Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bank en Verzekeringen Bedrijfsmanagement Artevelde €6,46
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bank en Verzekeringen Bedrijfsmanagement Artevelde

 5 vues  0 fois vendu

Volledige samenvatting van het vak bank en verzekeringen (bank en geld) in het eerste jaar bedrijfsmanagement. Deze samenvatting dekt alle leerstof en losnotities. Na elk hoofdstuk zijn er oefenvragen met oplossing uit het handboek verwerkt in de samenvatting.

Aperçu 10 sur 73  pages

  • 2 janvier 2025
  • 73
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (41)
avatar-seller
nmvl
, DEEL I: BANKEN

H1: HET BELGISCH FINANCIEWEZEN

1. Financiële sector in brede zin
2. Betalingsinstellingen en EGI
3. Monetaire overheid
4. Controlerende instellingen
5. Centrales (gegevensbanken)
6. Beroepsverenigingen en overlegorganen
7. Ombudsdiensten
8. Garantiefonds en beschermingsfonds
9. Bemiddelaars en tussenpersonen
10. Andere instellingen

• Waar kan ik zien bij welke KI (kredietinstelling) een overleden familielid klant was?
• Kan ik nog krediet krijgen als ik al een betalingsachterstand heb?
• Wat gebeurt er met mijn spaargeld als een bank failliet gaat?
• Kan je zwart geld witwassen via een bank?
• Mag de KI je verplichten bij het aangaan van een krediet ook een verzekering af te sluiten?
• Kan een particulier ook in het kapitaal stappen van een niet-berusgenoteerde (startende) onderneming?


1 Financiële sector in brede zin

Financiële sector in de brede zin:
Iedere instelling die een beroep doet op het spaarwezen en/of zorgt voor de financiering van ondernemingen en/of fungeert als
tussenpersoon tussen het spaarwezen en de kredietnemers
• Veel instellingen behoren tot de financiële sector à indelen in categorieën
o Kredietinstellingen of KI
o Participatiemaatschappijen (niet behandeld)
o Belegingsondernemingen (niet behandeld)
o Institutionele beleggers (niet behandeld)

1.1 Kredietinstellingen (of KI = financiële sector sensu stricto)
Bankwet 25 april 2014:
Kredietinstellingen zijn een onderneming waarvan de werkzaamheden (intermediëren) bestaan uit:
• In ontvangst nemen van gelddeposito’s en andere terugbetaalbare gelden
• Verstrekken van leningen, inclusief consumentenkrediet, hypothecair krediet, factoring en financiering van
handelstransacties

De volgende activiteiten zijn uitdrukkelijk door de wet toegelaten
• Verlenen van garanties
• Verzekeringen verkopen (niet maken), de KI is een tussenpersoon in verzekeringsproducten (p.72)
o Bv. KBC bank is de tussenpersoon tussen de klant en KBC verzekeringen
o Men verstrekt een bankverzekering, bankassurance
o KBC bank zal in ruil een comissie krijgen van haar zus KBC verzekeringen
o KBC bank is hier verzekeringsagent: bieden exclusief producten aan van haar zus
• Vermogensbeheer = asset management (private banking), de bankactiviteiten die gericht zijn op vermogende klanten.
• Advies
• Betalingsverrichtingen
• Verhuur safes
• Leasing (huren)
o Bv. KBC bank is de tussenpersoon tussen de klant en KBC Lease
• Effectenbeheer (aandelen, obligaties, staatbons worden digitaal ingeschreven)
o Bv. KBC bank is de tussenpersoon tussen de klant en KBC Asset Management
• Uitgifte betalingsmiddelen
• Valutahandel

,1.1.2 Kredietinstellingen: functies (examenvraag)
• Financiële intermediatie (zie H2)
o Hoofdactiviteit van de KI
o Op eigen risico als tussenpersoon of financiële bemiddelaar optreden tussen enerzijds economische actoren
met een teveel aan financiële middelen en anderzijds die met een tekort.
• Beheer betalingsverkeer (zie H 3)
o Organisatie girale en elektronsiche kanalen voor betalingen
• Financiële diensten (zie H 4)
o Bv. verkoop verzekeringen
1.1.3 Register NBB, Nationale Bank van België
Een KI moet beschikken over een vergunning en geregistreerd zijn bij de NBB. Er is een onderscheid tussen
• KI naar Belgisch recht
• Bijkantoren in België van KI die ressorteren onder een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte (EER)
o Bv. Bank of India
o Bv. JPMorgan Chase Bank (VS)

De banken zijn een zeer heterogenen groep waardoor ze kunnen opgedeeld worden obv: (examenvraag)

Geografische actieradius Distributiekanalen Doelgroep
(hoe ver rijkt hun straal) (hoe verkopen ze hun producten)

Grote banken: “The Belgian Big 4” Traditionele banken: omnichannel Retailbanking
• Meerdere kanalen om hun • bankieren voor iedereen
producten te verkopen • De grote banken
o Veel bankkantoren
• basisrente 0,5%
o Website (chatbox) Wholesalebanking
• getrouwheidspremie 1%
o App • Voor ondernemingen,
• internationaal actief
o Bankieren van op vermogende particulieren
• veel filialen en agentschappen
afstand (bv. KBC Live,
James, Kate, …) Argenta, CKV, CPH, Crelan
Gespecialiseerde/regionale banken:
• Europabank
Internetbanken
(consumentenkrediet)
• NIBC, Keytrade bank, Me
• Delen private banking
direct, Hello bank, Aion bank
• Degroof Petercam
• Hebben minder kosten
• Bank J.VanBreda&C
• Focus ligt op verkoop van
(familieondernemers)
standaardproducten en het
plaatsen van beursorders
Kleine banken:
• Beobank, Nagelmackers,
Triodos bank
• Beperkt aantal vestigingen
• Meestal gespecialiseerd
cliënteel




2 Betalingsinstellingen en instellingen voor elektronisch geld EGI

Betalingsinstellingen (niet-banken) ontstonden als gevolg van de omzetten van de eerste PSD (Payment Service Directive) – zie
hoofdstuk 3
• Bieden “betalingsdiensten” aan, bv. iets met kaart betalen in de winkel
o Geen deposito’s ontvangen
o Geen klassieke kredieten
o Geen elektronisch geld uitgeven
• Bv.
o Worldline Payment Services
o Mastercard
o Isabel
o Apple Pay

EGI, instellingen voor elektronisch geld staan een trap hoger dan betalingsinstellingen

, • Mogen elektronisch geld uitgeven
o Een monetaire waarde vertegenwoordigd door een vordering op de uitgevende instelling, die is opgeslagen op
een elektronische drager, is uitgegeven in ruil voor ontvagnen geld en als betaalinstrument wordt aanvaard
door andere ondernemingen dan de uitgever
o Geen kredietverlening
• Bv. maaltijdchequekaarten

3 Monetaire overheid

Monetaire overheid: instanties die het monetair beleid bepalen of uitvoeren
Monetair beleid: alle beslissingen die centrale banken nemen om een invloed uit te oefenen op de prijs van geld, de kosten om
te lenen en de opbrengst van het spaargeld.
• ECB, ESCB en Eurosysteem
o ESCB = ECB + centrale banken alle EU-lidstaten
- ESCB: Europees Stelsel van Centrale Banken
- ECB: Europese Centrale Bank
• Zetel in Frankfurt (Duitsland)
• Voorzitter Christine Lagarde
• verantwoordelijk binnen eurozone voor:
o Monetair beleid
o Prijsstabiliteit handhaven (door inflatie te bewaken)
o Bepaalt hoeveel bankbiljetten in omloop en gedrukt
o Toezicht op NCB’s
o Leningen aan banken (‘lender of last resort’)
o Eurosysteem = ECB + centrale banken van de EU-lidstaten die € hebben ingevoerd
- Europese Unie ≠ eurozone

• NBB
o Centrale Bank van België, maakt dus deel uit van het ESCB
o Taken
- Europees monetair beleid
- Uitgifte bankbiljetten en munten (+ controle van toestand)
- Beheer goud- en deviezenreserves
- Studies en statistieken
- Financieel toezicht (samen met ECB)
- Kassier van de staat
- Diensten voor hele financiële sector
o Pierre Wunsch (gouverneur NBB sinds 2/01/2019)

4 Controlerende instellingen

4.1. GTM
• Gemeenschappelijk Toezichtmechanisme of SSM, Single Supervisory Mechanism
• Europees bankentoezicht
• Onderdeel bankenunie ECB
• GTM bestaat uit ECB + nationale autoriteiten eurozone
o Theorie: ECB: toezicht op alle banken eurozone NBB
- Vergunningen toekennen en intrekken
- Inspecties/controles/onderzoeken uitvoeren FSMA
- (…)
o Praktijk:
- Direct toezicht:
§ ECB houdt rechtstreeks toezicht op de zgn. ‘significante banken’ (+/- 120)
§ Jaarlijkse selectie door NBB
- Indirect toezicht:
§ nationale centrale banken houden toezicht op de andere banken

,4.2. NBB
– Nationale bank van België
– Macro-prudentiëel toezicht en micro-prudentiëel toezicht op de financiële sector
o Macro-prudentiëel toezicht
- Toezicht op de financiële sector in zijn geheel (stabiliteit en veiligheid bewaken)
o Micro-prudentieel toezicht
- Toezicht op oa. de banken

4.3. FSMA:
– Autoriteit voor financiële diensten en markten examen
– Samenwerking met NBB
– Taken
o Beurswaakhond (toezicht op de financiële markten) en informatie van vennootschappen
o Producttoezicht
o Toezicht op financiële dienstverleners en tussenpersonen
o toezicht op de aanvullende pensioenen
o actie tegen onregelmatige activiteiten
o Financiële educatie van de gewone man (Wikifin)
o Toezicht op de gedragsregels

4.4. FOD FINANCIËN
– Aan het hoofd: minister van Financiën
– Op dit moment: Vincent Van Peteghem




4.5. HRF
– Hoge raad van financiën
– Studie- en adviesorgaan
– Experten
– Voorzitter: minister van Financiën
– Adviezen, aanpassingen, hervormingen
– Domeinen: fiscaliteit, begroting, beheer v/d staatsschuld, …

4.6 FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
– “economische inspectie”
– 3 kerntaken
o Toezicht economische wetgeving
- Bv. wet op de consumentenkredieten (H11)
o Coördinatie van de strijd tegen economische fraude, massafraude en consumentenbedrog
- Misleidende reclame
- Koppelverkoop: niet bij financiële producten!
- Gebundelde verkoop
o Bevorderen van alternatieve geschillenregeling

4.7. GBA
• privacycommissie
• Ziet toe op naleving privacywetgeving
o Europese GDPR (AVG) trad in werking 25 mei 2018
o “verwerkers van persoonsgegevens” moeten strikte regels naleven inzake bewaring en verspreiding
persoonsgegevens

,4.8. CFI
• Cel voor Financiële Informatieverwerking
• Onder toezicht van ministers van Justitie en van Financiën
• Europese antiwitwasrichtlijn à Wet 18/09/2017
• Bestrijden (repressief) en opsporen (preventief) van
o Witwassen van geld (‘zwart geld’): verrechtvaardigen van de illegale oorsprong van geld of activa door het in
de lagale finaciële circuits te brengen
o Financiering van terrorisme (‘misdaadgeld’)
• Verplichtingen voor banken: antiwitwasregels AML, Anti-money laundering EXAMENVRAAG
o Identificatie en controle van identiteit van cliënten
o Cliënt-acceptatiebeleid en analyse van risiconiveau
o Voortdurende waakzaamheid of het opsporen van atypischr verrichtingen
o Meldingsplicht aan CFI (verbod om cliënt op de hoogte te brengen)
o Bewijsstukken minimum 10 jaar bewaren
– Compliance afdeling (compliance officer)
o De compliance officer moet binnen de KI nagaan of de integriteitsregels en de gedragsregels worden toegepast
(interne financiële toezichthouder)
• Wat met klant die ‘zwart’ geld op rekening wil krijgen? Regularisatie

5 Centrales binnen de NBB : (EXAMENVRAAG)
5.1. RKO:
• Volledige naam: Het register van Kredieten aan ondernemingen
• Dubbele registratie
o Positieve lijst: Alle kredieten aan ondernemingen (in kader van professionele activiteit)
o Negatieve lijst: Wanbetalingen
• KI en andere financiers zijn verplicht om de kredietgegevens maandelijks te melden
• Doel? Bron van info
o Voor KI: inschatten kredietrisico
o Voor NBB: controle risicospreiding/waarborgen financiële stabiliteit
- Bv. KBC leent uit:
§ KBC à ond X: 1 mln euro
§ KBC à ond Y: 50 mln euro
§ KBC à ond Z: 200 mln euro
§ totaal: £ bep % EV

5.2. CKP
– Volledige naam: Centraal voor kredieten aan particulieren
– Doel: verhinderen dat consumenten tot over hun oren in de kredietschulden geraken
– Dubbele registratie
o Bevat Positieve gegevens: alle consumenten met consumentenkrediet/ woonkrediet in privésfeer
o Bevat Negatieve gegevens: ‘de zwarte lijst’: mensen die hun leningen niet meer kunnen betalen
- Betalingsachterstand 3 maanden van min. 25€ (“zwarte lijst”)
– Verplichtingen voor KI:
o Melden:
- Kredietovereenkomst (binnen 2 werkdagen)
- Betalingsachterstand (binnen 8 dagen) à CKP brengt consument op de hoogte van registratie
o Verplicht raadplegen CKP door banken bij ontvangst kredietaanvraag
- Betalingsachterstand >= -1.000 euro: geen extra krediet mogelijk
- Achterstand < 1.000 euro: krediet mogelijk mits motivering
- Geen extra krediet als de totale schuldenlast niet in verhouding is met het inkomen
– Wie heeft toegang?
o Schuldbemiddelaars
o Advocaten, notarissen
o Controle-instanties
o de consument zelf
– OPGELET: wanbetaling die werd terugbetaald blijft gedurende 1 jaar vanaf betaling nog zichtbaar

Voorbeeld: Een particulier leefde boven zijn stand en ging te veel krediet aan. Daardoor kwam hij in moeilijkheden met de
aflossingen en zit hij met een betalingsachterstand bij Belfius, Hij kan bijgevolg wel nog krediet krijgen bij Belfius voor zover hij
minder dan 1.000 euro achterstaat.

,5.3. CAP
– Volledige naam: Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten
– Opgericht in 2011 in kader van bestrijden fiscale fraude
– Sindsdien steeds uitgebreid
o 1. Gevoed door KI:
- Belgische rekeningnummers met namen houders
- Sinds 1/01/2022 ook rekeningsaldi op 30/06 en 31/12
o 2. Gevoed door Belgische ingezetenen
- Buitenlandse rekeningen
– Wie heeft toegang? (‘informatiegerechtigden’)
o Overheidsinstanties
o Anderen: gerechtsdeurwaarders, advocaten, strafrechters, notarissen, …
o Geregistreerde personen zelf
– Doel? Bestrijden fiscale fraude, witwassen en financiering zware criminaliteit

Voorbeeld: Na het overlijden van een rijke suikertante is je moeder de enige erfgenaam. Zij moet de financiële instellingen
waar de suikertante spaarde, verwittigen van het overlijden. Die zijn dan verplicht om de rekeningen te blokkeren. Vermits er
over geld bij de tante een groot taboe bestond, heeft je moeder geen idee bij welke instellingen de suikertante
(bank)rekeningen had. Je mama kan die info opvragen bij het CAP. Daarna worden de rekeningen geblokkeerd om de
erfgenamen onderling te beschermen

6 Beroepsverenigingen en overlegorganen




De Belgische Federatie van het Financiewezen Beroepsfederatie verzekeraars
Beroepsfederatie financiële sector (uitgezonderd verzekeraars) – Vertegenwoordiging
– Vertegenwoordigen banken, kredietverstrekkers, – Coördinatie
fondsen etc. – Studie en Overleg
– Standpunten innemen – Informatie en Bewustmaking (Preventie)
– Lobbyen (nationaal en Europees) – Opleiding
– Informeren, advies geven, opleiding verstrekken (via
Febelfin Academy), bv. examen kredietbemiddeling
behalen
– Stelde de gedragscode ‘goede bankrelatie’ op:
minimumstandaard voor banken en hun relatie met
particulieren klanten

Voorzitter: Johan Thijs (CEO KBC)
CEO Karel Baert

Er zijn uiteraard nog andere beroepsverenigingen en overlegorganen actief

7. Ombudsdiensten
7.1. Ombudsfin
• Bemiddelen bij geschillen tussen cliënt en financiële instelling/verzekeraar
• Tweedelijns
• Geschillen: schriftelijk en volledig in te dienen
• Schriftelijk advies: onpartijdig, gratis en niet bindend
• Streven naar minnelijke schikking

7.2. Ombudsdienst Verzekeringen
Oa vertegenwoordiger consumentenorganisaties
- Klachten particulieren
- Tweedelijns
- Schriftelijk advies: onpartijdig, gratis en niet bindend

,8. Garantiefonds en beschermingsfonds

Garantiefonds
• Bescherming bij faillissement of in gebreke blijven van financiële instelling
• Jaarlijkse bijdrage door KI en verzekeraars
• Welke producten worden beschermd?
o 1. Deposito’s (tot max.100.000 EUR)
- Zicht-, spaar- en termijnrekeningen
- Kasbons
- Bij KI naar Belgisch recht (incl. bijkantoren)
- Uitzondering 1: 500.000 bij verkoop van de hoofdverblijfplaats (minder dan 6 maand geleden)
- Uitzondering 2: 500.000 bij uitbetaling levensverzekering/ groepsverzekering
- Uitzondering 3: 500.000 bij erfenis
o 2. Beleggingstegoeden (tot max.100.000 EUR)
- Gelden, afkomstig van of bestemd voor beleggingsverrichtingen
o 3. Tak 21 nr Belgisch recht (tot max. 100.000 EUR)
• Per persoon en per financiële instelling, niet per rekening
o man & vrouw: 120.000: faillissement???
o man: 120.000: faillissement ???

Beschermingsfonds
• Financiële instrumenten (tot 20.000 EUR)

Voorbeeld: Lukas en Sara hebben samen een gemeenschappelijke spaarrekening bij Belfius: 140.000 euro.
Daarnaast heeft Lukas nog een eigen zichtrekening bij Belfius: 50.000 euro.
Welke bescherming genieten Lukas en Sara bij faillissement van Belfius?
• Lukas bezit in totaal 120 000 euro (de helft van de gemeenschappelijke rekening = 70 000 + 50 000) waarvan 100.000
euro beschermd is door het Garantiefonds è 20.000 euro verlies voor Lukas
• Ann bezit 70.000 euro (= andere helft van de gemeenschappelijke rekening), die volledig beschermd is door het
Garantiefonds è geen verlies voor Ann

9. Bemiddelaars en tussenpersonen

De tussenpersonen in het bank-, verzekerings- en/of kreditwezen moeten voldoen aan de wetgeving. Ze hebben een
gereglementeerd beroep en moeten regelmatig bijscholen.
• Registratie bij FSMA + jaarlijks inschrijvingsrecht
• Wettelijke voorwaarden: Beroepskennis à via examens (Febelfin Academy)

9.1 Tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten
– Statuut geregeld door ‘Wet Willems’ (wet 6 maart 2006) EXAMENVRAAG
– Inschrijving FSMA
– Wettelijke voorwaarden verbonden aan de erkenning
o Beroepskennis
o Praktische ervaring
o Bijscholingsplicht
o Financiële draagkracht
o Beroepsaansprakelijkheidsverzekering onderschrijven
– Bankagent, gevolmachtigd agent
o Zelfstandige die handelt in naam en voor rekening van 1 KI
o Exclusiviteitsbeginsel
– Bankmakelaar
o kan producten van verschillende banken aanbieden
– VVD: verantwoordelijken voor de distributie (werken in loondienst en komen tussen bij de verkoop van die producten)
en PCP, personen in contact met het publiek

,9.2. Tussenpersonen in verzekeringsproducten
– Tussenpersoon tussen verzekeraar en verzekeringsnemer (is zelf geen partij in verzekeringscontract!)
– Statuut geregeld door ‘Wet Cauwenberghs’ (wet 27 maart 1995) à Wet Verzekeringen 4 april 2014
– Inschrijving FSMA
– Wettelijke voorwaarden verbonden aan de erkenning
o Beroepskennis
o Praktische ervaring
o Bijscholingsplicht
o Financiële draagkracht
o Beroepsaansprakelijkheidsverzekering onderschrijven
– Verzekeringsmakelaar:
o Onafhankelijke tussenpersonen die geen enkel contract met elkaar hebben met een verzekeringsonderneming
– Verzekeringsagenten:
o Niet-onafhankelijke tussenpersonen die geen vrije keuze van verzekeringsondernemingen hebben
– VVD: verantwoordelijken voor de distributie (werken in loondienst en komen tussen bij de verkoop van die producten)
en PCP, personen in contact met het publiek

9.3. Tussenpersonen in kredietproducten
– WER Wetboek Economisch Recht
– Inschrijving FSMA
– Kredietbemiddelaar:
o Natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet optreedt als kredietgever maar die wel tegen een vergoeding
- Aan consumenten kredietovereenkomsten voorstelt of aanbiedt
- Namens de kredietgever met consumenten kredietovereenkomsten sluit
– Bemiddelaars in hypothecair krediet
– Bemiddelaars in consumentenkrediet
– VVD: verantwoordelijken voor de distributie (werken in loondienst en komen tussen bij de verkoop van die producten)
en PCP, personen in contact met het publiek

10 Andere instellingen
– Financiële planners
– Wisselkantoren
– …

Samengevat:
Het financiewezen wordt meestal geassocieerd met ‘de banken’, maar er zijn veel meer instellingen die er zowel direct als
indirect verband mee houden. Vandaar dat het boek start met een verkennend overzicht van het Belgisch financiewezen in brede
betekenis. Daarin komen we inderdaad de kredietinstellingen tegen, maar ook een hele reeks instellingen en personen die aan
zeer specifieke behoeften van de economie beantwoorden. En binnen deze structuur wordt het beleid en het toezicht bepaald
door overheidsorganen.

, H2: KI EN INTERMEDIATIE

1. Financiële intermediatie
2. Resultatenrekening bank
3. Balans bank
4. Intermediatie onder druk

– Wat doet een KI met ons spaargeld?
– Hoe verdient een bank geld?
– Waarom staan de verstrekte kredieten die een KI verstrekt op de actiefzijde van de bankbalans?
– Waarvoor staat het begrip ‘rentemarge’?
– Welke meerwaarde leveren KI door hun tussenkomst?
– Hoe en wanneer ontstond de financiële crisis?
– Wat is blockchain en waarom vormt dit een bedreiging voor de banksector?

1 Financiële intermediatie

1.1 Omschrijving
Hoofd- en basisactiviteit van de KI is geld verhandelen met de deposito’s van de spaarders en met zelf ontleende gelden
verstrekken ze kredieten aan bedrijven, particulieren, de overheid en beleggen ze op de kapitaalmarkt

1.2 Schematische voorstelling
– De spaarder geeft zijn geld aan de bank in de vorm van een deposito (grondstoffen, funding, kredietbronnen)
o passief VV: P + C (de bank heeft een schuld aan de klant)
o De bank houdt hiervan 10% in reserve
– De bank gebruikt het geld om een krediet te verstrekken
o de rest van de deposito, 90% wordt uitgeleend
o De bank betaalt een creditrente aan de depositohouder
o De kredietnemer betaalt de bank een debetrente
o actief eindproducten: A + D




rentemarge: Het verschil tussen de debitrentes en creditrentes
– debitrente > creditrente
– debitrente = hoofdinkomen KI om haar diverse kosten te dekken
Niet rente-inkomsten: comissies op andere zaken bv. private banking

Een bank met een negatieve rentemarge:
– betaalt een rente aan haar deposanten die lager is dan de rente die ze aan haar kredietnemers vraagt.
– ontvangt een rente van haar kredietnemers die hoger is dan de rente die ze aan haar deposanten betaalt.
– betaalt een rente aan haar deposanten die hoger is dan de rente die ze aan haar kredietnemers vraagt.
– Allemaal fout

1.3 Transformatie of omzetting
= Omzetten van deposito’s, zodat ze in aanmerking komen voor kredietverlening.
1. Schaaltransformatie: Verzamelen of groeperen van vele ‘kleine’ deposito’s om ‘grote’ kredieten te kunnen verstrekken.
2. Looptijdtransformatie: Financieren van kredieten op (middel)lange termijn met deposito’s op korte termijn.
o !!! Renterisico
3. Valutatransformatie: Omzetting van deposito’s in een bepaalde munt in kredieten in een andere munt.
o !!! valutarisico

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nmvl. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

48756 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€6,46
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté