Bijzonder jeugdrecht
Inleiding tot het strafrecht: Deel IX ‘Recht voor
welzijnswerkers’
Inleiding
Waarom moet men straffen?
Jeugdrecht is een afwijking van strafrecht, strafrecht geldt voor meerderjarigen. -
18 behandelen we op een andere manier of gaan straffen als die een delict
plegen. ‘jeugddelinquentierecht’
Verschillende visies op straffen: ‘daarmee kom je niet weg, hier moet je een
sanctie voor krijgen’ & ‘wat gaan we doen om die persoon terug op het rechte
pad te krijgen in de toekomst?’
Laatste jaren enorm veel wijzigingen om mensen hun idee/houding te laten
veranderen.
Hoe moet men straffen?
Heeft straffen zin? Draagt het opsluiten van iemand bij aan hoe die persoon uit
de gevangenis komt?
Conflict tussen sanctioneren en begeleiden van gevangenen
Jongeren kunnen worden opgesloten in een instelling.
Het misdrijf
Indelingen van misdrijven
- Overtredingen (politierechtbank – verkeersovertredingen)
- Wanbedrijven (correctioneel)
- Misdaden (assisen)
Deze categorieën hangen samen met de zwaarte van de straf. Het hangt
ook samen met wie ze berecht.
Koen Geens, voormalig minister van justitie (varia)
Wetten van Potpourri = Er is geprobeerd om vanalles te correctionaliseren,
om ook de zwaarste misdaden naar de correctionele rechtbank te
verplaatsen wegens subjectiviteit van de volksjury & daarnaast niet
vertrouwd zijn met het recht.
Men heeft dit teruggefloten, men wou dat er een professionele rechter
oordeelde.
De kwalificatie
= omschrijving van wat je verkeerd gedaan hebt
Bv. opzettelijke slagen en verwondingen
Wie bepaalt dat? Openbaar Ministerie/Parket van procureur des
konings/substituut
1
,Bijzonder jeugdrecht
De bestanddelen van het misdrijf
1) Materieel bestanddeel, er moet iets fysieks gebeurd zijn.
2) Wederrechtelijk, het recht verbiedt het, het is tegen het recht.
3) Zedelijk bestanddeel, je moet de intentie hebben om een misdrijf te plegen.
Heel moeilijke component!
4) Strafwaardig, er hangt een straf aan vast.
Heel groot probleem binnen het recht: je mag het niet doen, maar er
hangen geen sancties aan vast
Rechtvaardigingsgronden
= uitzondering op de wederrechtelijkheid in bepaalde situaties wordt uw
handeling gerechtvaardigd
- Wettelijk voorschrift/bevel overheid, bv. dokter mag wel in buik
snijden
- Wettelijke zelfverdediging, bv. getuige van en reactie op groot fysiek
geweld
- Noodtoestand, bv. natuurrampen waarbij je eerste fiets neemt om te
ontsnappen
- Toestemming, bv. als slachtoffer toelating gegeven heeft, euthanasie
o Hele moeilijke, wordt bijna nooit gebruikt.
Ontoerekenbaarheidsgronden
= uitzondering op zedelijk bestanddeel
- Geestesstoornis, bv. psychose
- Overmacht, bv. moeder die haar zoon wurgt in zijn slaap omdat
minderjarige zoon drugsverslaafd en zette haar onder druk voor geld & stal
van zijn moeder, moeder ten einde raad
o Hele moeilijke, veel voorwaarden moeten vervuld worden vooraleer
‘overmacht’ het zedelijk bestanddeel kan wegnemen.
1. Wilsvrijheid moet volledig zijn uitgeschakeld
2. Er moet een dwang zijn die op het ogenblik van het misdrijf,
niet ervoor of erna
3. Dwang moet vreemd zijn aan de wil van de dader
- Dwaling zelf eens opzoeken!
o Feitelijke dwaling = Je wist niet dat je een fout aan het maken
was, zeer moeilijk toe te passen, bv. vrije radio organiseert
voetbaltoernooi met plaatselijke politie, dit mag niet maar dan
hadden ze wel gedacht dat de politie hen hier op zou aanspreken.
o Rechtsdwaling = je vergist je over het constitutioneel bestanddeel
van het recht, bv. je parkeert je op een plek voor rolstoelgebruikers
maar hebt het bord niet gezien
o Vanaf 1/1/2019 in Vlaanderen hebben we een eigen
jeugddelinquentierecht
2
, Bijzonder jeugdrecht
Strafbare poging & strafbare deelneming
Poging = je hebt het geprobeerd maar het is niet gelukt, bv. poging doodslag
Deelneming = zonder dat jij bij de actie betrokken was, had het misdrijf ook niet
kunnen plaatsvinden aka medeplichtigheid, bv. levering van auto voor de overval
- Mededaderschap: je bent er zelf echt bij
- Medeplichtigheid: je bent er niet bij, maar zonder jouw tussenkomst had
het misdrijf niet kunnen doorgaan
De straf
Indeling van straffen
Voortgaand op het strafbaar feit dat je pleegt en wie de straf uitspreekt
Hoofdstraffen:
- Criminele straffen => vrijheidsberoving
o Hechtenis
o Opsluiting
- Correctionele straffen => er wordt gepoogd om het straffen te
gebruiken als stok achter de deur en eerst via andere manieren kijken of er
een gedragswijziging kan gebeuren
- Politiestraffen
- Werkstraf, komt in de plaats van een andere straf, opdracht waarbij je u
maatschappelijk dienstbaar stelt, het is een vorm van dienstverlening bij
een openbare instelling, niet in de plaats van iemand zijn werk
o Kan enkel wanneer beklaagde (zijn advocaat) daar toestemming
voor geeft, je doet dit in je vrije uren, kan niet voor alle straffen
- Elektronisch toezicht, straf thuis (binnen uren) uitzetten met enkelband
- Autonome probatiestraf
1. Uitstel = geen effectieve gevangenisstraf, maar met uitstel (zie
geldboete)
2. Opschorting = feiten worden bewezen verklaard maar geen
veroordeling
3. Probatie = er wordt geen gevangenisstraf opgelegd als er aantal
voorwaarden moeten voldaan + er hangt altijd een andere straf aan
vast (gevangenisstraf), bv. geen strafbare feiten, werk zoeken,
drugsbehandeling, begeleiding om af te kicken
- Geldboete, werkt op 2 manieren: met uitstel, bv. €1000 waarvan helft
met uitstel
Dubbele werking: €500 effectief & €500 blijft boven het hoofd
hangen wanneer men nieuwe gelijkaardige feiten pleegt wordt ook
deze effectief
Om niet altijd de wet te moeten aanpassen heeft men bij de
geldboete beslist om met een opdeciem (8) te werken, dit om de
zwaarte te laten doorwegen
Vaak gevangenisstraf achter de hand wanneer men niet
betaalt
Bijkomende straffen:
3