Organiseren en coördineren van de zorg
De nieuwe zorgladder
Uitdagingen in het zorglandschap:
• Groeisector in arbeidsmarkt
• Tekort personeel, vraag overstijgt aanbod
• Knelpuntberoep
• Vergrijzing
• Zorglandschap is veeleisend
Brede hervorming om: job aantrekkelijker te maken en ze klaar te stromen voor uitdagingen
1. Zorgladder
2. Taakdifferentiatie , taakherverdeling en taakverschuiving
3. Bekwame helper en praktijkassistente
Aanpassing wetgeving WUG ➔wet betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen
Modernisering van KB1990 ➔ verpleegkundige handelingen (technische verstrekkingen)
1. De zorgladder
• Zorgkundige niveau 4: specifieke opleiding voor 23 verpleegkundige taken,
gedelegeerd en onder toezicht van een verpleegkundige
Via secundair/volwassenonderwijs of na slagen 1ste jaar
• Uitbreiding meting parameters en observatie a.d.h.v. pijnschalen
• Toediening van medicatie uitsluitend verdovende middelen
• Orale voeding en vocht toediening
• Manuele verwijdering faecalomen
• Verwijderen en her aanbrengen van verbanden/kousen
• Basisverpleegkundige niveau 5: nieuwe titel van vroegere HBO5 ➔overgangmaatr.
B1 + B2 handelingen, afhank. van complexiteit autonoom werken inclusief het
opstellen van een zorgplan (zeer complex ➔ samen met VVAZ of arts)
• Verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg niveau 6: bachelor 4 jaar
Vastestellen zorgnoden en opstellen zorgplan, titel voldoet aan Europese richtlijnen
Aanpassingen: meer autonomie, mogelijkheid tot delegatie
• Gespecialiseerde verpleegkundige niveau 6: opleiding tot specifiek domein,
bekwaam
• Verpleegkundig specialist niveau 7: master vepleegwetenschappen, ontlasting
takenpakket arts➔ nurse-led services, erkenningscriteria KB invoeg vanaf 2025, inzet
heeft positieve effect op meerdere pt-outcomes
• Klinisch verpleegkundig onderzoeker niveau 8: doctoraatsopleiding, samenwerking
met universiteit, doel ontwikkelen nieuwe kennis, brug tussen zorg en onderwijs
,2. Taakdifferentiatie, taakdelegatie en taakverschuiving
/differentiatie: creëren van functies met onderscheid taken etc binnen dezelfde beroepsgroep
/delegatie: vanuit opdracht van bevoegd persoon uitvoeren van taken door een niet-autonome
/verschuiving: herschikken van taken tussen beroepsgroepen
• Logistiek assistent in de zorg: ADL-taken wel, zorgtaken niet
• ADL: niet-gezondheidsbeoefenaar mag deze uitvoeren met toestemming
• Gestructureerd zorgteam: gecoördineerde wijze zorg opnemen voor vooraf bepaalde
groep patiënten en specifiek type van zorg, coördinerend verpleegkundige toezicht
Voorwaarden delegeren: vrijwillig, portfolio, opleiding minstens 3 jaar
3. Bekwame helper:
Is zelf geen verpleegkundige maar mag door delegatie taken uitvoeren buiten een
zorginstelling met statuut, vastgelegd in zorgplan, mantelzorg ontlasten
Praktijkassistente: nieuw paramedisch beroep, ondersteunt de artsen en andere
zorgverstrekkers, technisch-ondersteunende taken, IT, etc. (1,5 jaar graduaat)
Beroepsprofiel & Canmeds-rollen:
➔beroeps-competentieprofielen: beroep omschrijven met bijhorende rollen
➔Essentiële rollen en vaardigheden voor arts en zorgverleners om effectief en patiëntgericht
te werken ➔holistische benadering, onderwijs & training, kwaliteit van de zorg
• Zorgverlener: verantwoordelijke voor zorgproces, klinisch redeneren,
zelfmanagement, vormgeving in samenwerking andere zorgprofessionals
, • Communicator: persoonsgericht- of professionele wijze, optimale informatie-
uitwisseling
• Samenwerker: vertrouwensrelatie door gezamenlijke besluitvorming,
interprofessioneel
• Reflectief professional: professionele ontwikkeling, EBP, zelfreflectie- en evaluatie
• Gezondheidsbevorderaar: preventief gericht analyseren van gedrag/omgeving +
bevorderen van gezond gedrag
• Organisator: regie zorgactiviteiten (correct, effectief en continu), verpleegkundig
leiderschap
• Kwaliteitspromotor: klinische opleiding en mentorschap en kwaliteit van zorg
leveren ➔richtlijnen/standaarden, kwaliteitsmonitoring, FB-systemen/PDCA
Verpleegkundige als organisator van de zorg
➢ Prehistorie: voor het Grieks-Romeinse rijk ➔niet-georganiseerde vorm van geneeskunst en
intuïtief geneeskunde (ook reductionistisch door de focus op het wegnemen van de ziekte)
➢ Bronzen tijdperk: schedel met boorgaten, om slechte geesten te bevrijden die mentale
stoornissen zouden veroorzaken
➢ Griekse oudheid: slavenarbeid: mannen landbouw en industrieel werk, de vrouwen
huishoudelijke taken of zieke huisgenoten verplegen en zorgen voor de kinderen
Hippocrates= Griekse arts en vader van het hedendaags geneeskunde ➔ ontkenning van
goddelijke tussenkomst en bepalen dat ziekte een stoornis is van het organisme
➢ Grieks-romeinse cultuur: genees- en verpleegkunde worden geleidelijk onafhankelijk
Gezonken schip ➔ inzicht geneeskunde en medicatie van toen, vooral mengsel van
plantenextracten (medicinale planten al eerder gevonden maar niet in samenstelling)
Geneeskunde gericht op oorzaak van de ziekte en vooral voor mannen
Verloskunde, zorg voor arme/zieke/slaven was voor vrouwen
➢ Middeleeuwen: abdijzusters ontwikkelen tot helend zorg verlenen door liefdadigheid en
gebaseerd op ervaring (generatie op generatie), geleid door de kerk en gelovigen
➔Algemene ziekenhuizen, voor armen of voor Lepralijders
➢ Einde v/d middeleeuwen: verpleegkennis werd bedreiging voor geneesheren ➔ hekserij en
brandstapel en dus ging veel kennis van verpleegkunde in de vlammen op
➢ Verlichting tot 19e eeuw: renaissance is de donkere periode van verpleegkunde (lage status)
Tekort aan financiële middelen➔enkel minimale behoeften en toenemende preutsheid
Gebrek aan personeel maar NIET voor betere kringen dus rekruten van vondelingen en armen
➢ 19e eeuw: verpleegkundig korps was onbestaande en opleiding bestond niet (lage stand)
vooral in protestante landen, katholieke landen was ziektezorg voor kloosterorden
Stigma door hygiëne, gebrek aan opleiding en gebrek aan medische behandelingen
➢ 2de helft 19e eeuw: heropbloei verpleegkunde door verlangen van emancipatie door meisjes uit
betere kringen, dit gaf ze een gelijkwaardige status als de man: intelligente vrouwen bv.
Florence Nightingale ➔ hygiënische maatregelen en zorg tijdens Krimoorlog, ook oprichting
eerste verpleegsterschool, statistische gegevens voor pleidooi betere gezondheidszorg
➢ Na WOII (jaren 1950-1960): steeds technischere zorg, shift takenpakket van arts naar
verpleegkundige= statusverhoging, invoering van opleiding
➢ 1960 - de witte woede: feminisme en mondigheid, menswetenschappen waarbij patiënt
centraal, ontstaan verpleegkundige diagnoses en theorieën, professionalisering waarbij
behoefte aan wettelijke en financiële waardering (wet op verpleegkunde)