1) Wat is recht?
4 elementen:
1. Gedragsregels & -normen
Wat mag, moet, verboden?
Art. 144 OBW, Art. 147 OBW, Art. 162 OBW
2. Doel
Ordenen maatschappelijk leven (orde scheppen & rechtszekerheid)
3. Opgelegd door de overheid
Vb. niet gokken onder 21
4. De regels zijn afdwingbaar
De naleving van een bepaalde regel verzekeren d.m.v. juridische
procedures
Vb. Taliban scherpt strikte regels voor vrouwen verder aan: niet
praten & zingen
2) Indeling van het recht
Objectief recht: rechtsregels op zich, los van de toepassing op een concreet
geval
Subjectief recht: aanspraken die een persoon ten aanzien van ene andere
persoon laten gelden gebaseerd op het objectief recht
Materieel recht: regels die rechten toekennen en plichten opleggen
Formeel recht: regels die aangeven hoe de naleving van het materiële recht
verzekerd kan worden (= procesrecht)
, 3) De bronnen van het recht
Waar vinden we de rechtsregels terug?
1. De wetgeving
a. Internationale verdragen
Verorderingen: algemene en volledige reglementeringen die rechtstreeks van
toepassing is in alle lidstaten (Art. 288 VWEU)
Richtlijnen: aantal regel die door de nationale overheid van de diverse lidstaten
verplicht moet worden opgenomen en verwerkt in de eigen wetgeving (bindend
resultaat) (Art. 288 VWEU)
Besluiten: bevatten regels die van toepassing zijn op de daarin aangeduide
bestemmeling (staat, bedrijf of persoon) (Art. 288 VWEU)
Internationale verdragen tussen 2 lidstaten
Treffen een regeling over welke rechtbanken bevoegd zijn in geschillen waarbij
meerdere nationaliteiten betrokken zijn, welk recht dan toepasselijk is,
dubbelbelastingsverdragen, …
Vb. uitwisselingsverdrag met Iran over gevangen
b. De grondwet
Regelt de inrichting van de machten binnen de staat en waarborgt de
fundamentele rechten en vrijheden van de burgers
Vastgelegd aan wie de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht binnen
een staat toekomen
Kan niet zomaar gewijzigd worden speciale procedure
c. Wetten, decreten en ordonnanties
d. Koninklijke Besluit (KB)
Besluiten die door de Koning (in de praktijk door ministers) worden genomen en
die nodig zijn voor de uitvoering van bepaalde wetten
Besluiten van de gemeenschaps- en gewestregeringen
De regionale Koninklijke Besluiten
e. Ministeriële Besluiten en besluiten van een lid van de
gemeenschaps- en gewestenregering
f. Provinciale en gemeentelijke besluiten
, 2. Rechtspraak
= de beslissingen van rechters in concrete zaken
Rechters moeten wet interpreteren (uitspraak motiveren binnen een redelijke
termijn)
Alleen bindend tussen partijen in het geding
Beslissingen van hoven en rechtbanken vormen de rechtspraak, die ons leert hoe
een rechter de wet in een concreet geval toepast
3. Rechtsleer
= het geheel van wetenschappelijke publicaties over juridische aangelegenheden
Niet bindend, enkel gezaghebbend
Boeken en artikels die te vinden zijn in juridische tijdschriften
Een geheel van opinies over het recht en de interpretatie ervan
4. Gewoonte – billijkheid
Gewoonte = gevestigd gebruik dat in een samenleving algemeen als bindend
wordt beschouwd, zonder dat het schriftelijk neergeschreven is in een wet (Art.
1.1 BW)
2 elementen moeten aanwezig zijn:
- Een algemeen geldende, openbare en herhaalde gedragingen moeten bestaan
- De subjectieve overtuiging is vereist dat deze gedraging geldt als rechtsnorm
Billijkheid = alles wat redelijk en rechtvaardig wordt beschouwd
, Hoofdstuk 2: de ondernemingsrechtbank
Ondernemingsrechtbank:
- Bevoegdheden
Geschillen tussen ondernemingen (let op: ook niet-ondernemingen
die een vordering tegen een onderneming instelt, maar niet
andersom)
Geschillen inzake vennootschappen, verenigingen of
stichtingen
Geschillen inzake intellectuele eigendomsrechten
Geschillen inzake marktpraktijken (vb. vordering tot staking)
Geschillen met betrekking tot wisselbrieven
Geschillen en vorderingen die rechtstreeks verband houden met
een insolventieprocedure (faillissement en gerechtelijke
reorganisatie)
…
- Samenstelling
9 ondernemingsrechtbanken (Antwerpen, Brussel
Nederlandstalig, Brussel Franstalig, Leuven, Gent, Eupen, Luik,
Henegouwen, Waals-Brabant)
1 beroepsrechter + 2 lekenrechters (komen uit het
bedrijfsleven, benoemd door de Koning voor 5 jaar) + griffier
(advies horen van een magistraat van het Openbaar Ministerie =
parket)
- Procedure
Dagvaarding of verzoekschrift (eiser de verweerder voor de
bevoegde rechtbank brengt)
Openbare terechtzitting (partijen bepleiten hun zaak)
Vonnis (rechter velt zijn oordeel)
Hoofdstuk 3: algemene begrippen van
burgerlijk recht
1) Gebiedende en aanvullende rechtsregels
Van gebiedende rechtsregels mag nooit worden afgeweken
Aanvullende rechtsregels hebben daarentegen enkel uitwerking voor zover de
partijen via een overeenkomst geen afwijkende regeling overeenkwam
Dwingend recht = rechtsregels ter bescherming van een partij die door de wet
als zwakker wordt beschouwd (vb. huurovereenkomst)
Openbare orde = rechtsregels die de essentiële belangen van de staat of
gemeenschap raken of die in het privaatrecht de juridische grondslagen bepalen
waarop de maatschappij rust (vb. strafrechtelijke bepalingen)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur leonvaneygen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,76. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.