BELGISCH PUBLIEKRECHT
INLEIDING
Recht = rationeel opgebouwd geheel van door de overheid uitgevaardigde en via sancties afdwingbare normen
die dienen tot organisatie, handhaving of herstel van de openbare orde
- Rationeel opgebouwd geheel van regels op verschillende niveaus bv. Vlaamse regering, Vlaams
gewest… moeten regels uit grondwet ook respecteren en uitvoeren
o Vertoont onderlinge samenhang
o Systeem met eigen begrippenkader, onderlinge basiswaarden
- Geïntegreerd systeem die onze maatschappij ordent
o Creëert orde: niet het recht van sterkste, maar de sterkte van het recht
o Evenwicht rechtszekerheid en billijkheid
- Regel schenden = sanctie, bv. moord is niet enkel een morele regel, maar staat ook in het
strafwetboek
o Kan worden afgedwongen =/ moraal, godsdienstige regels, afspraken binnen
familieverband…
- Recht in interactie met mpp!
o Probeert in te grijpen op mpp
o Maar mpp heeft even goed constante invloed op recht
Zoals mpp reacties bv. boeren op klimaatwetgeving etc. kan invloed hebben op
recht
Hoogste onderscheid/summa divisio tussen:
1. Privaatrecht = beheerst de situatie van en de relaties tussen particuliere (rechts)personen
Bv. verhoudingen tussen burgers onderling zoals vennootschappen, huwelijken…
2. Publiekrecht = beheerst de situatie van en de relaties tussen overheid en particuliere
(rechts)personen en overheden onderling
Top-down benadering waarin de overheid zaken dwingend gaat opleggen aan bepaalde (categorieën
van) burgers bv. belastingen, omgevingsrecht…
onderscheid is niet altijd duidelijk:
- Gerechtelijk recht: bevat (procedure)regels over organisatie rechtbanken beide dimensies
- Huis kopen: zowel privaatrecht (relatie koper - verkoper) en publiekrecht (belastingen…)
Onder publiekrecht behoort ook het:
- Staatsrecht: grondwettelijk recht (= basiswet), maar ook bijzondere wetten zoals scheiding der
machten
- Bestuursrecht: regels met betrekking tot uitvoerende macht sensu lato
- Mensenrechtenrecht
- Strafrecht
- Sociaal recht…
,KERNBOODSCHAP
België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa
- Meergelaagd: op verschillende niveaus zoals het Belgische niveau, supranationale niveau,
internationale verplichtingen, maar ook binnen België (WM en UM, gemeenten…)
- Democratisch: verkiezingen
- Rechtsstaat: overheid is ook onderworpen aan het recht en staat dus niet boven het recht
- Europa: we maken deel uit van de EU
DE GRONDWET ALS BASIS: TIJDLOOS, MAAR EV OLUTIEF
Grondwet als werkwoord: er moet altijd aan de grondwet gewerkt worden om die vrijheden overeind te
houden maatschappij op democratische manier ordenen
- Persoonlijke vrijheid
- Persvrijheid
- Vrijheid van verenigingen
- Vrijheid van godsdienst
- …
1. DE BELGISCHE STAAT
1.1. HET ONTSTAAN VAN STA TEN
Juridisch gezien zijn er verschillende mogelijkheden voor het ontstaan van een staat (m.u.v. Zuidpool)
Heerschappijen evolueren en ontwikkelen bepaalde machten staten
- Oorspronkelijk ontstaan
o Lap grond dat van niemand was (nu is dit niet meer mogelijk; alles is geclaimd)
- Afgeleid ontstaan
o Dekolonisatie
Vooral in de 20e E: België had Congo, VS waren Engelse kolonie… het werd
gepercipieerd als heerschappij van niemandsland nieuwe machtsevenwichten in
de wereld
Kolonies die afhankelijk worden
o Secessie (= afscheiding)
Bepaalde onderdelen van een staat worden autonoom/onafhankelijk, scheuren zich
af van de staat bv. Kosovo heeft zich afgescheurd van Servië, Zuid-Soedan van
Soedan…
Oorspronkelijke staat blijft bestaan
België is ook zo ontstaan
o Dismembratio
Uiteenvallen van staten in onafhankelijke staten, afscheuren van bepaalde landen
bv. Slovenië, Tsjechoslowakije
Oorspronkelijke staat splitst zich op in nieuwe staten
o Fusie
2 of meerdere afzonderlijke landen die 1 nieuw land vormen
, Bv. Duitse eenmaking na val Berlijnse muur terug souvereine staat (
dismembratio)
1.2. HET ONTSTAAN VAN BELGIË (1830)
- Congres van Wenen (1814)
o Men wou de macht van de Fransen beperken en vermijden dat er terug een scenario zoals die
van Napoleon tot stand zou komen = oorlogen. Op het congres heeft men dan de beslissing
gemaakt om bufferstaten te creëren, met de bedoeling om een neutrale staat te vormen
o Stuk van Frankrijk tegen Nederland geplakt om een sterker land te vormen en bepaalde
stukken van Duitsland
- Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815) officieel bufferstaat tot stand gekomen
o Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden samen onder het gezag van vorst Willem I, met zijn
eigen wetten frustraties in het Zuiden op verschillende domeinen
- MAAR zuidelijke provincies snel ontevreden
o Fricties door Willem I: zeer autoritair
o Economische tegenstellingen: zuidelijk was industrialisatie, noordelijk handel
o Politieke ondervertegenwoordiging van zuidelijke provincies i.t.t. noordelijk
o Inmenging in Kerk (onderwijs): noorden was protestants, zuiden katholiek
o Beknotting persvrijheid: kranten die negatief waren moesten stoppen
o Toen reeds: taalconflict (hij wou het zuiden vernederlandsen)
- Gevolg: monsterverbond van zuidelijke elites (katholieken en liberalen)
o Culminatie van spanningen: protest tegen beleid Willem I
o Voorlopig bewind: onafhankelijkheid 4 oktober 1830
Te danken aan opera ‘De Stomme van Portici’
Afscheiding zuidelijke provincies
Maar nog geen juridisch bindend ontstaan van staat
- Na onafhankelijkheid heeft nationaal congres ook grondwet opgesteld in ’31 als tegenreactie op
Willem I: met scheiding der machten, uitvoerende macht, vrijheden…
Leopold was van oorsprong Duits en had goede connecties met de Britten nieuw
koninkrijk België werd snel erkend door Duitsland enz.
1831: grondwet en eedaflegging Leopold I
Samenloop van historische elementen die leiden tot onvrede staatsvorming
1.3. DE BELGISCHE STAAT
4 constitutieve kenmerken van een staat:
1. Permanente bevolking
o 1/01/’24 +11 miljoen inwoners
o Verband persoon – staat via nationaliteit
2. Afgebakend gebied
o Waarop je (overheids)gezag kunt uitoefenen; “dit grondgebied is van mij”
, o Verdrag van Maastricht (1843) voor België
o Veranderlijk (bij wet)
3. Effectieve overheid (wetgeven, besturen, rechtspreken)
o Federale staat, deelstaten, steden, rechtscolleges…
4. Onafhankelijkheid
o Diplomatie, lidmaatschap VN, talloze verdragen…
Staten = lid worden van internationale organisaties + erkend worden daartoe
Maar ook een 5de declaratieve voorwaarde:
5. Internationale erkenning
o Declaratieve handeling: staat is voldaan aan die 4 kenmerken
constitutief karakter: men vestigt het
o Bevestigen bestaan van nieuwe staat
Bevestiging internationale instellingen met gezag
o Erkenning van staten, niet van regeringen
o België: Verdrag van Londen (1839)
Gevolgen van kwalificatie als staat:
- Rechtspersoonlijkheid
= juridische entiteit die kan functioneren in het rechtsverkeer. Staten kunnen autonoom in
het rechtsverkeer optreden
Extern: t.o.v. andere landen, kan internationaal optreden in rechtsverkeer/ter
verantwoording worden gehouden, bv. België bestaat juridisch gezien
Intern: gezag uitoefenen binnen rechtsorde bv. belastingen, regels aan onderdanen
opleggen… maar ook aansprakelijk worden gesteld voor fouten
De staat heeft de rechtspersoonlijkheid, ministerie is slechts een orgaan!
- Soevereiniteit
= eigen baas als staat, niemand kan iets opleggen en omgekeerd ook niet
Extern: gelijkheid tussen staten, dus non-interventiebeginsel waarbij je niemand
anders iets kunt opleggen
Intern: staat mag eigen rechtsorde bepalen; institutionele keuzes die een andere
staat niet mag opleggen
Art. 33 Gw: “alle machten gaan uit van de Natie” soevereiniteitsgedachte, natie
slaat op bevolking uit het verleden, heden en toekomst
Art. 34 Gw: bevoegdheidsoverdracht aan internationale organisaties toegelaten
laat wetgever toe om machten over te dragen naar andere supranationale
instellingen
- Rechtsmacht
= uitvoeringshandelingen zijn territoriaal
m.u.v. diplomatieke posten of consulaten die zich bevinden op het grondgebied,
maar eigenlijk worden beschouwd als deel van de staat waarvan ze zijn