SAMENVATTING WERK & WELZIJN
INTRO
WAAROM??
- We werken 75.000 uur in een mensenleven
o De ‘meest vitale’ 8 uren op een dag
o Emotional spill-over (rechtstreeks effect)
- Dus handig als we meer weten over werk
- Voorbeelden in de praktijk
o Mijn eerste job in de cardiale revalidatie
o Ouders werken enorm hard, ervaren problemen met enig kind
o Cliënt maakt trauma mee tijdens werk (bv. hotelgast/suïcide) en durft niet meer naar
werk
o Cliënt/collega/ouder van een leerling... komt langs wegens burn-out wil stilaan terug
gaan werken
o Leerkracht komt huilend bij jou en kan de verhalen van de leerlingen niet meer aan. Ze
wil zoveel goed doen, maar de kinderen blijven in miserie.
o Je merkt dat je collega gepest wordt
- Thema’s
o Werkgeluk
o Emotionele arbeid
o Burn-out
o Psychische problemen
o Disclosure
o Middelenmisbruik @ werk
o Discriminatie
- ECTS
o Dit OPO draagt bij tot de volgende beroepsrollen van een psychologisch consulent
KLP/SPP: coach, trainer en moderne professional.
HRM: HRM expert, talentontwikkelaar en moderne professional.
- Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
o de voordelen en risico’s van werk in eigen woorden weer te geven.
o de oorzaken, gevolgen en aanpak van werkstress en burn-out uit te leggen en te
herkennen.
o de meest relevante wettelijke rechten en plichten van werkgever en werknemer in het
kader van welzijn op het werk bondig toe te lichten en toe te passen op cases.
o de arbeidsmarktpositie van een aantal doelgroepen met diverse persoonskenmerken of
achtergronden (psychische/medische problemen, migratieachtergrond, mantelzorgers…)
te beschrijven en te verklaren.
o de invloed van diverse factoren (grensoverschrijdend gedrag, zwangerschap, psychische
kwetsbaarheid, ouder worden…) op het welzijn van werknemers uit te leggen en
voorstellen te doen ter optimalisering van het welzijn en de arbeidsmarktpositie.
o de belangrijke arbeidsre-integratietheorieën in eigen woorden uit te leggen en te linken
met de bestaande instanties in Vlaanderen.
o uit te leggen hoe een curriculum vitae en sollicitatiebrief gemaakt worden en hoe deze
aangepast kunnen worden aan doelgroepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
- Leerstof
o Syllabus, slides (en note pages), toelichting tijdens hoorcolleges
o Verschillende hoofdstukken op Canvas
o Enkele artikels op Canvas (zal aangegeven worden)
o Getuigenissen kunnen linken met theorie
o Voorbeeldvragen op canvas en tijdens de les
, o Belangrijke lijsten, namen, data, %’s… zijn te kennen. Echter, vaak niet de kern van de
vraag.
Bv. De Prins (2021) beschouwt werkgeluk als een combinatie van vier factoren.
Welke factor beschrijft hij niet? OF bv. Jahoda beschrijft latente factoren van
arbeid. Welke?
1. WERKGELUK
Mogelijke examenvragen:
- Welke bijdragen deden Marx en Daens in de geschiedenis van ons werk?
- Waaruit bestaat het concept ‘werkgeluk’ van Dajo De Prins (2021). Leg elke factor kort uit.
- Plezier op het werk kan je opdelen in twee assen (en dus vier kwadranten). Teken deze assen en
leg elk kwadrant uit.
- Je hebt 6 soorten werkgeluk. Geef er drie en leg uit.
- Leg uit hoe je via de zelfdeterminatietheorie het geluk van werknemers zou kunnen
beïnvloeden?
GESCHIEDENIS VAN WERK(GELUK)
Prehistorie
- Werk = (over)leven, dus geen onderscheid en geen verwachtingen
Landbouwrevolutie
- Sedentair + domesticeren, opslag voor winter…
- Biologisch succes <> Psychologische nederlaag (plannen, vrezen… daling QOL)
- Werk = straf of vernedering
o werk en geluk worden gescheiden
o Aristoteles
o wel geluk: buiten werken, oogst zien groeien, planten en dieren verzorgen
- Morele en religieuze geboden
o 7e verbod: Gemakzucht – traagheid – luiheid
Steden en ambachten
- Naar de stad
o Gilden
o Werken voor geld blijft een vorm van straf of slavernij
o Waarschijnlijk wel vorm van trots, tevredenheid, bestaanszekerheid
- Karl Marx (19e E)
o Verlichtingsfilosoof: uit werk waardigheid en geluk halen
o Randvoorwaarden:
Goede arbeidsomstandigheden
Eerlijk loon
Afwisselend werk
Werk dat betekenis heeft doordat ze het leed van anderen verzacht of hun genot
vergroot
o Hoop op gelukkig werkleven sijpelt door
Industriële revolutie 1800-1920
- Opdeling in kleine stapjes, iedereen is radartje in groot
geheel
o Eindproduct niet zichtbaar
o Weinig ambachtelijke kennis of vaardigheden,
saai, repetitief, gespecialiseerd, hoge tijdsdruk
- 6 op 7, shiften van 10 à 14u, geen vakantie
o Privé bestaat dus niet (zondag = kerk)
- Gevaarlijke omstandigheden
Tijdperk van Tevredenheid 1950-1995
, - Veiliger, minder werkuren, vakanties, hogere lonen
- Diensteneconomie vanaf ‘70
- Werk én privé gescheiden van elkaar (thuis was
het werk afgelopen)
- Hoge tevredenheid op werk
- LABOR en OPUS
o LABOR = type werk dat vaak w gezien als
noodzakelijk en gericht op het uitvoeren van routinetaken. Het heeft
een repetitief karakter en wordt vaak gedaan om in basisbehoeften te voorzien, zoals
geld verdienen. Het wordt meestal niet ervaren als bevredigend op een dieper,
persoonlijk niveau, en de voldoening komt vooral uit het voltooien van het werk of de
beloning die ermee gepaard gaat.
o OPUS = verwijst naar werk dat wordt ervaren als betekenisvol en creatief. Het is werk
dat voldoening geeft, niet alleen omdat het iets oplevert, maar omdat het een
persoonlijke passie of intrinsieke motivatie aanspreekt. Mensen voelen zich betrokken en
vervuld door het proces zelf, niet alleen door het resultaat of de externe beloning.
o Kortom, labor draait om verplicht werk voor externe beloningen, terwijl opus gaat over
betekenisvol werk dat persoonlijke voldoening geeft
- Latente deprivatie model (Marie Jahoda - 1982) NAAM MARIE JAHODA KENNEN!!
o Latente functies = functies die onderhuids aanwezig zijn
o Eerste 5 zijn latent, laatste is manifest
o HIJ GAAT HIER SWS EXAMENVRAAG OVER STELLEN!!
1. structuur in tijd
2. opportuniteiten tot sociaal contact
3. gedeeld doel, bijdrage tot de gemeenschap
4. sociale identiteit (hoe je naar jezelf kijkt) / sociale status (hoe anderen naar je kijken)
5. zelfrealisatie, betekenisvolle activiteiten
+ Inkomen en andere materiële voordelen (manifest)
- Tegenkanting bij latente deprivatiemodel:
o werk is geen conditio sine qua non voor een goede (mentale) gezondheid
hij wil niet zeggen dat als je werk hebt, dat het sws gelukkigheid brengt
o niet alle werk is fijn of goed: stress, overbelasting, onzekerheid, stigma…
- Bandarbeider in ploegensysteem kan ongelukkiger zijn dan de werkloze
- maar meestal niet:
o Levenstevredenheid ongewild werkloos 4,9/10 <> werkend 6,6/10 (20% hoger)
o Angst, woede, onmacht wordt 30% vaker gerapporteerd door werklozen
- Voordeel van werkgeluk voor bedrijf en individu
o Blijven gemiddeld 2j langer bij bedrijf
o Minder absenteïsme/afwezigheid
o Broaden-and-build effect (Fredrickson, 2001)
productiever en creatiever, breder blikveld/gedachten, meer oplossingen, beter
samenwerken
=> opbouw van mentale reserve/veerkracht voor mindere momenten
Gelukkiger zijn op het werk kan dus een positieve ‘loop’ creëren
o Emotional spill-over (rechtstreeks effect) -> als mensen praten over relatieproblemen, …,
vraag dan altijd naar de werksituatie: hoe is het op het werk?
Tijdperk van Hoge verwachtingen (1995-…)
- Werk biedt potentieel veel levensgeluk
- Verwachtingen:
o goed loon, extralegale voordelen (auto, maaltijdcheques, ecocheques, fiets…) voldoende
vakantie, leuke collega’s, toffe job, promotie, bijleren, zinvolle job, weinig pendelen,
inspraak…
o -> was vroeger niet aan de orde!
WERKGELUK: HET CONCEPT
, Werkgeluk (WG)
- Ben je gelukkig op het werk? Ben je tevreden op je werk? Vind je je werk leuk?
- Zijn niet de beste vragen want zijn ja-nee-vragen open vragen:
o Op een schaal van 1 tot 10: hoe tevreden ben je op je werk? Wat maakt dat je een …
geeft? Wat maakt dat je geen lager getal kiest? Wat maakt dat je geen hoger getal kiest?
o Hoe ervaar je je werk? Wat vindt je goed/niet goed aan je werk? Wat maakt dat je gaat
werken?
o Wat… hoe… waarom…?
Werkgeluk (WG): model van werkgeluk
- Genot(= hedon van hedonisme)
o gericht op wat er zich nu aandient en op prettig werk
o maximaliseren van plezier & minimaliseren van pijn
o geen grootse projecten of grote inspanningen waarvoor je moet
zwoegen om een levensdoel te bereiken
o tijdelijk effect & minder effectief op lange termijn
o Bv savonds chips eten in de zetel: werkt tijdelijk om genot te ervaren
maar op LT is dat niet voldoende
- Goede geest (= eudemon (eu = goed, demon = geest))
o verwezenlijking van je inherent potentieel via zinvolle activiteiten,
betekenisgeving
o streven en ijveren, tijd en energie, zelfs pijn leiden om deze te bereiken, beter worden
o niet altijd haalbaar in werkdomein, en niet iedereen heeft evenveel behoefte
- Samengevat
o Hedonistisch werkgeluk: plezier en voldoening op KT (bv genieten van je werkdag, fijne
collega’s of prettige werkomgeving)
o Eudemonisch werkgeluk: zingeving en persoonlijke groei op LT werk = betekenisvol, je
streeft doelen na, je ontwikkelt jezelf
o dragen allebei bij aan algemeen werkgeluk, maar op verschillende manieren
Welzijn op het werk – werkgeluk
- We gaan het model moeilijker maken en opsplitsen: de afbeelding verdeelt werkgeluk in twee
aspecten: hedonistisch en eudemonisch.
o Hedonistisch werkgeluk: Gericht op kortetermijnplezier en voldoening in het werk. Dit
bestaat uit:
Tevredenheid: Je bent tevreden over je werk.
Ben je, alles bij elkaar genomen, tevreden over je werk? (ja/nee)
Hoe tevreden ben je in het algemeen over je werk op een schaal van 1-10?
o Antwoordtijd: gemiddeld 3 sec
Evaluatief proces: nadenken en oordelen
Vereist een helikopterperspectief (niet voor iedereen eenvoudig)
Stabiel over jaren heen, niet afhankelijk van
affect op moment van vraag
Fundament, maar ook:
o Aanvaardend en lage verwachtingsgraad (‘goed genoeg’, dat je
werk hebt)
Afhankelijk van:
o 5 omgevingsfactoren
Loon: beter en hoger loon hogere werkgeluk
Evenwicht werk-privé (heeft ook te maken met welke shiften
je werkt)
Veiligheid en gezondheid op werk
Relatie met baas en collega’s
Interessant werk
o Zelfbedrog: handig overlevingssysteem