Definities soorten pijn:
• Onderscheid gemaakt tss 3 verschillende soorten v pijn:
o Nociceptieve, neuropathische en nociplastische pijn
o Internationale Vereniging voor Studie v Pijn (IASP)
• Definieert deze typen v pijn als volgt:
Nociceptieve pijn:
• = Pijn:
o Ontstaat door daadwerkelijke of dreigende schade aan niet-neuraal weefsel
o Agv activering v nociceptoren
• Deze term gebruikt om:
o Pijn beschrijven bij normaal functionerend somatosensorisch neurogeen systeem met
neuropathische pijn
o Waarbij abnormaal functionerende v somatosensorisch neurogeen systeem
Neuropathische pijn:
• = Pijn veroorzaakt door laesie of ziekte v somatosensorische ZS
• Onderscheid tss perifeer en centraal neuropathische pijn:
o Waarbij letsel v aandoening zich situeert in perifere v centrale somatosensorische medeweten
• Term lesion -> vaak gebruikt:
o Wnnr diagnostische tests abnormaliteit vertonen:
▪ (Vb. medische beeldvorming, biopsieën etc.)
o Wnnr er duidelijk trauma was
• Term disease:
o Normaal gebruikt wnnr reden v letsel bekend:
▪ (Vb. CVA, diabetes mellitus etc.).
Nociplastische pijn:
• Pijn -> ontstaat door veranderde nociceptie ondanks geen duidelijk bewijs:
o V daadwerkelijke of dreigende weefselbeschadiging -> activering b perifere nociceptoren
veroorzaakt
o Voor ziekte of laesie v somatosensorische systeem dat pijn veroorzaakt
• Mixed pain:
o Belangrijk om te weten dat combi v verschillende types v pijn aanwezig bij eenzelfde ptn
o In dit geval spreken we vaak v ‘mixed pain pattern’
• Initieel werd mixed pain gezien als overlap v nociceptieve en neuropathische symptomen
,Kenmerken v verschillende types v pijn:
Nociceptieve pijn:
• Voornamelijk bepaald door perifere nociceptive input naar CZS
• Daarom min of meer proportioneel aan mate v deze nociceptieve afferente input of ernst v
weefselschade
• Typisch v mechanische aard:
o Pijn proportioneel beïnvloed door bepaalde houdingen en bewegingen -> betrokken structuren
belasten of ontlasten
o Bepaalde houdingen of bewegingen -> pijn duidelijk uitlokken:
▪ Terwijl andere houdingen of bewegingen pijn doen afnemen
• Goed lokaliseerbaar + beperkt tot gebied rond betrokken structuren:
o Al kan er wel gerefereerde pijn aanwezig in uitgebreider pijngebied
o Pijn zich bevinden:
▪ Op anatomisch logische plaats
▪ In gekende gebieden v gerefereerde pijn
• Bij normaal herstel:
o Acute nociceptieve pijn verdwijnen ifv fases v weefselherstel
• Subtype v nociceptieve pijn = inflammatoire pijn:
o Letsel v bewegingsapparaat -> inflammatoir proces ontstaan op plaats v schade:
▪ Leiden tot perifere of primaire sensitisatie
▪ Typisch vb. inflammatoir proces dat optreedt na enkeldistorsie
• Persoon -> nociceptieve klachten in meer dan lichaamsregio -> kunnen aan elkaar gerelateerd:
o Vb. knieklachten ontwikkelen owv veranderd stappatroon door pijnlijke hallux valgus
• Bij KO:
o Testen min of meer consistent positief en negatief:
▪ Pijn gereproduceerd bij bepaalde testen -> betrokken structuren belasten
o Testen die structuren niet belasten -> eerder negatief
• Pijn:
o Gereproduceerd bij structuurpalpatie, gesteld dat structuren opp genoeg liggen
o Ook proportioneel aan belasting of druk uitgeoefend op structuren
• Antalgisch(e) houding of bewegingspatroon:
o Aanwezig om betrokken structuren te ontlasten
• Opgelet, bij aanwezigheid v duidelijk (perifeer) inflammatoir proces:
o Structuren gesensitiseerd (primaire hyperalgesie) -> lichte druk of belasting reeds pijnlijk
o Echter, pijnlijke druk beperkt blijven tot lokalisatie v betrokken structuren, en niet verspreid
over groter gebied
,Nociplastische pijn:
• Nociplastische pijn:
o Vaak disproportioneel aan belasting op structuren
o Relatie tss belasting en pijn minder of soms niet consistent aanwezig
o Vaak geassocieerd met bepaalde risicofactoren op chronische klachten zoals:
▪ Maladaptieve cognities (vb. catastroferen)
▪ Duidelijke psychologische stressoren (familie, werk, …)
• Pijn:
o Typisch meer verspreid aanwezig, in lokaties -> anatomisch niet of minder logisch zijn:
▪ Vb. niet in typisch gebied v gerefereerde pijn of in bezenuwingsgebied v perifere zenuw
o Vaak ook hyperalgesie/allodynie aanwezig in groter gebied v lichaam
• Klachten bilateraal aanwezig of kunnen klachten migreren v plaats naar andere:
o Zo kan ptn:
▪ Ene keer aangeven dat klachten zich vooral situeren thv knie
▪ En week later aangeven dat vooral heup pijnlijk
o Soms ontstaan klachten aan 1 zijde, en krijgt ptn na verloop v tijd ook klachten aan andere
o Opgelet, soms -> logische verklaring:
▪ Persoon die ander gangpatroon aanneemt kan gezonde zijde immers anders gaan belasten
• Ptn met dominant nociplastische pijn:
o Rapporteren typisch ook andere problemen -> niet direct gerelateerd aan MSK systeem, zoals:
▪ Vermoeidheid
▪ Slecht slapen
▪ Slechter concentreren
▪ Overgevoeligheid voor stimuli zoals licht of geluid
• Typische vb v personen met dominant nociplastische pijn -> ptn met:
o Fibromyalgie
o Chronisch whiplash geassocieerde stoornissen
• Bij ptn met chronische LRP:
o Ongeveer 25% dominant nociplastische pijn
o Terwijl ongeveer 2 op 3 ptn dominant nociceptief beeld:
▪ (Kleine minderheid heeft dominant neuropatische pijn)
• In KO komt disproportionaliteit tss belasting en pijn tot uiting:
o Vele testen -> pijnlijk
o Geen consistent verhaal of logische anatomische/biomechanische verklaring voor provocatie:
▪ Zoals dit geval bij nociceptieve pijn
• Typisch -> hoge(re) irritabiliteit aanwezig:
o Hyperalgesie/allodynie aanwezig in wijdverspreide gebieden -> anatomisch niet logisch:
▪ Vb. pijn bij lichte aanraking of druk
o In sommige gevallen -> bij actief onderzoek bewegingsangst waargenomen
• Hulpmiddel voor diagnostiseren v nociplastische pijn = Central sensitisation inventory (CSI):
o Meeteigenschappen v CSI zijn goed
, • Verschillende criteria dienen als volgt geïnterpreteerd:
o 1. (Dis)proportionaliteit v pijnervaring:
▪ Hangt niet enkel af v pijnintensiteit die ptn ervaart
▪ Om (dis)proportionaliteit v pijn te evalueren -> rhm:
• Eventuele letsels (vb. scheur van MCL ter hoogte van knie)
• Bevindingen op MBV -> gerelateerd aan:
o Pijnklachten
o Duur v probleem (klacht proportioneel aan verwachte weefselherstel?)
▪ Normaal -> pijnklachten bij frozen shoulder langer aanwezig dan na graad I enkeldistorsie
▪ Rhm proportionaliteit v pijnklachten tov mechanische belasting
o 2. Diffuse pijn:
▪ Heeft vooral tmm feit of pijn al dan niet anatomisch logisch verklaarbaar
o 3. CSI >40:
▪ Deze cut off waarde -> gebruikt voor verschillende lichaamsregio’s:
• Waarde voor kniepijn -> zelfde als voor LRP
▪ Vele vragen in CSI - betrekking op zaken die niet direct gerelateerd aan MSK systeem
▪ -> Nagevraagd:
• Of mensen overgevoelig voor licht
• Of ze zich moeilijk concentreren
• Of ze weinig energie hebben
Nociceptieve pijn:
• = Pijn:
o Komt v schade of bedreigde schade v niet-neurale weefsels
o Agv activatie v nociceptoren (IASP defenitie)
• Lokale pijn of in anatomisch logische plaatsen (vb gerfereerd) -> geen wijdverspreide pijn
• Mechanische pijn:
o Duidelijke provocatie/reductie bij houdingen en bewegingen
o Pijn komt v belasting v pijnlijke structuren + als belasting weg -> pijn verminderen
• Indien trauma zal pijn proportioneel aan weefselherstel
• Reageert vaak op traditionele medicatie zoals NSAID’s
• Consistente pijnpatronen (in KO)
• Gelokaliseerde pijn bij palpatie, geen wijsverspreide hyperalgesie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lrs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.