MANAGEMENT ACCOUNTING
2019 - 2020
Boek: Introduction to Management Accounting, 16e editie
Auteurs: Charles T. Horngren, Gary L. Sundem, Dabid Burgstahler, Jeff Schatszberg
Docent: Stefanie Ceustermans
,Deel 1: Basic concept
Hoofdstuk 1: What is managerial accounting?
1. Management accounting and your career
Management accounting
= Cost accounting, kostprijsboekhouden, kostprijscalculatie, analytisch boekhouden.
Financial accounting
= Algemeen (financieel) boekhouden.
Financieel boekhouden is de identificatie, registratie en samenvatting van financiële informatie en
rapportering naar externe belanghebbenden in de vorm van de jaarrekening.
→ Wanneer mag je iets boeken?
→ Hoe moet de jaarrekening gepubliceerd worden naar de buitenwereld?
→ Financieel boekhouden moet de vastgelegde principes volgens de wet volgen. Dit moest uniform
zijn over verschillende ondernemingen.
Externe belanghebbenden
Boekhoudkundige informatie is belangrijk voor iedereen die een beslissing wenst te nemen met een
economische impact, o.a.
− Aandeelhouders/beleggers willen weten of een onderneming een goede investering is.
− Crediteuren (schuldeisers): banken en leveranciers willen weten of ze krediet kunnen
verstrekken, hoeveel en voor hoe lang?
− Klanten willen weten of ze kunnen vertrouwen op een goede na-verkoop dienst.
− Fiscus: belastingen
Belang in België
België is een typisch KMO-land. Dit betekent dat er veel kleine bedrijven en weinig beursgenoteerde
bedrijven zijn. Dan zijn vooral de fiscus en banken belangrijk.
− Ongeveer 400 000 vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.
− Ongeveer 200 daarvan zijn beursgenoteerd in België.
− 96% van de vennootschappen in België vallen onder de categorie klein of micro.
− Minder dan 1% van de bedrijven zijn beursgenoteerd.
→ Toch moeten alle bedrijven een jaarrekening hebben en publiceren.
Belang bij grote ondernemingen
Vb in Amerika zijn de aandeelhouders de belangrijkste stakeholders.
Jaarrekening
→ Bestaat uit 3 delen
1. Balans
1
Management Accounting: Deel 1 - Hoofdstuk 1
,− Momentopname: waar staat de onderneming op een bepaalde dag?
− Activa: bezittingen van een onderneming
o Vlottend actief
o Voorraden
o Handelsvorderingen
− Passiva: van waar komt al het geld/vermogen van de onderneming waarmee de bezittingen in
het actief worden gefinancierd?
o Eigen vermogen: kapitaal
• Wat de onderneming, aandeelhouders zelf hebben ingebracht.
• Overgedragen resultaat
o Vreemd vermogen: leveranciers, banken
− Boekhoudkundige gelijkheid: Actief = Passief
2. Resultatenrekening
− Hoe goed of slecht deed de onderneming het over een bepaalde periode?
− Opbrengsten en kosten uit de afgelopen periode.
− Toerekeningsaanpak vs kasaanpak
o Toerekeningaanpak
• Opbrengsten moeten zijn gerealiseerd en geconcretiseerd.
▪ Gerealiseerd: verdiend, geleverd aan de klant.
▪ Geconcretiseerd: betaalt of belofte tot betaling.
• Kosten volgens matchingsprincipe of overeenstemmingsprincipe
▪ Kosten mogen geboekt worden als de daarmee overeenstemmende
opbrengsten ook geboekt zijn.
▪ Vb handelsgoederen worden pas als kost geboekt wanneer ze verkocht
worden en dus de opbrengst wordt geboekt. Zolang ze in voorraad
zitten, blijven ze een actief.
▪ Vb afschrijving: de kost van een gebouw wordt gespreid over meerdere
jaren.
▪ Doel: een realistisch beeld krijgen van de winst van de onderneming.
o Kasaanpak
• Cashinkomsten en cashuitgaven
• Dit principe volgen we niet.
Oefeningen toerekeningsaanpak
Oefening 1:
Een onderneming verkoopt op dinsdag 13/2/2018 goederen aan een klant voor 1 000 euro. De klant
betaalt pas binnen een maand. Mag de onderneming de 1 000 euro al als opbrengst boeken op
13/2/2018?
− Ja, opbrengst mag geboekt worden.
− Geleverd dus verdiend.
− Geconcretiseerd, belofte tot betaling. Geregistreerd als handelsvordering.
Oefening 2:
Een onderneming verkoopt op dinsdag 13/2/2018 goederen aan een klant voor 1 000 euro. De klant
betaalt onmiddellijk. De goederen worden pas binnen een maand geleverd. Mag de onderneming de
1 000 euro al als opbrengst boeken op 13/2/2018?
2
Management Accounting: Deel 1 - Hoofdstuk 1
, − Nee
− Geconcretiseerd, maar nog niet verdiend. Goederen nog niet geleverd.
Oefening 3
Een onderneming koopt een gebouw aan voor 500 000 euro op dinsdag 13/2/2018. Ze betaalt dit
bedrag onmiddellijk. Moet ze dit bedrag op dinsdag 13/2/2018 al als kost boeken?
− Nee,
− Principe van afschrijvingen
Oefening: opbrengst of kost?
− Kapitaalinbreng: geen opbrengst of kost. Passief stijgt, bank stijgt. Enkel geld dat binnenkomt.
− Lening: puur cash dat binnenkomt. Geen opbrengst of kost.
− Afbetaling op lening: cash dat buiten gaat, geen kost. VV zakt, activa zakt. Niets in
resultatenrekening.
− Interest: kosten
− Investering: geen kost, maar gespreid over enkele jaren. Uitgave
− Afschrijving: kost elke keer je afschrijft, geen cashuitgave!
3. Toelichting (minder belangrijk)
Financiële staten = de jaarrekening
“De jaarrekening van een onderneming kan worden vergeleken met een bikini – wat deze laat zien is
interessant, maar wat deze verbergt is essentieel.”
De jaarrekening geeft een samenvatting van wat er het voorbije jaar gebeurd is. Zo kan men een idee
vormen van hoe gezond een onderneming is, maar zeker ben je dat niet. De jaarrekening geeft nooit
een volledig beeld. Goed voor externen om een eerste idee te vormen.
Management accounting
Identificatie en registratie van financiële informatie die (interne) managers gebruiken om
beslissingen te nemen om op die manier de ondernemingsdoelstellingen te bereiken.
Intern ga je nooit je strategie en beslissingen laten afhangen van de jaarrekening. Er wordt geen jaar
gewacht om een beslissing te maken. Intern als manager heb je meer uitgebreide en gedetailleerde
informatie.
→ Niet om naar de buitenwereld te publiceren maar om intern beslissingen te nemen.
Ontstaan van management accounting
− Dit is een relatief jonge stroming.
− Ondernemingen groeien, werken globaler met vestigingen over de hele wereld.
− Meer en meer concurrentie.
− Focuspunten
o Meer nood aan volledige, objectieve en transparante informatie voor het besturen van
het bedrijf. Duidelijk overzicht van welke vestigingen het goed doen en welke niet.
o Meer aandacht voor kostenbeheersing. Kosten worden tot op de bodem geanalyseerd.
Welke kosten zijn noodzakelijk en welk effect hebben ze op de winst.
o Verantwoording. Door groei zijn er veel managers. Nood aan verantwoording. Een
managers moet verantwoording afleggen aan zijn overste en die aan zijn overste
enzovoort.
3
Management Accounting: Deel 1 - Hoofdstuk 1