is een vennootschap en heeft een
aantal weken geleden hun AV gehouden. Stel dat je een aandeel koopt en je ging naar die AV
dan had je op die AV vragen mogen stellen aan het bestuur. Daar zit die gelijkheid in, iemand
met 3 miljoen of iemand met 1 aandeel mag allebei vragen stellen.
1
, 5) Beperken van uw aansprakelijkheid
Vennootschap bied je de mogelijkheid om je aansprakelijkheid te beperken. Een
vennootschap staat toe dat je kan zeggen dat je een vermogen hebt. En dan kan je daar een
klein stukje uit nemen en met dat stukje handeldrijven en een vennootschap bied je de
mogelijkheid dat als het slecht gaat met je activiteit, dat je enkel dat stukje verliest en niet
heel je vermogen.
Bronnen van het vennootschapsrecht
Vennootschapsrecht is op 1 mei 2019 volledig gewijzigd. Waarom is dit gewijzigd?
- Tot 1 mei 2019 bestonden er 15 verschillende vennootschapsvormen. Een aantal
vennootschapsvormen werden dan afschaft.
- Andere reden (belangrijk): men wou minder regels van dwingend recht maken. In het recht
heb je regels van suppletief recht (= is een rechtsregel waarvan partijen bij overeenkomst
kunnen afwijken) of regels van dwingend recht (regels waar je niet van kan afwijken). Eigen
aan vennootschapsrecht: stond vol regels van dwingend recht. Men wou dit wijzigen: veel
meer regels van suppletief recht
- Heel belangrijk punt: besloten vennootschap (BV, vroeger BVBA). Het probleem was dat als je
vroeger een vennootschap wou oprichten met beperkte aansprakelijkheid dan moest je een
verplicht minimumkapitaal hebben. Voor veel mensen was dit een probleem, want bij een
bvba moest je minstens +/- €18.500 bij mekaar hebben om een vennootschap op te richten.
Bij een BV is er geen minimumkapitaal meer vereist.
- Men heeft zoveel mogelijk buitenlandse vennootschappen willen aantrekken naar België. Dus
dat buitenlanders hun zetels van hun vennootschappen in België hebben.
Structuur van het WVV (= Wetboek van Vennootschappen & Verenigingen)
Apart wetboek: wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Structuur wetboek: opgedeeld in verschillende “boeken”
Vb: boek 1 inleidende bepalingen: eerste twee titels belangrijk. Boek 2 enorm belangrijk: je hebt twee
soorten vennootschappen, nl. vennootschap met rechtspersoonlijkheid en zonder
rechtspersoonlijkheid. Die met rechtspersoonlijkheid zijn de belangrijkste. Boek 3 is niet zo belangrijk,
gaat over jaarrekening van vennootschappen. Boeken 4 en volgende: zeer belangrijk, want vanaf dan
vind je ieder vennootschapstype afzonderlijk gereglementeerd.
Als je vennootschapsrecht beoefend zitten die bronnen op drie niveaus:
- Nationale niveau:
Basisbron = wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Bron: Belgische overeenkomstenrecht. Deze is ook een bron omdat tot men tot 1 mei 2019
een vennootschap zag als een overeenkomst tussen minstens twee personen en dat zorgde
ervoor dat op een vennootschap ook regels werden gebruikt die ook op een normale
overeenkomst van toepassing zijn. Een vennootschap is een rechtshandeling ook al heeft het
veel gemeen met een overeenkomst.
2
, - Europese niveau:
hier heb je drie bronnen van vennootschapsrecht:
o Verdrag inzake werking EU: in dit verdrag zitten de regels inzake vrij verkeer en voor
vennootschappen is juist de hele regeling inzake de vrije vestiging belangrijk. Stel je
hebt een vennootschap in België, kan je dan morgen de zetel van je vennootschap
verplaatsen naar Parijs.
o Aantal verordeningen (vo): er zijn een aantal Europese vennootschappen (Europese
naamloze vennootschap & Europese coöperatieve vennootschap) en deze
vennootschapsvormen zijn niet geregeld door het wetboek, maar zijn ingevoerd in
een Europese verordening. (= soort van Europese wet)
Niet heel belangrijk deze cursus
o Daarnaast zijn er ook richtlijnen om de regelgeving te harmoniseren.
- Internationale niveau: niet belangrijk voor deze cursus
Wat zijn de mogelijkheden voor het oprichten van een vennootschap?
- Minstens 2 vennoten tot een onbeperkt aantal, vb Oxurion met miljarden vennoten door
heel veel aandeelhouders. (voor 2019)
- Sinds 2019 kun je ook vennootschappen zelfstandig oprichten.
Zowel de BV als NV kan je zelfstandig oprichten ( = éénhoofdig oprichten). Alle andere
vennootschappen moet je minstens per 2 oprichten. Uitzondering: bij coöperatieve
vennootschap moet je met 3 zijn!
Wat is nu een vennootschap?
WETBOEK ART. 1:1 definitie van een vennootschap. De voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn.
(niet vanbuiten kennen want definitie staat ook in wetboek)
- Een rechtshandeling is een handeling die je stelt met als doelstelling juridische gevolgen te
hebben. Je hebt eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen. Eenzijdige: je doet het alleen.
Meerzijdig als er meerdere personen zijn dan is het eigenlijk een overeenkomst met de
eigenschappen van een vennootschap. Vennoten: zitten mee in de vennootschap, die ofwel
bij de oprichting iets inbrengen of die in de loop van de vennootschap in de vennootschap
stappen.
- Er moet een inbreng gebeuren, je moet iets ter beschikking stellen voor de vennootschap. Je
bent niet verplicht om een inbreng te doen bij een vzw dus vandaar dat een vzw geen
vennootschap is.
Vb: bij een aandeel moet je altijd betalen (= inbreng) om het aandeel te ontvangen van een
bedrijf
- Vennootschap moet vermogen hebben.
3
, - Doelstelling: je kan geen vennootschap oprichten als je geen doel hebt. Je kan meerdere
doelstellingen hebben binnen één vennootschap hebben.
- Je moet een winstoogmerk hebben + de bedoeling hebben om die winst ook uit te keren =
winstuitkering. Of je dit ook realiseert, hangt af van de praktijk. Het is genoeg dat je
bedoeling winst maken is. Dus het kan zijn dat je geen winst maakt, zolang het je bedoeling is
volstaat het. Vennootschap verschilt dus van overeenkomst door inbreng en door
winstoogmerk. Vennoot is zelfde als aandeelhouder qua terminologie.
Vb in farmaceutische bedrijven doen eerst jaren lang verlies voor ze winst maken maar de
doelstelling is winst maken en uitkeren aan aandeelhouders.
Waarin verschilt een vennootschap van een vereniging en een stichting?
(Gebruik hier zeker wetboek bij want staat er allemaal letterlijk in!)
Vennootschap VS vereniging: (zie ART 1.2)
- Het bekendste voorbeeld is een VZW, het word al snel duidelijk dat dit geen vennootschap is
dankzij de naam. Een belangrijke voorwaarde volgens ART 1.1 is het oog op winst en VZW =
vereniging zonder winstoogmerk.
- Een vennootschap is een rechtshandeling en een vereniging een overeenkomst (dus u moet
minstens met 2 zijn!).
- Een VZW streeft een belangeloos doel na in enkele welbepaalde activiteiten.
Vb de wafelverkoop op de voetbal
- Je mag geen winst uitkeren, alle winst moet in hun doelstelling gestoken worden.
- In een VZW moet ook geen inbreng gebeuren
Vennootschap VS stichting: (zie ART 1.3)
- In België minder bekend, maar in Amerika veel populairder (“foundation”)
- Stichting is net zoals een vennootschap een rechtshandeling
- Een vennootschap heeft vennoten (aandeelhouders), in een VZW leden en een stichting is
een juridische constructie zonder leden, er zijn wel stichters die de stichting oprichten
- Geen uitkeringen in een stichting
- Je wil een hoger sociaal doel bereiken
Vennootschap VS onverdeeldheid:
- Een goed waar meerdere personen aanspraak op maken
Vb: stel een van uw ouders komt ten overlijden en zij/hij bezit een woning, u en uw zusters en
broeders hebben dan aanspraak op de woning.
- Het is geen vennootschap omdat u geen welbepaald doel hebt
- Pas op: het kan een vennootschap worden als uw winsten haalt uit uw onverdeeldheid
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur arthurdewitte1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
