Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Zelfstudeervragen Ethiek €7,36
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Zelfstudeervragen Ethiek

 18 vues  2 fois vendu

Uitgebreide en gedetailleerde zelfstudeervragen ( voor alle hoofdstukken en themacolleges van het vak 'Ethiek (2010RECETH)', gedoceerd door professor Lemmens aan de Universiteit Antwerpen - academiejaar .

Dernier document publié: 1 jours de cela

Aperçu 6 sur 53  pages

  • 6 janvier 2025
  • 6 janvier 2025
  • 53
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
KatInAuto
Zelfstudeervragen Ethiek 2024-2025



Hoofdstuk 1. Ethiek en moraliteit


1. Definieer de begrippen moraal en moraliteit. Leg het verschil én de samenhang tussen beide aspecten van de
morele ervaring uit.
p.3-4


Moraal Moraliteit
= systeem van waarden en normen dat de verhouding = de wijze waarop moraal vanuit een persoonlijk
tussen mensen in een concrete samenleving ordent standpunt wordt beleefd
volgens een gedeelde opvatting van moreel goed en = morele waarden en normen waarmee een individu
kwaad zich bewust identificeert in verhouding tot de ander



1) Onpersoonlijk: overstijgt de individuele overtuiging
2) Collectief gegeven: veronderstelt een morele 1) Persoonlijk: eventueel afwijkend van oordeel van de
gemeenschap en culturele traditie gemeenschap
3) Ervaren als vanzelfsprekend: weinig reflexief 2) Afhankelijk fundamentele gevoeligheid voor moreel
beleefd (objectief sociaal en psychologisch goed en kwaad
fenomeen) 3) Intrinsieke motivatie
4) Doorgegeven via opvoeding en traditie: binnen een 4) Bewuste identificatie
gemeenschap identificeren individuen zich er
spontaan mee
5) Afwijking wordt afgekeurd en aanvaarding
goedgekeurd en bekrachtigd



Samenhang:
- Weerspiegelen allebei een opvatting over goed en kwaad
- Moraliteit is persoonlijker en kan zorgen voor conflicten met de moraal die collectief is
- VB: Antigone: de morele wet: wat de wet zegt moet je volgen: verraders krijgen geen begrafenis. VS. ik
moet mijn broer begaven (moraliteit)




1

,2. Wat is de rol van de praktische rede in de morele reflectie? Aan welke principes moet de morele reflectie
volgens de praktische rede beantwoorden?
p.5-7
• De praktische rede is het vermogen om op rationele wijze na de te denken over de normen en waarden
waardoor men zich in het handelen laat leiden en die, via reflexie en argumentatie, te toetsen aan een objectieve
standaard van moreel en goed en kwaad (= morele reflectie)
=> deze rationale/morele reflectie erkennen als grondslag van normen en waarden / ons handelen
o = functie van de moraliteit van de mens => oordeel en inzicht verwerven in moreel goed en kwaad


• Principes:
o 1) Universaliteit: Praktische reden formuleer een inzicht of rationale overtuiging (over een norm/waarde)
dat moet gelden bij alle gelijkaardige situaties waarop de overtuiging betrekking heeft
§ Bv. “moord is kwaad” > kan men niet oordelen dat in het ene geval het doden van een persoon
ingaat tegen de praktische rede en dat niet doen in een analoog geval
o 2) Onpartijdigheid:
§ Oordeelt zonder onderscheid des persoons
§ Geldt ongeacht hoogst persoonlijke gevoelens of mening t.a.v. een situatie of de betrokken
personen (incl. zichzelf)
§ bv. als je stelt dat je vrienden in nood moet helpen, is het niet in overeenstemming met de
praktische reden om de ene vriend wel te helpen en de andere niet in een gelijkaardige situatie
o 3) Normativiteit: men voelt zich erdoor gebonden
§ bv. Antigone voelde zich gebonden door de stem van haar geweten om de broer toch te
begraven


3. Leg uit: emoties vormen een essentieel onderdeel van de morele reflectie. Illustreer met een concreet
voorbeeld.
p.7-8


• De praktische reden is het vermogen om op rationele wijze na de te denken over de normen en waarden
waardoor men zich in het handelen laat leiden en die, via reflexie en argumentatie, te toetsen aan een objectieve
standaard van moreel en goed en kwaad (= morele reflectie)
o De praktische reden is ingebed in een bredere morele ervaring: mensen oordelen over het moreel goed
en kwaad o.b.v. gevoel en rede, emoties en overtuigingen (die eveneens samenhangen met de
gevoeligheid voor goed en kwaad)
• Twee fundamentele emoties aan de bron van de gevoeligheid voor moreel goed en kwaad:
o 1) Empathie of mededogen met de medemens
o 2) Zin voor rechtvaardigheid.
• Voorbeeld:
o Het handelen van Antigone wordt gestuurd door haar onderliggende emoties van empathie voor haar
broer.
o Als je iemand moet doden die je kent, maar het niet doet




2

,4. Geef de definitie van morele norm en morele waarde en leg de samenhang tussen beide uit.
p. 9-12


Morele norm (of regel) Morele waarde
= specifieke gedragsregel die het handelen en = doeleinde van het handelen dat door de leden van
oordelen van een goep of samenleving ordenen in de samenleving erkend worden als intrinsiek goed en
overeenstemming met de moraal (gangbare systeem een essentieel aspect van het harmonieus samenleven
van normen en waarden) en vanuit de erkenning van de (bv. vriendschap, solidariteit, geluk, menselijke
objectieve standaard van moreel goed en kwaad waardigheid,..)


Þ Moraal = systeem van normen en waarden van een samenleving die opvattingen van moreel goed en kwaad
weerspiegelen
Þ Morele normen maar zijn altijd gebaseerd op op algemene principes of waarden (die door de praktische
reden als elementen van een samenhangend/ coherent waardensysteem worden beschouwd = morele waarde
- de verschillende facetten van het hoogste goed (Aristoteles))
Þ Morele normen verwijzen naar fundamentele waarden en zelfs een standaard van goed of kwaad >< morele
waarden drukken een intrinsiek goed en kwaad uit
Þ Morele normen en waarden kunnen in specifieke omstandigheden conflicteren
Þ Morele normen en waarden kunnen verschillen van cultuur tot cultuur bv. seksuele normen, waarde van
polygamie in Islam
Þ De regulatieve betekenis van morele waarden komt tot uiting in het verplichtend, universeel en intrinsiek
karakter van de normen en regels die uit morele waarden worden afgeleid
o Bv. ‘gij zult niet doden’ (morele norm) < intrinsieke waarde van de menselijke waardigheid


5. Leg het verschil uit tussen meta-ethiek, normatieve ethiek en toegepaste ethiek.
p.13-16


Metha-ethiek Onderzoekt de moraal en moraliteit als specifieke sfeer van het menselijk handelen vanuit
een conceptueel of een empirisch standpunt = descriptief
Normatieve ehtiek Wil vanuit de praktische reden de grondslag van normen en waarden vastleggen vanuit een
zo objectief mogelijke bepaling van moreel goed en kwaad? ® ontwikkeling theorie als
leidraad voor morele reflectie en argumentatie = prescriptief
Toegepaste ethiek Onderdeel van de normatieve ethiek dat zich toespitst op specifieke deeldomeinen van het
praktische leven bv. bio-ethiek, ethiek van de rechtspraktijk



6. Welke band is er tussen de opbloei van de toegepaste ethiek en de legitimeringscrisis van de ethiek in de
20ste eeuw?
p.16 + 18
• Toegepaste ethiek is onderdeel van normatieve ethiek en spitst zich toe op een specifiek deeldomein van het
praktische leven, zoals recht,media… en daarvoor een zo coherent mogelijke morele theorie of systematisch
geheel van morele normen en waarden wil ontwikkelen.
• Legitimeringscrisis = het ontbreken van een consensus over de grondslag van normen en waarden.
• Sommigen zien de opbloei van toegepaste ethiek als teken van de morele crisis van onze cultuur ® door het
gebrek aan zo’n universele grondslag, ontstaat de nood aan expert-ethici die voor een specifiek domein van het
praktische leven (die zijn ontstaan als gevolg van het succes van wetenschap en technologie) een denkkader
ontwikkelen over de specifieke dillema’s in hun domein.

3

, Hoofdstuk 2. Morele reflectie en moderne cultuur


1. Leg uit: de legitimeringscrisis van de hedendaagse ethiek weerspiegelt een diepere crisis in de morele
ervaring van de hedendaagse cultuur.
p.17-18
• Er is heel wat kritiek op onze hedendaagse cultuur.

• Volgens Glover vertrouwde evenwel bijna niet meer in de autoriteit van de moraal op het einde van de 20ste

eeuw i.t.t. aan het begin ® zo veel misgegaan waardoor men is gaan twijfelen aan de grondslag van de

fundamentele normen en waarden en de realiteit van goed en kwaad

o Denk bv. aan de 2 wereldoorlogen, ontwrichting van de familie-en gemeenschapsleven.

o Er wordt gesproken van een moreel verval.

• Nuance: niet langer eensgezindheid meer over de autoriteit van de moraal, maar de mens blijft gevoelig voor de

vraag naar kwaad/goed

• Als gevolg hiervan ontstaat de legitimeringscrisis: gevoel van onbehagen => het ontbreken van een consensus

over de grondslag van normen en waarden waarop de praktische rede kan bouwen

• Symptomen van het moreel onbehagen in de hedendaagse cultuur en samenleving:
o Geen omvattend betekeniskader dat een bindende richtsnoer geeft voor de oplossing van ethische

dilemma’s: gaat gepaard met waardepluralisme, dat leidt tot moreel relativisme

o Toenemend individualisme (zelfverwezenlijking) ® neiging moreel narcisme (‘goed is wat goed is voor

mij’)

o Succes van technologie en wetenschap (differentiëring van de levenssferen – Max Weber -: economie,

wetenschap, religie, recht, politiek: elk hun eigen ‘rationaliteit’)

o Het ontbreken van moreel gezag/wijsheid ® ideologie en blinde macht krijgen de bovenhand
o Onbehagen: ontbreken van een rationele consensus over de fundamentele normen en waarden voor de

geglobaliseerde samenleving van de 21ste eeuw


2. Wat begrijpt Hume onder de disjunctie feit-waarde? Waarom is dit een symptoom van de legitimeringscrisis
in de ethiek vandaag?
p.18 + 19
• Disjunctie feit- waarde = het fundamentele onderscheid tussen wat het geval is (objectieve feiten - is) en wat zou

moeten/behoren (subjectieve waarden - ought) ® waarden en normen kunnen geen logische gevolgtrekking zijn

van een objectief feit (‘is-ought fallacy’: dat iets zo is, is op zichzelf geen argument voor hoe iets zou moeten zijn)

• Hume stelt dat de natuur moreel neutraal is in tegenstelling tot in de middeleeuwen waar men ervan overtuigd

was dat de natuurlijke of kosmische orde ook een stuk een morele orde was bv. bepaalde seksuele handelingen

zijn tegennatuurlijk (tegen de orde van God) en dus slecht.




4

,• Een symptoom van de legitimeringscrisis is het succes van wetenschap en technologie door de triomf van de

instrumentele rede. Het idee van Hume kadert in een periode met zo’n succes, nl. de Verlichting waarbij

wetenschappelijke rationaliteit centraal staat

• Door de scheiding is/ought was er een nieuwe grondslag nodig voor wat goed en kwaad is, aangezien dit nu

niet meer uit de aard der dingen kan worden afgeleid => geen omvattend betekeniskader => legitimeringscrisis



3. Leg het verschil uit tussen 1ste orde moreel relativisme en 2de orde moreel relativisme.
p.20-21

• Moreel relativisme: de positie dat moreel normen en waarden geen universele, objectieve grondslag hebben ®
verschillen van individu tot individu, van cultuur tot cultuur en gaat terug op niet-rationeel fundeerbare gegevens


Þ Twee vormen van relativisme:
`
Eerste orde moreel relativisme Tweede orde moreel relativisme of moreel
sceptisme
= morele normen en waarden, opvattingen = morele normen en waarden, opvattingen
goed/kwaad zijn relatief aan de subjectieve goed/kwaad hebben geen objectieve grondslag in de
ervaringen van het individu (= moreel subjectivisme) praktische rede als zodanig of zijn niet identificeerbaar
of verschillen van cultuur tot cultuur als objectieve realiteit in de werkelijkheid
(=cultuurrelativisme)
ó Geen metafysische theorie: gaat terug op een Is een metafysische theorie over het statuut van de
bepaalde visie op morele ervaring morele W&N als zodanig
ð Er is geen ultieme, absolute rationele
grondslag voor de moraal
ó Wijst niet per definitie af dat alle mensen dezelfde
opvattingen delen over wat ze als moreel goed en
kwaad ervaren, mensen kunnen de facto spontaan tot
dezelfde opvattingen komen
ó Bv. Hobbes stelt dat goed en kwaad niet bestaat Gelooft nog wel in het bestaan van goed en kwaad

4. Definieer ‘moreel subjectivisme’ en geef 3 argumenten waarom deze vorm van moreel relativisme
inconsistent is.
p.21-22 + 23-25


• Moreel subjectivisme = morele normen en waarden zijn relatief aan de subjectieve ervaringen van het individu

® persoonlijke smaak als criterium van moreel goed of kwaad (niemand vergist zich ooit moreel, gezien ‘ik’ het
zo aanvoel)

Þ geen objectieve morele principes

• 3 argumenten inconsistentie (gelden zowel voor moreel subjectivisme als cultuurrelativisme)

o 1) Logisch-epistemologisch argument: dat er onverzoenbare morele tegenstellingen kunnen zijn tussen

culturen of individuen wijst er allen op dat een clash van normen en waarden een feit/gegevenheid is

§ Echter: dit sluit niet uit dat er wel degelijk een universele morele standaard is, die door

confrontatie van morele systemen of overtuigingen kan worden gezocht en uitgebouwd
5

, • Vb. wetenschap à goede en minder goede wetenschap à theorie Popper van

regulatieve idee dat we de waarheid stapsgewijs naderen en bedenking dat dit voor de

moraal ook opgaat.

o 2) Empirisch argument: onderzoek vanuit de moraalwetenschap leert dat de menselijke natuur meer

uniformiteit vertoont dan de relativist voorhoudt

§ bv. in elke cultuur wordt doodslag en moord als ernstig beschouwd > lichamelijke integriteit =

universele waarde

o 3) De morele ervaring steunt op de gedachte dat elk moreel oordeel kan worden verantwoord, rationeel

geëxpliciteerd. Bijgevolg is ook altijd morele discussie, argumentatie mogelijk en kan niet elke moreel

oordeel even valabel zijn.


5. Definieer ‘cultuurrelativisme’ en geef 3 argumenten waarom deze vorm van moreel relativisme inconsistent
is.
p.22-24
• Cultuurrelativisme = morele normen en waarden zijn relatief aan cultuur ® verschillen van cultuur tot cultuur ®

traditie of gewoonte bepaald het ultieme criterium van goed of kwaad

Þ Geen objectieve morele principes

• 3 argumenten inconsistentie (gelden zowel voor moreel subjectivisme als cultuurrelativisme)

o 1) Logisch-epistemologisch argument

o 2) Empirisch argument

o 3) De morele ervaring.

o 4) De cultuurrelativist moet op straffe van inconsistentie aannemen dat een cultuur die intolerant is,

moreel even waardevol is als een tolerante cultuur.


6. Leg uit: ook het seculier humanisme is een morele traditie. Wat betekent dit voor de omgang met de religie
als bron van morele normen en waarden in de context van de liberaal-pluralistische maatschappij?
p.27

• Seculier humanisme: grondslag voor morele argumentatie en reflectie = de mensenrechten – waarvan de

naleving door de liberale rechtsstaat wordt afgedwongen en gesuperviseerd

o Stelt dat er een minimale gedeelde moraal is die boven alle tradities staat à dit is zelf een historisch

gegroeide opvatting, onderscheid tussen ‘recht’/ ‘het goede (individuele keuze)’ waartussen een

overlapping mogelijk, zijnde wat ieders rechten en plichten zijn

• Idee neutrale staat is beste scheidsrechter van morele conflicten > biedt geen antwoord op de vraag

hoeveel plaats religie moet krijgen (en staat ver af van de realiteit)

• Het morele debat moet religies zien als gesprekspartners. Religieus geïnspireerde morele overtuigingen
moeten vertaald worden naar seculiere menselijke waarden: dialoog van vertaling en interpretatie




6

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur KatInAuto. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

51683 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€7,36  2x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté