Recht is alomtegenwoordig en van belang voor alle burgers.
Recht is een geheel van algemeen geldende regels, opgelegd door de samenleving, via haar vertegenwoordiger
met als doel: de maatschappij ordenen. Wordt dit niet nageleefd, dan wordt het gesanctioneerd door een
wettelijk systeem van sancties.
rechtsregels zijn afdwingbaar!
BEGRIPPEN
OBJECTIEF RECHT VS. SUBJECTIEVE RECHTEN
Objectief recht:
= gedragsregels, afdwingingsregels en wijzigingsregels
Subjectieve rechten:
= een bepaalde bevoegdheid die je krijgt op bepaalde objecten of t.a.v. bepaalde personen
RECHTSSUBJECT VS. RECHTSOBJECT
Rechtssubject:
= persoon die subjectieve rechten en plichten kan hebben.
Heeft rechtspersoonlijkheid, dit zijn natuurlijke en rechtspersonen.
Rechtsobject:
= zaak waarover de rechtssubjecten hun subjectieve rechten kunnen uitoefenen.
DWINGEND VS. AANVULLEND RECHT
Dwingend recht:
= regels die moeten worden nageleefd.
Een inbreuk hierop wordt gesanctioneerd met de nietigheid.
We verdelen het onder in 2 categorieën:
1. Regels van openbare orde: essentiële belangen van de gemeenschap
2. Regels van louter dwingend recht: private belangen
Aanvullend recht:
= rechtsregels waarvan mag worden afgeweken.
Gelden enkel indien partijen niets anders hebben voorzien. We hebben dus 2 keuzes:
1. De aanvullende bepalingen van de wet volgen
2. Een afwijkende overeenkomst sluiten
INDELING VAN HET RECHT
INTERN RECHT – NATIONAAL PRIVAATRECHT
= regels m.b.t. relaties tussen burgers onderling.
Zij hebben in principe contractsvrijheid (= bevoegdheid om vrij over zijn subjectieve rechten te beschikken).
Deze vrijheid wordt wel beperkt door het dwingend recht, subjectieve rechten van anderen en het verbod van
rechtsmisbruik.
1
,INTERN RECHT – NATIONAAL PUBLIEKRECHT
= regels m.b.t. verhoudingen tussen burgers en overheid & bevoegdheden en organisatie van de overheid en
de verhoudingen tussen overheidsinstellingen.
De overheid heeft de bevoorrechte positie om:
Algemeen geldende regels uit te vaardigen
Beslissingen opdringen aan burgers
Strafrechtelijke vervolging en vrijheidsberoving
INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
= bepalen welke nationale wetgeving toepasselijk is op situaties/relaties met vreemde (buitenlandse)
elementen.
INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
= regels m.b.t. verhoudingen tussen staten onderling, verhoudingen tussen staten en internationale
organisaties & inrichting en werking van internationale organisaties.
LEERSTUK 1: DE KRACHTLIJNEN: BELGIE IS EEN MEERGELAAGDE DEMOCRATISCHE
RECHTSSTAAT (PRINSES ELISABETH MAG MET VROUW TROUWEN & WE STREDEN OM TE STEMMEN)
BELGIË IS EEN STAAT
ONTSTAAN VAN BELGIË
ONTSTAAN VAN STATEN – ALGEMEEN:
Vroeger hadden we het oorspronkelijk ontstaan, vandaag de dag gebeurt het op de afgeleide manier.
Afgeleid ontstaan:
Dekolonisatie = kolonie verwerft juridische onafhankelijkheid
Vb. Congo (1960)
Secessie = bevolkingsgroep scheidt zich met bepaald grondgebied af van bestaande staat
Vb. Kosovo (2008)
België is ontstaan door een secessie.
Dismembratio = staat valt uiteen in verschillende staten
Vb. Splitsing Tsjechoslowakije in Tsjechië en Slowakije (1993)
Fusie = verschillende staten richten samen 1 nieuwe staat op of laten de ene opgaan in de andere
Vb. eenmaking West- en Oost-Duitsland (1990)
ONTSTAAN VAN BELGIË:
Val van Napoleon – Congres van Wenen (1815)
Men beslist hier dat de Zuidelijke Nederlanden aan de Noordelijke Nederlanden worden gevoegd om
samen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden te worden en te dienen als bufferstaat in het centrum
van Europa om de Franse macht onder controle te houden. Het staatshoofd was Willem I.
De zuidelijke provincies waren al snel ontevreden:
o Politieke ondervertegenwoordiging
o Inmenging in Kerk
o Beknotting persvrijheid
o Toen reeds: taalconflict
o Economische en socio-culturele tegenstellingen
Monsterverbond
Vereniging van mensen die 1 gemeenschappelijk doel hadden: het verzetten tegen Willem I.
2
, In 1830 voeren ze een voorlopig bewind in die op 4 oktober 1830 de Belgische onafhankelijkheid
uitroepen. Daarna vormen ze een nationaal congres dat een Belgische grondwet opstellen (7 februari
1831). Op 21 juli 1831 legt de eerste Belgische koning Leopold I de eed af.
BELGISCHE GRONDWET:
Definitie:
Basis van de Belgische rechtsorde
Basisovereenkomst tussen overheid en burger
Meest fundamentele rechtsregel – hoogste wet van het land
Inhoudelijk:
Het is de organisatie en werking van de staatsorganen: hoe de instellingen georganiseerd zijn
en hoe de burgers zich tot die instellingen verhouden.
Te respecteren grondrechten = grenzen aan de uitoefening van de staatsmacht: keerzijde van
de medaille, wij leven pas de geschreven regels na als we ook minimale grondrechten krijgen
Twee functies:
Juridisch: rechtsregels (leggen de hoofdlijnen van de staatsstructuur vast), die verder worden
uitgewerkt in allerlei wetten en uitvoeringsbesluiten
Symbolisch vb. eendracht maakt macht
Grondwet 1831:
Op verschillende vlakken breuken met verleden vb. Macht van de koning wordt ingeperkt
Vooruitstrevende catalogus van grondrechten
Sindsdien: herhaaldelijk gewijzigd
Eind 19e – begin 20ste eeuw: kiesrecht
Vanaf 1970 zijn er verschillende staatshervormingen geweest
Na WO II: opname van nieuwe grondrechten
17 februari 1994: Gecoördineerde Grondwet
= de grondwet wordt opnieuw overzichtelijk gemaakt na alle wijzigingen.
Bijzondere, complexe procedure tot herziening van de grondwet
Vlaamse Grondwet?
neen, maar ze hebben wel een zekere constitutieve autonomie (= bevoegdheid om bepaalde
aangelegenheden zelf te regelen die constitutioneel (=grondwettelijk) zijn).
CONSTITUTIEVE ELEMENTEN VAN DE BELGISCHE STAAT
STAAT:
= een rechtssubject, met specifieke kenmerken (juridische voorwaarden):
Afgebakend grondgebied = grond, water en luchtruim
BE: Grenzen zijn vastgelegd in het Verdrag van Maastricht (1843)
30.689 km2
Permanente bevolking = staat oefent op duurzame wijze gezag uit over een groep van personen. We
hebben hierbij de eigen onderdanen en vreemdelingen (vb. persoon met Braziliaanse nationaliteit die
in België woont)
BE: 1 januari 2023: 11.697.557 (13% niet-Belgische nationaliteit)
Effectieve overheid = overheid die in staat is wetten te maken, te besturen en recht te spreken.
BE: Federale overheden, deelstatelijke overheden, lokale overheden en rechtscolleges.
Soevereiniteit =
o Extern: andere staten hebben niet het recht om zich te moeien met andere
landen.
3
, o Intern: België bepaalt zelf hoe hij zijn rechtsordening doet.
Onafhankelijkheid = overheid is in staat op eigen gezag relaties te onderhouden met andere staten.
BE: art. 167 GW. Vb. lidmaatschap VN, diplomatie, sluiten van talloze verdragen…
Internationale erkenning (politieke voorwaarde) = erkenning (= bevestiging van het bestaan van een
andere (nieuwe)staat) door voldoende andere staten.
BE: Veel buurlanden hebben onze onafhankelijkheid al snel erkend in de Conferentie van Londen.
Nederland deed dit pas in 1839 bij het Verdrag van Londen.
STAATSVORMEN
GRAAD VAN INDIVIDUELE VRIJHEID:
Politiestaat Rechtsstaat
Overheid kan eenzijdig optreden Regels komen democratisch tot stand
Overheid is niet gebonden door eigen regels Overheid is gebonden door eigen regels +
Geen onafhankelijke rechterlijke macht voldoende actiemiddelen om misbruik van
gezag te vermijden
Garantie grondrechten
Onafhankelijke rechterlijke macht
Autoritair regime (Liberale) democratie
Concentratie van macht Bevolking neemt deel aan het politieke beleid
Geen vrije, eerlijke verkiezingen Vrije, eerlijke verkiezingen
Eenheidspartij Politiek pluralisme
Uitschakelen politieke oppositie
ONAFHANKELIJKHEID VAN DE DEELGROEPEN:
Eenheidsstaat Federale staat
Soevereiniteit = centrale overheid Soevereiniteit =
Decentralisatie/deconcentratie mogelijk - Federale staat
- Deelstaten
Vb. Frankrijk
Vb. Amerika, Duitsland, België
KENMERKEN VAN HET FEDERALISME:
Autonomie:
Gemeenschappen en gewesten: zelfstandige rechtspersonen hebben eigen wetgevende en uitvoerende
organen.
Participatie:
Deelstaten nemen deel aan besluitvorming op nationaal niveau. Vb. deelstaatsenatoren
Coöperatie:
Deelstaten werken samen, onderling en met de federale staat. Vb. federale loyauteit,
belangenconflictprocedure
België is geen standaardmodel:
Het heeft geen hiërarchie: wetten = decreten = ordonnanties
Geen deelstatelijke grondwetten, wel constitutieve autonomie
Hoog gerechtshof dat toeziet op naleving bevoegdheidsverdelende regels (Grondwettelijk Hof).
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisedesmaele. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.