- Centrum genot vs. pijn (concurreren)
- Implicatie: we nemen beslissingen maar niet rationeel
Heb je nog persoonlijke verantwoordelijkheid als er geen vrije wil is? – Karel de Gucht
Verschillende invloeden:
1. Opleiding: opleidingsniveaus doorgegeven aan kinderen
2. Werkloosheid: afkomst/land bepaalt kans op werk
3. Tolerantie (18 tot 34-jarigen)
4. Man-vrouwrelaties: sociale klassen hebben andere ideeën over relaties
5. Opleidingsniveau en levensverwachting: hogere opleiding zorgt voor hogere levensverwachting
Middenklasse in Vlaanderen:
- Hoog opleidingsniveau
- Hoog inkomen
- Niet openminded
- Respect voor vrouwenrechten in mate
- Hoge levensverwachting
Vrije wil/hersencentra hebben niet alleen invloed, ook vrienden/familie/regering (omgeving) = gevolgen
op ons leven
DE SOCIALE VERBEELDING
Hoe kijkt een socioloog naar de werkelijkheid?
Is vrije wil fictie?
Sociologische verbeelding:
1. De biografie: specifiek verloop omdat we samenleven met anderen
- Levensloop van individu: jeugdbeweging…
2. Levensloop gelinkt aan sociale omgeving: invloed van geheel van sociale relaties
3. Sociale omgeving: resultaat van historische ontwikkeling
- Industrialisatie en urbanisatie bij ons in 19e en 20e eeuw
Sociale verbeelding: sociale relaties bepalen de biografieën van mensen; die sociale relaties zijn echter
zelf het resultaat van een historisch proces.
VAN GEDRAG TOT SAMENLEVING
Bouwstenen biografie en maatschappelijke omgeving (gedrag, sociaal handelen, interactie, context,
structuur en cultuur)
GEDRAG
Actie/reactie van individu met
- Objectief waarneembare dimensie
, - Subjectief waarneembare dimensie
Objectief/externe componenten: door minstens 2 individuen (ego en alter) waargenomen
vb. gesproken woord, gebaren, lichamelijke bewegingen
Subjectief/interne componenten: door 1 individu (ego) waargenomen
- Motivationele component: ultieme drijfveren van handelen die aanzetten/motiveren tot gedrag
vb. winstmaximalisatie, sociale erkenning, zucht naar controle, seksuele lust
- Emotionele component
vb. angst en onrust, schaamte of schuld
- Cognitieve component: beelden die we vormen van werkelijkheid
- Reflexieve component: beeld dat je van jezelf vormt
Analytisch van elkaar gescheiden, maar doorkruisen elkaar in werkelijkheid
vb. innerlijke gevoelens gaan vaak gepaard met specifieke gelaatsuitdrukkingen
SOCIAAL HANDELEN
Handelen = gerichtheid op een object met realisatie van een doel/gedrag met nadrukkelijke
doelgerichtheid
Betekenis van handeling valt samen met mentale projectie die aan handeling voorafgaat
vb. zoeken naar uitgang van lokaal; voorbereiding van het verlaten van lokaal
Handelen gericht op verleden, heden en toekomstige handelen van anderen: sociaal handelen
= actor houdt rekening bij plannen van zijn/haar handelingen met wat anderen deden…
1. Instrumenteel rationeel handelen: doel bereiken binnen bepaalde handelingssituatie
(mensen of objecten)
- Condities: objecten/mensen bepalen voorwaarden waaronder tot doelrealisatie overgegaan kan
worden
= niet te wijzigen elementen
- Middelen: middelen waarover actor beschikt om doel te realiseren
= te wijzigen elementen
- Optimalisatie: actoren wegen af welke middelen het best geschikt zijn
2. Waarderationeel handelen: bewust geloof staat centraal
- Ethisch, esthetisch, religieus…
- Draait niet om optimalisatie van efficiëntie, maar om het volgen van eisen (religieuze roeping,
plichtsgevoel, nastreven schoonheid/persoonlijke loyaliteit)
Onderscheid vinden tussen instrumenteel en waarderationeel handelen: heeft efficiëntie of
waardevolheid de bovenhand?
3. Affectief handelen: gedreven door het navolgen van gevoelens
- Ongecontroleerde reactie op stimulus
- Gerationaliseerd worden
4. Traditioneel handelen: ingeworteld gewoontehandelen door sociale dimensie van het
leven
- Herhaling van eenzelfde handeling leidt tot traditie (verplicht karakter)
- Verleden is bepalend voor vormgeven van toekomst
INTERACTIE
Interactie: handelingen van persoon én reactie van andere persoon
- Als 2 of meer mensen gedeelde/complementaire betekenis aan elkaars handelen geven
- Herkenbaarheid en voorspelbaarheid en betekenisvol
, Sociale interactie: reageren op handelen van anderen en anticiperen op gevolgen van eigen handelen
2 motieven:
- ‘opdat’ motieven: met als doel dat er iets wordt gerealiseerd
- ‘omdat’ motieven
VORMEN VAN INTERACTIE
Interactie neemt vorm aan: beperkt aantal
1. Conformiteit: betekenis die beide partners aan interactie knopen
- Akkoord over wat in situatie zal gebeuren
- Akkoord over hoe die overdracht zal gebeuren
<-> deviantie/afwijking: minstens één van partners houdt zich niet aan regels
2. Samenwerking: sociale eenheden proberen samen een doel te realiseren
- Conformiteit is deelaspect: minimum aan conformiteit
- Ontstaan voorspelbare en geordende samenleving
3. Conflict: tenminste 2 partijen gaan niet akkoord met hoe interactie zal verlopen
- Tegenstelde maar toch verbonden met samenwerking
- Gaan ook over waarden, aanzien en macht
- Conflict is niet louter negatief: fungeert als stimulus voor ontwikkeling van nieuwe regels
4. Ruil: baten of beloningen voor ene, zijn kosten voor de andere
- Kost gecompenseerd door dankbaarheid (publiekelijk zorgt voor toegenomen sociale achting)
DE STOLLING VAN INTERACTIE IN CULTUUR EN STRUCTUUR
Interacties hebben verregaande gevolgen: hieruit groeien cultuur en structuur
Cultuur: gedeelde betekenis die mensen aan het handelen en objecten uit hun omgeving toekennen
- Ideeën over wat goed en slecht is
- Geformaliseerd in waarden, normen, overtuigingen, wetten
Structuur: geheel van posities van actoren en vorm van interacties/relaties tussen die actoren
Sociale orde/stabiliteit vs. sociale verandering/dynamiek
DE CONTEXT
Analyse van structurele en culturele context bij het verklaren van interacties en gedrag
1. Demografische factoren
- Primair: geboortes, huwelijken, migraties en sterftes
- Secundair: leeftijdsstructuur, bevolkingsdichtheid, gemiddelde gezinsgrootte
2. Ecologische factoren: gevolg van adaptatie aan fysisch leefmilieu
- Natuurlijke omgeving: klimaat, bodemgesteldheid…
3. Materiële en technologische factoren: elementen gebruikt ter beheersing van de omgeving
DE SOCIOLOGIE EN HAAR AANVERWANTE DISCIPLINES
Regel 1: sociologen streven naar het vinden van algemene wetmatigheden
Verschil met geschiedschrijving of culturele antropologie: zij hebben concrete gebondenheid aan
specifieke tijd en ruimte
Geschiedschrijving
- (Noodgedwongen) creatieve omgang met informatiebronnen
- Op zoek naar indirecte bronnen van informatie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jinthejonckheere. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.