SAMENVATTING SPECIALISATIELESSEN
AP
S1: PSEUDOPSYCHOLOGIE
Zie mindmap
S2: BEWUSTZIJN
INLEIDING
- Historisch
o Freud – the iceberg myth/ijsbergmethode: beschouwde bewustzijn als een ijsberg
o Cognitieve psychologie
Eerst: bewustzijn = bijproduct van aandacht
Later: bewustzijn en aandacht zijn 2 verschillende fenomenen
Niet-aandachtig & onbewust: zombie-gedrag
Niet-aandachtig & bewust: pop-out
Aandachtig & onbewust: inattentional blindness, priming
Aandachtig & bewust: werkgeheugen
Nadruk op bewustzijnsstaten/niveau’s
Bewuste – voorbewuste – onbewuste (Freudiaans <-> cognitief), niet-bewuste
Subjectieve introspectie is informatief en kan betrouwbaar en valide zijn!
Vb. rol van subjectieve ervaring in gedragscontrole
WAT IS BEWUSTZIJN?
- Definitie
o Begint wanneer we opstaan in de ochtend en gaat verder doorheen de dag tot we in slaap vallen (common
sense)
o Een checklijst van acties of gedragingen die als bewust worden gedefinieerd (behavioural)
o Een andere noodzakelijke conditie voor eender welk specifiek bewustzijnsgevoel is een actieve en
functionerende cortico-thalamic complex (neuropsychological)
o Bewustzijn is hoe het is om iets te voelen (philosophical)
METEN VAN BEWUSTZIJN
- Gedragsmatig
o Belangrijkste criterium: accuraat rapport:
, 1 = bvb patiënt is helemaal niet bij bewustzijn
MMSE: screening dementie
o Uitlokken van observeerbare gedragingen die enkel voorkomen bij mensen die bewust zijn (bvb rouge test,
rode stip op voorhoofd kleuters)
- Neuropsychologisch: alertheid
o Fronto-pariëtale cortex (f) & thalamus (d)
o Cerebellum speelt geen rol
o
o B: bijna geen activatie
o D: na bloeding bvb of andere hersenschade, er is wel alertheid maar geen bewustzijn, cortex is actief maar er is
bijna geen activatie in de thalamus
NIVEAU’S VAN BEWUSTZIJN
- Coma
o Soms reflexieve reacties
o Ontbreken van slaap-waak cyclus, soms ondersteuning nodig voor ademhaling
o Duurt langer tov bewusteloosheid (>1u) maar van relatieve korte duur (meestal < 3 dagen, soms enkele
weken)
- Vegetatieve staat
o Ogen zijn geopend (spontaan of na stimulatie), afwisselend slaap-waak
o Autonome functies zijn bewaard; meestal zelfstandig ademhalen
o Geen tekenen van bewustzijn, soms gedrag (maar ongerelateerd)
o Soms ook permanent of persistent VS genoemd (na 12m bij trauma)
- MCS-Minimal conscious state
o Primaire en inconsistente tekenen van bewustzijn (zelf en omgeving), bvb reageren op verbale bevelen
o Emotioneel gedrag (huilen, tranen, lachen) komt soms voor
o Volgen (met ogen) van objecten (spiegel, persoon); deze gedragingen kunnen herhaald worden
Intentioneel <-> reflexief
- Locked-in syndroom
o Volledige verlamming als gevolg van hersenstamtrauma, soms ook pseudocoma genoemd, nog wel soms
mogelijkhedi tot openen/bewegen van ogen
o Sensaties zijn volledig intact; volledig bewustzijn
, o Soms herstel van controle over vingers, tenen of hoofd
- Slaap
o Periode van gereduceerde activiteit
o Typische houding zoals neerliggen en gesloten ogen
o Verminderde responsiviteit tegen externe prikkels
o Indelen van de slaap in steeds terugkerende stadia
REM & NREM
Makkelijk te onderscheiden door oogbewegingen (EOG) en weinig tonus (EMG)
“slaapverlamming”
Bij ontwaken uit REM-periode: droomrapportering, maar ook mentale activiteit in niet-REM
Ca. 20-25% van de slaaptijd
o Waarom dromen we?
Moeten dromen functie hebben?
Cognitieve theorie: geheugenconsolidatie
Psychoanalyse: dromen bestaan om onaanvaardbare en onbewuste wensen en noden te vervullen
MAAR opmerkelijk:
aggression: 47% (M) - 44% (F)
sexuality: 12% - 4%
negative emotions: 80% - 80%
victimization: 60% - 67%
misfortune: 36% - 33%
- Bewuste bewustzijnsveranderingen
o Hypnose
= opzettelijk veranderde bewustzijnstoestand die wordt gekenmerkt door toegenomen
beïnvloedbaarheid en (meestal) diepe ontspanning
Obv suggesties hypnotiseerbaar
Hulpmiddel bij fobie? Om te stoppen met roken? Om pijn te verzachten?
o Meditatie
= veranderd bewustzijn opgeroepen door concentratie op terugkerend gedrag, aannemen van
bepaalde houdingen, zich afsluiten voor bepaalde stimuli
Doelen verschillen
Veranderingen in hersengolven, bloeddruk, stresshormonen zichtbaar
o Psychoactieve stoffen/middelen
= chemische stoffen die mentale processen en gedrag beïnvloeden doordat ze een bepaald effect
hebben op het zenuwstelsel
Hallucinogenen = drug die de perceptie van zowel de externe omgeving als de innerlijke wereld
verandert, middel dat bewustzijnsverruimend effect hebben (mescaline, LCD, PCP, cannabis)
Opiaten = pijnstillende middelen (morfine, heroïne, codeïne)
Anxiolytica = kalmerende middelen, die psychische en lichamelijke activiteit afremmen/vertragen
doordat ze het transport van zenuwimpulsen in het centrale zenuwstelsel belemmeren (barburaten –
slaapmiddelen, benzodiazepinen – angstremmers, alcohol)
Stimulerende middelen = verhogen het activiteitsniveau door afgifte van dopamine en noradrenaline
te verhogen, stimuleren cognitieve functies zoals aandacht, concentratie en zelfcontrole
(cocaïne/crack, amfetamine/speed/meth, MDMA/xtc, cafeïne, nicotine)