Section IV: The cardiovascular system
Chapter 17: Organization of the cardiovascular system
Lymfesysteem
Is verweven met het vasulaire systeem.
Circulatie lymfevocht door contractie gladde spiercellen rond capillairen van
lymfesysteem, bij ophoping vocht zet capillair uit wat contractie van gladde spiercellen
stimuleert.
• Zuurstofrijk bloed wordt vanuit linker ventrikel rondgepompt naar alle
lichaamdelen behalve de longen
• LV → aorta → arteriën → arteriolen → capillair netwerk → venules → venen → RA
Pulmonaire circuit:
• Zuurstofarm bloed komt RA binnen en gaat via RV naar de longen
• RV → pulmonaire arteriën → long capillairen → pulmonaire venen → LA
Bloeddruk
Diastolische bloeddruk:
• bloeddruk tussen twee hartslagen, tijdens de diastole. Dit is dus de onderdruk en
wordt bepaalt door de weerstand van de bloedvaten en volume bloed.
Systolische bloeddruk:
• bloeddruk tijdens hartcontractie, tijdens de systole. Dit is dus de bovendruk en
deze wordt bepaald door de diastolische bloeddruk en het volume bloed dat
tijdens de hartcontractie door het hart wordt uitgepompt ( stroke volume).
Bloeddruk is het hoogst in arteriën en neemt met de afstand af, laagste in de venen
Druk in systemische circuit is hoger dan is pulmonaire circuit
30
,Chapter 19: Ateries and veins
Flux F
Hoeveelheid bloed dat per tijdseenheid door een bloedvat loopt
F = ΔP/R = ΔV/Δt
met ΔP = verschil in bloeddruk tussen twee punten (mmHg) (bv tussen aorta en
vena cava, dit is de drijvende druk)
en R = weerstand in het bloedvat of totale weerstande doorbloede regio
Verschil in bloeddruk systemisch en pulmonaire circuit
Dit verschil is te wijten aan de ratio tussen bloedvolume en weerstand
- Totale bloedvolume bij een volwassene is 5 liter dat verdeeld is over systemisch
en pulmonair circuit aan ratio 85/10 en 5 in de hartkamers
- Volume bloed dat per tijd door LV en RV wordt uitgepompt (F) blijft gelijk
- Oppervlakte is iets groter in pulmponaire circuit
- Voor een parallel circuit van weerstanden R moet je de weerstanden optellen als
1/R
Minder volume en kleiner weerstand van doorbloede regio resulteert in lagere
bloeddruk
Snelheid v
De snelheid waarmee het bloed door een bloedvat stroomt hangt af van de flow en de
oppervlakte van de regio.
F = A*v
De snelheid neemt af ter hoogte van de capillairen en is het hoogst in de aorta en de
vena cava.
Referentiepunt bij het cardiovasculaire systeem is het hart en de druk is hier gemiddeld
95 mmHg in rust (verandert bij inspanning). ΔP de drijvende druk is in het systemische
circuit ongeveer 85 mmHg (verschil druk in aorta en vena cava). Bij rechtstaan is er ook
een hydrostatische druk waardoor de bloeddruk in onderste ledematen toeneemt en in
het hoofd afneemt. De “netto” drijvende druk om bloed rond te pompen blijft behouden.
31
, Weerstand R
Berekening via de wet van Poiseuille:
Hierbij is
- l de lengte van het bloedvat: dit is vast
- n de viscositeit van bloed: deze kan toenemen door oa te veel glucose of
dehydratatie
- r de straal van het bloedvat: wordt gereguleerd door ANS
Bloed flow (F)
Geen obstructie: flow is laminair
Flow is recht evenredig met de drijvende druk, ook snelheid neemt dan toe. Kritisch punt
bereikt: flow wordt turbulent
Turbulente flow resulteert in een ruis, dit kan toegepast worden om de bloeddruk te
meten met stetoscoop.
Het bereiken van deze kritische snelheid is dus ook afhankelijk van de weerstand en
door detectie van “turbulente” flows (ultrasounds) kunnen slecht doorbloede regio’s en
obstructies in bloedvaten worden gedetecteerd.
Bloeddrukbepaling adhv Korotkoff tonen
Tonen hoorbaar wanneer druk in de manchet en dus op het bloedvat tussen de systole
en de diastole is.
Druk boven de systole: geen bloed flow en dus ook geen tonen
Druk onder diastole: bloed flow is laminair dus geen tonen hoorbaar
Relatie tussen drijvende kracht en bloed flow
Relatie is niet lineair zoals verwacht uit de wet van Poiseuille. Dit doordat een vaatwand
flexibel is en kan uitzetten = compliance van bloedvaten
OSy stimulatie
vasoconstrictie in systemisch circuit, flow daalt
vasodilatatie in pulmonaire circuit, flow stijgt
32
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur denevejolien. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.