SAMENVATTING
RECHTSPSYCHOLOGIE
Inhoudsopgave
1. een schets van de (rechts)psychologie..............................................................6
1.1. De oorsprong en geschiedenis van voor eht recht relevante psychologie. . .6
1.2. verschillende voor het recht relevante psychologische disciplines..............7
1.3. de doelstellingen en reikwijdte van de psychologie.....................................7
1.4. de rol van de rechtspsychologie in het licht van verschillende
rechtssystemen................................................................................................... 8
1.4.1. de rechtspsychologie in Angelsaksische systemen................................9
1.4.2. de rechtspsychologie in continentale systemen.....................................9
1.4.3. de doorwerking van de rechtspsychologie in de Belgische
strafprocedure.................................................................................................. 9
2. De binnen de (rechts)psychologie gehanteerde methoden en technieken van
onderzoek............................................................................................................. 11
2.1. de rechtspsychologie als empirische wetenschap......................................11
2.2. de rechtspsychologie: een overwegend kwantitatief experimentele traditie
.......................................................................................................................... 11
2.2.1. van studieobject naar onderzoeksbevindingen....................................12
2.2.2. de betrouwbaarheid en validiteit van onderzoek.................................13
teksten deel 1....................................................................................................... 14
Tekst: Rechtspsychologie een experimentele benadering (Rassin)...................14
Tekst: het experiment in de rechtspsychologie (Van Koppen)..........................14
Teks: over de rechtspsychologie (Horselenberg)..............................................14
3. de waarheidsvinding en procedurele rechtvaardigheid....................................16
4. gerechtelijke dwalingen.................................................................................... 17
4.1. concept...................................................................................................... 17
4.2. prevalentie wereldwijd............................................................................... 17
4.3. de afwezigheid van erkende onterechte veroordelingen in België.............18
4.4. de oorzaken van gerechtelijke dwalingen..................................................19
4.5. Het voorkomen en herstellen van gerechtelijke dwalingen........................21
5. het waarborgen van procedure rechten van de betrokkenen...........................22
5.1. de relevantie van internationele en Europese mensenrechten..................22
5.2. het risico op een schending van het recht op eerlijk proces......................22
1
, 5.3. de impact op andere fundamentele rechten..............................................22
teksten deel 2....................................................................................................... 22
6. bij wijze van achtergrond: enkele basisprincipes met betrekking tot
waarneming en geheugen.................................................................................... 23
6.1. de werking van het geheugen....................................................................23
6.2. invloeden op het geheugen........................................................................24
6.2.1. schema’s.............................................................................................. 26
6.2.2. Suggestie............................................................................................. 26
6.2.3. Sociale beïnvloeding............................................................................ 27
6.2.4. Vergeten.............................................................................................. 27
6.3. Pseudoherinneringen................................................................................. 28
6.4. verdringing en hervonden herinneringen...................................................29
6.5. geheugenverlies voor een delict?...............................................................31
6.5.1. organische amnesie............................................................................. 31
6.5.2. dissociatieve amnesie..........................................................................31
6.5.3. gesimuleerde amnesie.........................................................................32
Teksten hoofdstuk 6............................................................................................. 32
7. het onderzoeken en wegen van scenario’s en het belang van alibi’s...............33
7.1. alternatieve scenario’s............................................................................... 33
7.2. een alibi als startpunt van een alternatief scenario...................................33
7.3. de beoordeling van de geloofwaardigheid en waarachtigheid van een alibi
.......................................................................................................................... 34
7.3.1. de reconstructiefase............................................................................ 35
7.3.2. de validatiefase.................................................................................... 35
7.3.3. de beoordelingsfase............................................................................. 35
7.4. enkele kanttekeningen bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van
alibi’s................................................................................................................. 38
7.4.1. de beoordeling van alibi’s in het licht van verschillende rechtssystemen
....................................................................................................................... 39
7.4.2. de beoordeling van alibi’s door verschillende doelgroepen.................39
teksten hoofstuk 7................................................................................................ 40
8. investigative interviewing: het (ver)horen van betrokkenen............................41
8.1. de centrale rol van verklaringen in (straf)procedures................................41
8.2. verschillende verhoorstijlen en hun impact................................................41
8.2.1. verschillende soorten vragen en basiscommunicatie...........................41
8.2.2. de beschuldigende verhoorstijl............................................................42
2
, 8.2.3. de informatieverzamelende verhoorstijl...............................................43
8.2.4. de Mendez principles: oorsprong, uitgangspunten en principes..........45
8.3. het belang van investigative interviewing in het licht van bescherming van
fundamentele rechten....................................................................................... 50
9. kwetsbare personen......................................................................................... 50
9.1. kwetsbaarheid en kwetsbare personen: what’s in a name.........................50
9.1.1. kwetsbaarheid in de rechtspraak van het EHRM..................................50
9.1.2. kwetsbaarheid in EU instrumenten......................................................51
9.1.3. kwetsbaarheid in academisch onderzoek.............................................52
9.1.4. enkele reflecties met betrekking tot de juridische en academische
aandacht voor kwetsbaarheid........................................................................54
9.2. de kwetsbaarheid van verdachten.............................................................54
9.2.1. naar een omvattende omschrijving van de kwetsbaarheid van
verdachten..................................................................................................... 55
9.2.1.3. het interactieve en dynamische karakter van kwestbaarheid...........56
9.2.2. specifieke waarborgen voor kwetsbare verdachten.............................58
9.2.3. uitdagingen bij de vaststelling van kwetsbaarheid..............................60
9.3. kwetsbare getuigen en slachtoffers...........................................................63
9.3.1. minderjarigen....................................................................................... 63
9.3.2. kwetsbare meerderjarige slachtoffers en getuigen..............................63
9.3.3. specifieke waarborgen voor kwetsbare getuigen en slachtoffers.........64
9.4. enkele reflecties bij de waarborgen voor kwetsbare personen in de
Belgische context.............................................................................................. 66
Teksten hoofdstuk 9............................................................................................. 66
10. op zoek naar de waarheid: leugendetectie.....................................................68
10.1. concepten................................................................................................. 68
10.1.1. leugens, waarheden en waarachtigheden..........................................68
10.1.2. verschillende leugendetectietechnieken............................................68
10.2. fysiologische technieken: de polygraaf....................................................69
10.2.1. algemene uitgangspunten: de polygraaf als omstreden instrument. .69
10.2.2. de tijdens de polygraaf gehanteerde vraagtechnieken......................69
10.2.3. de accuraatheid van de polygraaftest................................................72
10.2.4. het gebruik van de polygraaf in België...............................................73
10.3. verbale leugendetectiesignalen...............................................................74
10.3.1. verschillende verbale leugendetectietechnieken...............................74
10.3.2. de accuraatheid van de verschillende verbale
leugendetectietechnieken.............................................................................. 76
3
, 10.4. een bijzondere vorm van misleiding als obstakel van leugendetectie:
malingering....................................................................................................... 76
10.4.1. het concept veinzen en overdrijven...................................................77
10.4.2. motieven voor malingering................................................................77
10.4.3. het stimuleren van een stoornis.........................................................77
10.4.4. het detecteren van malingering.........................................................78
11. het identificeren van daders: ooggetuigenherkenningen...............................79
11.1. meervoudige confrontaties/lineup procedures.........................................79
11.2. verschillende procedures.........................................................................79
11.2.1. opsporingsdoeleinde vs. bewijsdoeleinden........................................79
11.2.2. de linup vs show-up........................................................................... 79
11.2.3. de sequentiële vs. simultane lineup...................................................80
11.2.4. de foto- vs. video- vs. live-lineup........................................................80
11.3. de in acht te nemen variabelen om de kwaliteit van een lineup en de
uitkomst ervan te beoordelen...........................................................................81
11.3.1. schattingsvariabelen..........................................................................81
11.3.2. systeemvariabelen............................................................................. 83
11.3.3. vertrouwen en postidentificatiefeedback...........................................83
12. Het bekomen en beoordelen van informatie in enkele specifieke niet-
strafrechtelijke contexten..................................................................................... 84
12.1. familierecht: echtelijke geschillen en echtscheidingsprocedures.............84
12.1.1. de waarneming en het geheugen van minderjarigen.........................84
12.1.2. beïnvloeding van minderjarigen.........................................................85
12.2. asielprocedures........................................................................................ 88
12.2.1. een complicerende context en omstandigheden...............................88
12.2.2. culturele verschillen...........................................................................88
12.2.3. de rol en het belang van de tolk........................................................89
12.2.4. de beoordeling van de geloofwaardigheid van verklaringen..............90
12.3. conflicten met betrekking tot merkenrecht..............................................90
12.3.1. verwarring en misleiding....................................................................91
12.3.2. het meten en beoordelen van verwarring en misleidende informatie 91
13. de psychologie over hoe mensen denken en beslissingen nemen.................97
13.1. beslissingen in het dagelijks leven...........................................................97
13.2. rechterlijke en jurybesluitvorming............................................................98
14. bias bij (juridische) besluitvorming.................................................................99
14.1. heuristieken............................................................................................. 99
4
, 14.2. attributie................................................................................................ 100
14.2.1. het belang van schema’s.................................................................100
14.2.2. de drang naar het vinden van oorzaken...........................................101
14.2.3. attributiefouten................................................................................ 101
14.3. enkele specifieke biases onder de loep..................................................103
14.3.1. tunnelvisie, confirmation bias, belief perseverance en hindsight bias
..................................................................................................................... 104
14.3.2. specifieke toepassingen...................................................................105
15. de rol van deskundigen................................................................................ 107
15.1. de meerwaarde van deskundigenexpertise............................................107
15.2. bias bij de besluitvorming door experts.................................................107
15.3. de preventie van ondeugdelijke praktijken en bias................................112
15.3.1. dubbelblindprocedures.....................................................................112
15.3.2. het nationaal register voor gerechtsdeskundigen............................113
15.3.3. richtlijnen voor het deskundigenonderzoek en deskundigenrapport114
16. het belang van de adequate implementatie van procedurele waarborgen en
procedureregels in het algemeen.......................................................................115
16.1. de versterking van procedurele rechten binnen de EU..........................115
16.2. de adequate implementatie van procedurele waarborgen als een
hindernis: 3 toepassingen............................................................................... 115
16.2.1. de complexiteit van het begrijpen vna juridische begrippen en
informatie..................................................................................................... 116
16.2.2. het optreden van de raadsman: van een passieve naar actieve en
gepaste rol................................................................................................... 118
16.2.3. de inschatting van een geïnformeerde en weloverwogen afstand...118
17. het belang van kruisbestuiving tussen psychologie en recht.......................119
18. de noodzaak van toegenomen op bast practices gebaseerde training en
opleiding............................................................................................................. 120
18.1. illustratie: bijkomende opleiding voor strafrechtsadvocaten..................120
18.2. illustratie: investigative interviewing voor reguliere politiediensten en
bijzondere inspectiediensten...........................................................................121
19. naar een verbeterde juridische besluitvorming............................................122
19.1. de kwaliteit van het dossier...................................................................122
19.2. de beoordeling van de validiteit van verklaringen door rechters...........122
19.3. het potentieel en risico’s van recente(re) ontwikkelingen......................123
19.3.1. Guilty pleaprocedures en the disappearing trial..............................123
19.3.2. remote justice en technologische vooruitgang................................126
5
,20. naar gewijzigde overtuigingen en houdingen met het oog op verbeterde
praktijken........................................................................................................... 128
20.1. het faciliteren van de praktische implementatie van academische
inzichten.......................................................................................................... 128
20.2. naar meer ecologisch valide academisch onderzoek op het domein van de
rechtspsychologie........................................................................................... 128
20.3. naar een verruimde scope en toepassingen van de rechtspsychologie. 129
DEEL 1. EEN KORTE INLEIDING IN
DE (RECHTS)PSYCHOLOGIE
1. EEN SCHETS VAN DE (RECHTS)PSYCHOLOGIE
1.1. DE OORSPRONG EN GESCHIEDENIS VAN VOOR EHT RECHT
RELEVANTE PSYCHOLOGIE
Niet nieuw – psychologie kent een lange traditie:
- Psychologie kent +- 50 subdisciplines waaronder de rechtspsychologie
Toepassingen van psychologie binnen het recht: Duitse roots
- Grondlegger Willem stern = Duitser
Verwarring dat het ontstaan is in VS, omdat hij verhuisd is naar VS en
zijn onderzoek daar gedaan heeft
Veel bezig met getuigenverklaringen en hoe ons geheugen werkt
Mock crime studies: misdrijf in scène zetten in aula en verklaringen van
studeten afnemen hieruit bleek dat er veel verschillende
verklaringen waren
o Dus hij ging onderzoeken hoe het komt dat mensen het zo
anders kunnen zien
Focus op de feilbaarheid van het geheugen van getuigen en hun
verklaringen
- Hugo Munsterberg:
Belangrijk werk geschreven
Bouwde voort op Stern
Was heel kritisch op juristen en kritisch dat het recht niet constructief
was waardoor de rechtspsychologie in de verdoeming geraakte
Door zijn kritiek ‘psychology against the law’
Psychologie en recht: een geslaagd huwelijk?
- Kritiek is moeilijk te ontvangen
- Psychologen hebben een andere inkijk, veel wetenschappelijker
Clash tussen psychologie en recht:
6
,Psychologie Recht
Descriptief karakter (data): psychologie is Prescriptief karakter
heel beschrijvend, grote experimenten en dan (regels): bij het recht gaat
achteraf uitspraak doen wat er is gebeurd men op voorhand kijken
Onzekerheid (waarschijnlijkheden): in de Zekerheid &
psychologie is nooit iets zeker bv. duidelijkheid: bij het recht
deskundigenrapport is altijd met een mag er geen twijfel zijn bv.
foutenmarge nooit sluitende zekerheid als er uitspraak gedaan
Hier vooral wringen: ga je op basis van die moet worden mag er
onzekerheid een belangrijke beslissing eigenlijk geen twijfel zijn
nemen bv. inzake voorlopige hechtenis
Globale focus/groepsniveau: gaat vaak over Individuele gevallen
gedrag van een grote groep, uitspraken gaan
enkel op dat niveau gelden
Psychologie geeft nuttige inzichten maar
het kan wringen het toe te passen
1.2. VERSCHILLENDE VOOR HET RECHT RELEVANTE PSYCHOLOGISCHE
DISCIPLINES
Vooral onderscheid tussen twee disciplines van belang:
- Rechtspsychologie
- Forensische psychologie
- (criminologische psychologie)
Specifiekere discipline het gaat om verklaringsmodel voor
criminaliteit vanuit psychologisch oogpunt
Wel raakvlakken met de andere twee disciplines: de kennis vanuit die
disciplines gebruiken op deze
Rechtspsychologie Forensische psychologie
Gegrond in functieleer: kennis over Gegrond in klinische psychologie
waarneming, geheugen en over deviant gedrag van individuen
beslissingsprocessen
Hoofdzakelijk gesteund op empirisch Geen nadruk op empirisch onderzoek;
onderzoek = onderzoek in de wel nadruk op individuele gevallen
praktijk = nadruk op in kaart brengen (interessant voor het recht)
en meten in de praktijk
Nadruk op experimenteel onderzoek: Focus op individuele gevallen bv. taak
een methode die veel gebruikt wordt van een forensisch psycholoog:
in de rechtspsychologie toerekeningsvatbaarheid, psychische
problematiek
Focus van het domein is heel breed: Focus op daders en slachtoffers
Alle actoren, inclusief politiële en
justitiële autoriteiten en advocatuur
Focus hoe mensen met elkaar
gaan reageren
1.3. DE DOELSTELLINGEN EN REIKWIJDTE VAN DE PSYCHOLOGIE
Bestuderen van allerhande menselijke processen:
- Gedrag onder ‘controle’ van het recht
- Invloeden (welke en hoe)
7
, Hoe hebben bepaalde procedures een invloed en op welke manier
Hoe gedragen mensen zich in een bepaalde interactie met elkaar
Niet: hoe reageren mensen op een bepaalde rechtsregel
Sterke focus op tekortkomingen/valkuilen bij bewijsgaring en justitiële
besluitvorming:
- Ook daarom soms een clash, fouten worden aangehaald
- Focus op de valkuilen vanaf het moment dat er iets gebeurd in de realiteit,
vanaf dan spelen bepaalde invloeden
- Kijken hoe rechters tot beslissingen komen en hoe ze aan besluitvorming
doen
Doelstellingen:
- Informeren van juridische procedures en beslissingen
- Best practices en te vermijden praktijken in kaart brengen
Bv. maximumduur op verhoor? Moeten sommige vragen gesteld
worden? kwaliteitseisen aan een verhoor? Opleidingen nodig om te
mogen verhoren?
Brede focus
Vooral ontwikkeld op het domein van het strafprocesrecht
- Bewijsgaring
- Besluitvorming: rechters, politie, OM
Het is een domein waar veel stress speelt en er veel fout kan gaan er
staat veel op het spel
- Wetenschappelijk onderzoek – descriptief, verklarend, evaluatief
(hervorming)
- Getuigendeskundigenexpertise bv. opnamen verhoor bekijken en
evalueren wat men er van vindt
- Adviserende rol (beleid): in beleid
Maar in België = utopie hier worden rechtspsychologen niet vaak
ingeschakeld
1.4. DE ROL VAN DE RECHTSPSYCHOLOGIE IN HET LICHT VAN
VERSCHILLENDE RECHTSSYSTEMEN
Hoofdzakelijk Angelsaksische traditie:
- Verschillen in rechtssysteem daarom hier nog niet zo hard ontwikkeld
8
,Minder sterk ontwikkeld in continentale landen
Impact op invulling van het gevoerde onderzoek
Impact op de geldigheid van de onderzoeksbevindingen
Sterke groei tijdens afgelopen decennia wereldwijd
1.4.1. DE RECHTSPSYCHOLOGIE IN ANGELSAKSISCHE SYSTEMEN
Common law traditie:
- Wordt verwacht gekend te zijn!
- Overwegend accusatoire procedure
- Staat vs. Actieve en autonome verdachte/beklaagde/beschuldigde
- Rechter als onpartijdige scheidrechter: nadruk op debat ter terechtzitting
1.4.2. DE RECHTSPSYCHOLOGIE IN CONTINENTALE SYSTEMEN
Civil law traditie (zoals het bij ons is)
- Inquisitoir: de bewijsgaring lift helemaal niet in je handen, je kan wel zelf
stukken aandragen maar toch ligt nadruk anders
- Politiële en justitiële autoriteiten actief betrokken bij onderzoek
- Veeleer passieve rol voor de partijen in het geding: veel focus op het
strafdossier, minder belang aan het mondeling gedeelte
- Nadruk op het vooronderzoek
1.4.3. DE DOORWERKING VAN DE RECHTSPSYCHOLOGIE IN DE
BELGISCHE STRAFPROCEDURE
Toegenomen wisselwerking tussen beide systemen, ook zichtbaar in België:
- Er komen steeds meer accusatoir elementen in onze inquisitoire procedure
bv. verhoor: in een accusatoire procedure mag er een advocaat bij het
verhoor zijn evident omdat de verdediging actief deelneemt aan
bewijsgaring
Belgische context: inquisitoir heeft langer geduurd voordat advocaat
bij verhoor
Toegenomen belang van inzichten uit Angelsaksische landen voor continentale
landen
Maar …
- Beperkte implementatie in de praktijk
Er wordt niet echt moeite gedaan om de inzichten van de
rechtspsychologie een rol te laten spelen
- Beperkte invloed op beleids(her)vorming/juridische procedure
Polygraaf was geregeld in omzendbrieven, nu een artikel over. Er
werd geen mening gevraagd van experten.
9
, - Verklaringen?
In België nog niet echt grote rampen aan het licht gekomen en
daardoor nog geen beroep op rechtspsychologie gedaan
10
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xxjjbb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.