Gieten = het maken van een (bijna) eindproduct door te vertrekken van een vloeibare uitgangsvorm
Interessant om te gieten:
• Lage smelttemperatuur TS en viscositeit
• Complex eindproduct
Geschikt als materiaal voor gieten
GIETIJZER
• Grijs Gietijzer: C in vorm van grafiet (zacht) —> grijs breukvlak
1. Lammelair gietijzer (GJL) = lijntjes
- Goed bewerkbaar, geluiddempend, glijeigenschappen, druksterk maar niet treksterk (bros)
- Toepassingen: behuizingen versnellingsbak/turbine, spruitstuk (complex), glijlagers…
2. Nodulair gietijzer (GJS) = bolletjes
- Grotere sterkte, slijtvaster en taaier dan GJL
- Toepassingen: krukas, nokkenas, motorblok
• Wit Gietijzer: ontkoold temperijzer
- C in vorm van cementiet (Fe3C)
- Zeer hard + slijtvast, beter lasbaar dan grijs Lammelair Nodulair Wit
- Smeedbaar na uitgloeien
- Toepassingen: dunwandige gietstukken, wielen, hefbomen, remtrommels
GIETIJZER STAAL
- Bros - Taai
- Hoge druksterkte, lage treksterkte - Treksterkte = druksterkte
- Goed bewerkbaar (grijs) - Bewerkbaarheid hangt af van legering
- Slijtvast + smerende eigenschappen - Slijtvastheid hangt af van legering
- Niet lasbaar - lasbaar
,ZANDGIETEN (niet-permanente gietvormen)
• Model gemaakt van vormvast materiaal
(gedeelde vorm)
• Vormzand
• Naadvorming (kasten)
• Veel nabewerking
• Ruw oppervlak door zand
Openingen in bovenkast:
• Gietloop = metaal aanvoeren
• Opkomer = komen naar boven wanneer vol
—> lucht kan ontsnappen
Wanneer uit vorm gehaald is er te veel aan materiaal
bij openingen —> afzagen + herbruikt
Kern = zorgt ervoor dat materiaal op bepaalde plaatsen wegblijft
Aandachtspunten stollingsproces
• Volumevermindering bij het stollen compenseren door krimptoeslag bij het model
—> model altijd beetje groter dan product
• Slinkholtes vermijden (noodzaak van opkomers)
• Lossingshoek noodzakelijk
• Wanddikte constant houden
• Scherpe overgangen vermijden —> spanningsconcentraties
Vormzand
• Fysisch gebonden: zand + klei + water + bindmiddelen
• Chemisch gebonden: zand + water (= uitharden met cement)
zand + waterglas (= uitharden met CO2)
• Zand + fenolhars —> kernen
VERLOREN WASMODEL (niet-permanente gietvormen)
• Model gemaakt uit was
(ongedeelde vorm)
• Model voorzien van keramische deklaag
= keramische slurry + keramisch zand
stevige laag dus wasmodel niet meer nodig
—> smelten en uitgieten
—> schaal vullen met materiaal
—> schaal losbreken
Voordelen
• Complexe vormen
• Maat- en vormnauwkeurigheid
• Geen naadvorming
• Oppervlaktekwaliteit
• Geen rekening houden met lossingshoeken (was smelt)
, zand
VERLOREN SCHUIMMODEL (niet-permanente gietvormen)
• Model gemaakt uit piepschuim
(ongedeelde vorm)
• Model voorzien van keramische coating (slurry + zand)
• Model vergast tijdens gieten en vloeibare metaal neemt
plaats van schuim over
• Structuur van schuim zichtbaar in product
Voordelen
• Complexe vormen
• Geen rekening met lossingshoeken
• Geen naadvorming
COQUILLE GIETEN (permanente gietvormen)
• Vullen m.b.v. zwaartekracht
• Eenvoudige, kleine stukken
• Matrijs voorverwarmen
—> anders stolt materiaal te snel
Permanente gietvormen
• Gebruik van matrijzen in Temperijzer
of gereedschapsstaal
• Toegepast bij grote aantallen gietstukken
• 100 000 stuks/matrijs
LAGEDRUK GIETEN (permanente gietvormen)
• Gietvorm bovenop warmhoudoven
• Kleine overdruk stuwt vloeibaar metaal in gietvorm
—> hoge dichtheid
HOGEDRUK GIETEN (permanente gietvormen)
• Vloeibaar metaal onder hoge druk gespoten in caviteit
tussen 2 matrijzen
—> hoge dichtheid
• Dunwandige werkstukken
• Grote productieaantallen
, SPUITGIETEN (permanente gietvormen)
• Spuitgieten van kunststoffen
• Onder hoge druk vloeibaar kunststof inspuiten
• Complexe stukken (ook dunwandig tot 0,5mm)
• Gladde + nauwkeurige stukken
• Uitgangsvorm = granulaatkorrels
• Procesparameters
- Druk
- Temperatuur
- Injectiesnelheid = snelheid waarmee schroef naar voor gaat
- Nadruktijd
Schroef transporteert granulaat —> granulaat opgewarmd via wand + wrijving —> zodra er genoeg
materiaal is, verplaatst schroef richting matrijs en duwt materiaal in matrijsholte —> afkoelen in matrijs
• Speciale spuitgiettechnieken
• 2K spuitgieten = meerdere componenten tot één product spuitgieten
- 2 kleuren/componenten/materialen
- 2 schroeven die injecties doen
• Gas- en waterinjectiespuitgieten = gas/water in lichte overdruk spuiten zodat materiaal naar buiten
wordt geduwd
- Steviger + isolatie
• Omspuiten = inserts (bv. metalen schroeven) in matrijs en volledig ingieten
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tb1203. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.