examen: maandag 13/01,
11h30
PERSONENBELASTING
INLEIDENDE BEGRIPPEN
1 Inkomensbelastingen
= belastingen die je betaalt op je inkomen
1. Personenbelasting (PB)
2. Vennootschapsbelasting (VenB): de winst die een vennootschap maakt, wordt belast
3. Belasting niet- rijksinwoners (BNI): mensen die niet in België wonen, worden ook niet in België
belast bv. Een Fransman die in België inkomen verdient
4. Rechtspersonenbelasting (RPB): belasting voor speciale rechtspersonen bv. gevangeniswezen,
speciale eigen belasting
Regelgeving met betrekking tot belastingen Wetboek inkomstenbelasting ’92
Wie, wanneer, aan welk tarief belastingplichtig is
Belastingsubjecten binnen de personenbelasting:
Rijksinwoner = natuurlijke personen, met de woonplaats of zetel van fortuin in België
Betaalt de personenbelasting
Vestigingsplaats is doorslaggevend, ‘behoudens tegenbewijs’ kijkt men naar de inschrijving in
het bevolkingsregister domicilie, inschrijving
Nationaliteit maakt niet uit, wel de feitelijke omstandigheid
Woonplaats = waar men feitelijk verblijft, bestendigheid
Zetel van fortuin = van waaruit men toezicht houdt op zijn vermogen
(beheren van je vermogen bv. bankrekening, beleggingsportefeuille, eigendommen, ….)
Asielzoeker = personen die zijn ingeschreven in het wachtregister, zijn niet onderworpen aan
personenbelastingen
Geen domicilie / zetel van fortuin in België en toch rijksinwoner:
De niet- rijksinwoners
o Natuurlijk persoon met domicilie / zetel van fortuin niet in België
- Eigenlijke niet- rijksinwoners: woonplaats niet in België
- Oneigenlijke rijksinwoners: verblijven wel in België maar worden gelijkgesteld met niet-
inwoners bv. Amerikanen die in Brussel wonen maar voor de Amerikaanse ambassade
hier werken, worden niet belast aan de Belgische personenbelasting
Beide groepen worden wel onderworpen aan de ‘Belasting niet- inwoners’ (BNI)
Mogelijks met vrijstelling (zie dubbelbelastingverdragen)
2 Wereldwijd inkomen en niet- ontvangen inkomen als oprichter van een
juridische constructie
Een rijksinwoner is ook belastbaar op de inkomsten die een juridische constructie die hij heeft opgericht,
verkrijgt, net alsof hij die inkomsten persoonlijk heeft bekomen. Dit geldt, zelfs al bekomt hij helemaal
geen inkomen uit die constructie Kaaimantaks / doorkijktaks (regelmatig wetswijzigingen 2.0, …)
Juridische constructie = wanneer je op fiscaal vlak ervoor zorgt dat je geen of minder belastingen dient
te betalen (of een voordeel), niet via fraude (er worden geen fouten gemaakt of wetten overschreden).
Enkel ‘creatieve’ stappen om minder belasting te betalen
Probleem juridische constructie: de fiscus ziet dat er geld ‘ontsnapt’ regel: ‘wanneer je hier belast
moet worden, moet alsook belast worden een eventuele creatieve constructie doorkijktaks (alsof de
constructie niet bestaat)
Roerende inkomsten op rekening van vereniging die zelf geen belasting betaalt, wordt belast bij de
rijksinwoner die de rekening beheert (mits uitzonderingen)
1
, PERSONENBELASTING
Roerende inkomsten die geboekt worden op naam van verenigingen (inkomsten uit belegginsgelden)
waarbij op de een of andere manier geen belastingen worden betaalt, zal de fiscus toch belasten op
de persoon die uiteindelijk de begunstigde is (rekeningen beheert)
3 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar
De personenbelasting treft normaal de inkomsten van één kalenderjaar = belastbaar tijdperk
= jaar waarin de inkomsten verworven / verdient worden = inkomstenjaar
Daaropvolgend is het aanslagjaar, het jaar waarin de inkomsten belast worden, ‘de aanslag’ wordt
berekend (jaar dat volgt op het belastbaar tijdperk
De wetgeving mag aangepast worden t.e.m. 31 december inkomstenjaar PB kan retroactief gewijzigd
worden
Uitzonderingen: in sommige gevallen valt het belastbaar tijdperk samen met een gedeelte van het kalenderjaar:
Bij overlijden: nabestaanden dienen aangifte te doen + personenbelasting betalen
o Indien nooit beroepsinkomsten verworven (nooit gewerkt) fiscus beslist dat het belastbaar
tijdperk / inkomstenjaar = aanslagjaar
o Indien wel beroepsinkomsten aanslagjaar = tijdperkjaar + 1 (normale regeling)
Winsten en baten vallen in een ‘boekjaar’ aanslag jaar = belastbaar tijdperk (inkomstenjaar) + 1
(regeling voor zelfstandigen)
o Indien het boekjaar korter / langer is dan één kalenderjaar: winst valt in 31/12 van het jaar
waarin het boekjaar afsluit
Belastbaar tijdperk is maar een deel van het jaar (geen algemene regel)
o Meestal de grensbedragen, max- en min bedragen in verhouding nemen, in x/12
- 15e dag van de maand hoort er nog bij? maand telt volledig (soms dag per dag)
o Afrondingsregels, meestal in veelvouden van 10euro
2
, PERSONENBELASTING
4 Individuele aanslag of gemeenschappelijke aanslag
Synthetische belasting = belast op het totale inkomen, alles wordt bij elkaar gebracht (inkomens
inclusief buitenlandse inkomsten) sterkste schouders dragen de zwaarste lasten
Individuele aanslag voor alleenstaanden en feitelijk samenwonende apart belasten
Gehuwden en wettelijk samenwonenden samen belasten
Feitelijk samenwonenden: hebben hetzelfde domicilie maar daar blijft het bij
Wettelijk samenwonenden: hebben hetzelfde domicilie én hebben dit verklaard in het
gemeentehuis in een contract vallen fiscaal onder het stelsel van gehuwden
o Indien einde wettelijk samenwonen, dien je ook de regels te volgen van het beëindigen
van het huwelijk
o Voordelen die gelden voor gehuwden, gelden ook voor wettelijk samenwonenden
4.1 Echtgenoten / gehuwden
Dienen één gemeenschappelijke aangifte in
Vermelden élk hun eigen inkomsten (2 kolommen op aangifte: linker kolom oudste, rechter kolom
jongste) = 2 aanslagbasissen bepaald
De berekening van de belastingen gebeurt individueel, maar het te betalen / terug te geven bedrag
wordt bepaald door de optelling van beide resultaten
4.2 Wettelijk samenwonenden
Op fiscaal gebied volledig gelijkgeschakeld met ‘gehuwden’
Wettelijk samenwonenden = personen die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
gemeenschappelijke woonplaats een verklaring hebben afgelegd wettelijk samenwonen
Registratie kan ook via een notarieel samenlevingscontract
o Regeling overeenkomen omtrent goederen en inkomsten
o Samenlevingscontract dient bij de notaris opgemaakt te worden voordat de verklaring van
wettelijk samenwonen bij de gemeente wordt afgelegd
Voorwaarden wettelijke samenwoning Einde van wettelijke samenwoning
Overeenkomst kan maar door 2 personen worden Overlijden van een van de partners
afgesloten Huwen van een van de partners
Partners moeten meerderjarig zijn Door overhandiging van een schriftelijke verklaring
Elke partner mag niet verbonden zijn door het van beëindiging aan de ambtenaar van de burgerlijke
huwelijk, noch door andere wettelijke stand (kan eenzijdig of in onderling overleg)
samenwoningsverklaring
Kan ook familiale band zijn
Opmerkingen:
- Als wettelijk samenwonende in een volgend jaar beslissen om met elkaar te huwen, wordt voor het
jaar van het huwelijk, géén afzonderlijke aanslag gevestigd, maar blijven beide partners
onderworpen aan gemeenschappelijke aanslag
- Als de wettelijke samenwoning beëindigd wordt met een verklaring van ontbinding bij de gemeente,
wordt dit fiscaal gelijk gesteld aan een echtscheiding
- De feitelijke scheiding van twee wettelijk samenwonende wordt gelijkgesteld met de feitelijke
scheiding van twee gehuwden
4.3 Alleenstaanden
Één aangifte enkel de linker kolom invullen
Één belastbare grondslag
3
, PERSONENBELASTING
Fiscaal worden volgende personen als ‘alleenstaanden’ beschouwd:
Gehuwde personen, vóór het jaar van het huwelijk / wettelijk samenwonenden, voor het jaar van
de verklaring van wettelijke samenwoning
o Als twee wettelijk samenwonenden in het huwelijk treden, blijven de regels van
gemeenschappelijke aanslag van toepassing voor het jaar van het huwelijk, tenzij de
verklaring van wettelijke samenwoning en het huwelijk tijdens hetzelfde kalenderjaar vallen
(laatste situatie: stelsel van individuele aanslagen)
Gehuwde personen voor het jaar van echtscheiding
o Onder de datum van de echtscheiding, moet worden verstaan: de datum van de
overschrijving van de echtscheiding in de bevolkingsregisters
Wettelijk samenwonenden voor het jaar van de beëindiging van de wettelijke samenwoning
Feitelijk gehuwden / wettelijk samenwonenden voor het jaar dat volgt op het jaar waarin de
feitelijke scheiding heeft plaats gevonden
o Duurzaam en werkelijk afzonderlijk wonen
o Geen vonnis van rechtbank nodig
o Moet worden bewezen door belastingplichtige (attesten of rekeningen)
Gehuwde personen / wettelijke samenwonenden waarbij een van beide partners een
beroepsinkomen heeft gehad van meer dan 12.500euro, dat bij overeenkomst is vrijgesteld zonder
progressievoorbehoud (op grond van een internationaalrechtelijke regel volledig vrijgesteld van
belastingen)
Gehuwde personen / wettelijk samenwoners voor het jaar van ontbinding van het huwelijk /
wettelijke samenwoning door overlijden
o Voor het jaar van overlijden kan de langstlevende partner ervoor kiezen om gezamenlijk
belast te worden
o Als beide echtgenoten / wettelijk samenwonenden in hetzelfde jaar overlijden, kan de optie
voor gemeenschappelijke aanslag gemaakt worden door de erfgenamen of begiftigden van de
laatst overledene
Opmerking:
Personen die samenwonen maar niet gehuwd zijn en ook geen verklaring van wettelijke samenwoning
hebben afgelegd, zijn feitelijke samenwoners geen juridisch gevolg worden fiscaal als
alleenstaanden behandeld
4.4 Inkomsten van kinderen
Belastbare inkomsten van kinderen worden bij de inkomsten van de ouders gevoegd, zolang de
ouders het wettelijk genot hebben van de inkomsten van hun kinderen
Wettelijk genot van de inkomsten van de kinderen = recht dat aan de ouders verleent wordt om de
(on)roerende goederen van de kinderen te gebruiken en inkomsten ervan te genieten, tot de kinderen
meerderjarig of ontvoogd zijn
Voor beide ouders samen. Indien een van de ouders overlijdt recht wettelijk genot voor de
overlevende ouder
Wettelijk genot dooft niet uit door scheiding
Ouders worden op de inkomsten ervan belast
Opmerkingen:
-Beroepsinkomsten en onderhoudsgelden ten behoeve van het kind, dient kind altijd zelf aan te geven
(ook indien minderjarig) eigen aangifte indienen (op naam van kind)
-Kinderen onder het statuut van verlengde minderjarigheid worden met minderjarigen beneden de
15jaar gelijkgesteld en blijven aan het onderlijk gezag onderworpen
-Kinderen die beide ouders hebben verloren, zijn persoonlijk belastbaar op al hun inkomsten (voogd
kan nooit op inkomsten van kinderen belast worden)
4