Samenvatting van het vak notarieel fiscaal recht. In mijn samenvatting staat erfbelasting (en het boek) en registratierechten + de procedure + het gastcollege over familiale ondernemingen en vennootschappen + uitbreng uit vennootschappen. De overige drie gastcolleges (fiscaal misbruik, BTW en cont...
Notarieel fiscaal recht
3 jaar is de verdachte periode. De vlaamse regering neemt zich voor om die periode te verlengen
naar 5 jaar. Ople9en voor het examen! Het is nog niet duidelijk of men die bepaling van drie jaar
ook zal doortrekken naar de derdenbedingen. Het is wel plausibel dat men de periode ook zal
uitbreiden bij de bepaling die zegt dat de goederen die drie jaar voor het overlijden tot de
nalatenschap behoorden, behoudens bewijs van het tegendeel, nog alCjd deel daarvan uitmaken.
De kans is heel reëel dat ook dit 5 jaar wordt.
à 5 jaar voor schenkingen gedaan vanaf 1/1/2025.
Voor de notarissen is vooral Ctel 2 en 3 belangrijk nl belasCngheffing en inning/invordering.
= BelasCng die betaald wordt nav de overgang van het vermogen door het overlijden. De erfgenamen
gaan betalen door de vermogensverschuiving
Je kan ook belasCngen hebben niet door het overlijden maar van het overlijden. Bv je kan vermogen
overdragen naar een verzekeringsmaatschappij en daarbij beding je dat de premie uitgekeerd wordt
naar een begunsCgde. Hier is geen sprake van een erfrechtelijke verkrijging. Dit is een verkrijging
obv een derdenbeding. De wetgever gaat voor de fiscale behandeling dit gelijkstellen met een legaat
om zo belasCngontwijking te vermijden.
FicCef legaat is ook een schenking kort voorafgaand (3 of 5 jaar) aan het overlijden.
Gesplitste aankoop wordt ook gelijkgesteld aan een ficCef legaat. Gesplitste aankoop is een splitsing
van het VG en de BE bij de aankoop door familieleden. De ouders kopen het VG en de kinderen het
BE. De ouders kunnen hun leven nog genieten van het OG, maar bij het overlijden van de ouders,
dooT het VG uit en wast het aan bij het BE van de kinderen. De wetgever stelt dit gelijk met een
ficCef legaat. De volledige waarde van het OG wordt als een ficCef legaat beschouwd. Het is wel
mogelijk als kind om tegenbewijs te leveren: dat er geen bedekte voordeel is
Onderscheid successierechten en erVelasCng: erVelasCng is de verzamelterm voor zowel het
successierecht als het recht van overgang
Dit zijn nu gewestelijke belasCngen: in art 170 staat dat de federale en de deelenCteiten en de lokale
enCteiten een fiscale autonome bevoegdheid hebben. Om te vermijden dat er meerdere malen
dezelfde belasCng wordt geheven: uitsluiCngsmechanismen: als de federale overheid op de materie
zit, moeten de andere enCteiten ervan af blijven. De erVelasCng, de belastbare materie, behoort
tot de federale bevoegdheid, maar het is een gewestelijke belasCng (bijzondere financieringswet).
Ook het verkooprecht en het verdeelrecht en het hypotheekrecht zijn gewestelijke belasCngen.
Vlaanderen heeT beslist om die gewestelijke belasCng de erVelasCng te noemen
1
,Inhoudsopgave
Algemene inleidende beschouwingen ............................................................................................................. 4
Historiek en totstandkoming ............................................................................................................................. 4
Algemene kenmerken ........................................................................................................................................ 4
Aan de belas2ng onderworpen verkrijgingen .................................................................................................. 8
Bepaalde schuldbekentenissen ..................................................................................................................... 12
Schuldbekentenissen ........................................................................................................................................ 12
Schenkingen onder opschortende voorwaarde of termijn van overlijden ..................................................... 13
Ongelijke verdeling van huwgemeenschappen .............................................................................................. 16
Bedingen ten behoeve van een derde ............................................................................................................. 20
Gesplitste aankopen ........................................................................................................................................ 29
Verdeling met toebedeling van een levenslang recht in ruil voor de volle eigendom ................................... 32
Verkoop of afstand met voorbehoud van een levenslang recht ..................................................................... 34
Impact van de lasten op de belastbare grondslag .......................................................................................... 35
Belas:ngplich:gen en belas:ngschuldigen ................................................................................................... 37
Belastbare grondslag .................................................................................................................................... 38
• Waardering van het ac:ef .................................................................................................................. 42
• Passief van de nalatenschap............................................................................................................... 45
Wijze van heffing .......................................................................................................................................... 59
Algemene inleiding ....................................................................................................................................... 60
Materiële bevoegdheid.................................................................................................................................... 60
Formele bevoegdheid ...................................................................................................................................... 61
Bronnen ............................................................................................................................................................ 61
Kenmerken ....................................................................................................................................................... 61
Defini2e (ar2kel 1 W.Reg.) .............................................................................................................................. 62
Soorten registra2erechten (art. 10) ................................................................................................................ 63
Algemeen vast recht (formaliteitsrecht) ......................................................................................................... 64
Specifieke vaste rechten .................................................................................................................................. 65
Registra2everplich2ng-beginselen.................................................................................................................. 65
Rechtshandelingen die moeten worden geregistreerd, wegens het bestaan van een scriptum – openbare
akten ................................................................................................................................................................ 66
Rechtshandelingen die moeten worden geregistreerd, wegens het bestaan van een scriptum –
onderhandse akten .......................................................................................................................................... 66
2
, Indirecte verplich2ng tot registra2e ............................................................................................................... 67
Verplichte registra2e van verklaringen (art. 31 W.Reg. / (68 W.Reg.)).......................................................... 67
Registra2etermijn (ar2kel 32 W.Reg) .............................................................................................................. 67
Personen gehouden tot registra2e en betaling .............................................................................................. 68
Plaats van de registra2e (39 – 40 W.Reg.) ...................................................................................................... 68
Ondeelbaarheid van de registra2eformaliteit ................................................................................................ 69
Registra2e op minuut, brevet of origineel ...................................................................................................... 69
Eisbaarheidsregels van evenredige en specifieke vaste rechten .................................................................... 69
Fiscaliteit en onroerend goed ...................................................................................................................... 104
De onroerende belastbare materie ............................................................................................................... 104
Uitbreng van onroerende goederen uit vennootschappen........................................................................... 109
Decretale bepalingen ..................................................................................................................................... 109
Draagwijdte ................................................................................................................................................... 110
Hoofdvragen .................................................................................................................................................. 111
Voorbeelden ................................................................................................................................................... 116
Het Vlaams gunstregime inzake schenk- en erRelas:ng voor familiebedrijven............................................ 118
Deel I - Vlaams fiscaal gunstregime inzake familiebedrijven ....................................................................... 118
Deel II - Vergelijking van het fiscaal gunstregime in de drie gewesten ........................................................ 134
De procedure .............................................................................................................................................. 139
Erf- en registra2ebelas2ng ............................................................................................................................ 139
Notariële no2fica2everplich2ngen ............................................................................................................... 142
3
, SUCCESSIERECHTEN
Algemene inleidende beschouwingen
Historiek en totstandkoming
• Wet 22 Frimaire jaar VII
• Wet 21 december 1817
• Wet 17 december 1851: pas vanaf dit moment werden er ook belasCngen vereist op erfenissen
in de rechte lijn
• Wet 11 oktober 1919: de overdrachten in rechte lijn werden integraal belast en er werden
progressieve tarievenschijven ingevoerd.
• KB 31 maart 1936 (Wet van 4 mei 1936) è Wetboek der Successierechten (wallonie en brussel)
• Oorspronkelijke bedoeling staat wss in 1919 of 1851
• Wetboek der Successierechten, maar art 3 BFW zorgde voor drie ondervertakkingen
- Vlaams Gewest
- Waals Gewest
- Brussels H. Gewest
- ! Vlaamse Codex Fiscaliteit (Titel 2, Hoofdstuk 7): vlaanderen heeT beslist om het federale
wetboek te gaan opheffen en te plaatsen in Ctel 2 hoofdstuk 7 VCF à enkel nog wetboek
der successierechten voor het Waals gewest en BHG
Algemene kenmerken
• ErVelasCngen zijn “indirecte” belasCngen
- Wat zijn directe belasCngen? De inkomensbelasCngen. Ze gaan over handelingen
gedurende een bepaalde periode, een duurzame toestand
- De indirecte belasCng betreT een in de Cjd aanwijsbaar feit. Het wordt meteen voltrokken.
Bij de erVelasCng is dat feit de overgang van het vermogen nav een overlijden
• ErVelasCngen omva9en 1) het successierecht en 2) het recht van overgang bij overlijden
(arCkel 1.1.0.0.2., lid 1, 9° VCF)
- Successierecht is voor de rijksinwoners die overlijden ó recht van overgang: een niet-
rijksinwoner die overlijdt, maar hier een OG heeT
- Wat is het verschil? Als een overheid iets of iemand wil belasten dan moet men een
aanknoping hebben met het eigen territorium. Bv als een chinees hier een goed heeT,
dan kan er belast worden op de onroerende goederen. Deze belasCng op de overgang van
OG door het overlijden van een niet-inwoner, wordt belast bij het recht van overgang bij
overlijden ó als een duurzame inwoner van belgie overlijdt, dan zal het successierecht
van toepassing zijn.
o Zien we ook bij inkomensbelasCng: een buitenlander wordt ook belast als deze een
inkomen uit belgie verwerT.
• ErVelasCngen zijn “geregionaliseerde” belasCngen, dus je hebt een vlaams, brusselse en
waalse regeling.
- ! Decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13
december 2013 (BS 29 januari 2015)
- Als iemand overlijdt, moet je kijken naar zijn woonplaats
- In andere gevallen (als er in meerdere gewesten is gewoond) moet je kijken waar de
persoon hoofdzakelijk heeT gewoond de voorbije 5 jaar.
• 1) indirecte belasCngen
- ErVelasCngen slaan op één enkel belastbaar feit, m.n. de overgang van vermogen door
(of (soms) naar aanleiding van) het overlijden van een natuurlijk persoon tengevolge van
(art. 2 WSucc. / 2.7.1.0.2. VCF):
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur helena11. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.