Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Oefententamen inc antwoorden Methoden&Technieken €3,49
Ajouter au panier

Examen

Oefententamen inc antwoorden Methoden&Technieken

 5 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Hieronder een oefententamen bestaande uit 50 vierkeuzevragen, een casusvraag en open vragen. Gebaseerd op het tentamen van vorig jaar. Alle tentamenstof wordt erin behandelt, en is is op het niveau van vorig jaar. Hiermee heb ik een 7,6 gehaald. Ik hoop dat het jullie helpt. Onderin een antwoordenb...

[Montrer plus]

Aperçu 2 sur 12  pages

  • 15 janvier 2025
  • 12
  • 2024/2025
  • Examen
  • Questions et réponses
avatar-seller
Oefententamen Methoden en Technieken van Onderzoek (Inclusief Antwoorden)
Oefententamen Methoden en Technieken op basis van tentamen 2024

Deel 1: Meerkeuzevragen (50 vragen, 30 punten)

1. Welke van de volgende kenmerken hoort niet bij de empirische cyclus van De
Groot?

a) Observatie​
b) Inductie​
c) Operationalisatie​
d) Evaluatie

2. Wat is een verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek?

a) Kwalitatief onderzoek gebruikt cijfers; kwantitatief onderzoek gebruikt teksten.​
b) Kwalitatief onderzoek zoekt naar patronen; kwantitatief onderzoek beschrijft unieke
gevallen.​
c) Kwalitatief onderzoek is idiografisch; kwantitatief onderzoek is nomothetisch.​
d) Kwalitatief onderzoek maakt gebruik van hypotheses; kwantitatief onderzoek niet.

3. Wat is een vereiste voor causaliteit in onderzoek?

a) Variabelen moeten een sterke correlatie hebben.​
b) De oorzaak moet voorafgaan aan het gevolg.​
c) De oorzaak en het gevolg moeten beide kwalitatieve data zijn.​
d) Er moet sprake zijn van mediatie.

4. Bij een onderzoek wordt gebruikgemaakt van een gestratificeerde steekproef. Wat
houdt dit in?

a) Een steekproef waarin respondenten willekeurig worden geselecteerd uit de populatie.​
b) Een steekproef waarin respondenten worden ingedeeld in categorieën en daarna
willekeurig geselecteerd.​
c) Een steekproef waarbij bestaande groepen worden onderzocht.​
d) Een steekproef die wordt gebaseerd op gemaksselectie.

5. Wat is de juiste volgorde van de stappen in de empirische cyclus?

a) Inductie, observatie, toetsing, evaluatie​
b) Observatie, inductie, toetsing, evaluatie​
c) Evaluatie, toetsing, observatie, inductie​
d) Toetsing, observatie, evaluatie, inductie

6. Welke van de volgende opties is geen voorbeeld van een causale relatie?

a) Roken leidt tot een verhoogd risico op longkanker.​
b) Hoog inkomen zorgt voor een betere gezondheid.​

, c) Lange werkuren zijn gerelateerd aan stress.​
d) Het aantal ijsverkopen stijgt door hogere temperaturen.

7. Wat betekent de term 'confounder' in een onderzoek?

a) Een variabele die het effect van de onafhankelijke variabele versterkt.​
b) Een variabele die het verband tussen twee andere variabelen verstoort.​
c) Een afhankelijke variabele die wordt gemanipuleerd.​
d) Een onafhankelijke variabele die geen effect heeft.

8. Wat is een belangrijk kenmerk van een longitudinaal onderzoek?

a) Het wordt uitgevoerd op één tijdstip.​
b) Het onderzoekt veranderingen over een langere periode.​
c) Het maakt gebruik van kwalitatieve data.​
d) Het omvat uitsluitend experimentele methoden.

9. Wat is een voorbeeld van een nominale variabele?

a) Leeftijd​
b) Geslacht​
c) Lengte​
d) Inkomensniveau

10. Wat houdt triangulatie in bij onderzoek?

a) Het combineren van kwalitatieve en kwantitatieve methoden.​
b) Het gebruiken van meerdere onderzoekers.​
c) Het toepassen van verschillende steekproefmethoden.​
d) Het gebruiken van geavanceerde statistische analyses.

11. Welke meetniveau's zijn gerangschikt van laag naar hoog?

a) Nominaal, ordinaal, interval, ratio​
b) Ratio, interval, ordinaal, nominaal​
c) Nominaal, interval, ordinaal, ratio​
d) Interval, ratio, nominaal, ordinaal

12. Wat is het doel van een controlevariabele?

a) Om de steekproef representatief te maken.​
b) Om alternatieve verklaringen voor het effect uit te sluiten.​
c) Om het effect van de afhankelijke variabele te meten.​
d) Om de externe validiteit te verhogen.

13. Welke steekproefmethode verhoogt de kans op representativiteit het meest?

a) Sneeuwbalsteekproef​
b) Gemakssteekproef​

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentRUG. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

65507 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€3,49  5x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté