Sam envatting pre- en protohistorie P2
H7 :W aarom kw am en de culturen in de Egeïsche w ereld
t i j dens de brons t i j d t o t een ui tz onderli jk e bloei?
Instap: Sir Arthur Evans en het ‘labyrint van Knossos’
Sir Arthur Evans: 1851 -1941
- Opgraver Knossos (vanaf 1900): kocht stuk grond waarop hij een site opgraaft en
reconstrueert
- Uitvinder naam Minoïsche cultuur afgeleid van koning Minos (mythologie)
- Noemt gebouw in Knossos een paleis met een labyrint (verbonden kamers) (FOUT!!)
- Reconstrueert het paleis met een behoorlijke dosis fantasie: de verhalende bronnen zijn
niet kritisch (fictieve en moraliserende elementen): naamgeving en chronologie zijn vaak
fou t.
Waarom is op het eiland Kreta de bloeiende Minoïsche bronstijdcultuur ontstaan?
Si tuering: t i j d 3000- 1100 v.C .
hoogtepunt: 2000-1450 v.C. = ‘paleistijd’
Situering: ruimte Kreta + invloedssfeer uit de Egeïsche wereld maritieme invloed
De Minoïsche paleizen
Term ‘paleis’? - Beeldvorming vanuit Evans zijn standplaatsgebondenheid
- Projectie van Britse situatie op de Minoïsche samenleving
Welke/waar? - 4grote paleizen: Knossos, P haistos, Malia, Kato Za kros
- Veel verschillende kleinere paleizen
Opbouw? - Open gebouwencomplex: geen verdedigingsmuren
- Opgebouwd rond centrale binnenkoer in openlucht
- Rondom 4 vleugels met elk een vaste onderverdeling in kamers en
gangen: het is geen labyrint,
wel zeer gestructureerd
- Gelijksvloers: opslagplaatsen en
werkruimten
- H outen b ov env erdieping,
bereikbaar via trappen
woonvertrekken, ruimtes
voor rituelen, entertainment
- Zuilen ondersteunen bovenverdieping (versmallen naar beneden toe)
- Monumentale structuur is afwezig
- Versiering: fresco’s
Activiteiten? - Processies, banketten, vertoning elite: enkele keren per jaar
gebruikt door grote groep
Wat? - = koercomplexen (gebaseerd op de vorm)
- Centrum lokale macht? bestuur omliggende gebieden: dorpen + stad
gehele omgeving is te zien + begrenzing door heuvels +
bergheiligdom
, Economisch domein: - Landbouw: basis economie
akkerbouw: granen, olijven, druiven
vee t eel t schapen en gei t en
- Handel: Egeïsche en Middellandse zee
Minoïsche handelsvloot
sterke handelsmacht = thalassocratie = maritieme macht
ruileconomie
- Ambachten: wol, brons, keramiek
- Koercomplex = herverdeelcentra? Vooral luxeproducten!
Cultureel domein: - Verfijnde, kwaliteitsvolle keramiek
- Verfijnde kunstnijverheid
- Bronsmetallurgie
- Kleurrijke fresco’s
- Innovaties in de architectuur (vb: koercomplexen)
- Geloof: natuurreligie? (vb: bergheiligdommen)
gedeelde Minoïsche ideologie/geloof?
o Hoorns in het koercomplex van Knossos
o Minoïsche figurine van een vrouw met slangen in beide
handen, geïnterpreteerd als Slangengodin
o Dubbele bijlen uit goud, gevonden in een
Kretenzische grot + dubbele bijlen in reliëf = labrys
o Stieren in allerlei materialen
Sociale domein: - Onderlinge verbondenheid via ideologie en/of geloof
- Vrouw prominente positie in samenleving? (vb: fresco’s en
figurines)
- Sociale differentiatie = ongelijkheid (blijkt uit graven)
Politieke domein: - Geen aanwijzingen voor politieke eenheid lokale machten
- Elite heerst over omliggende omgeving vanuit koercomplex
- Logisch gezien de geografie Kreta: bergachtig landschap leidt
tot kleine, lokale eenheden
MAAR:
- Geen monumentale structuren voor elite
- Geen namen, verwezenlijkingen bekend van elite
Relativeren macht en prestige elite
Bronnen:
Archeologische bronnen Geschreven bronnen
Sporen van: Kleitabletten waarop Lineair A = oudste
- Steden, dorpen, koercomplexen, Europese schrift
heiligdommen - Lineaire tekens
- Graven - Niet-Indo-Europese taal = niet
- Artefacten: werktuigen, keramiek, ontcijferd
wapens, juwelen - Functie: wellicht administratie
Protohistorie!!
Steen van Phaistos = ronde steen waarop pictografische tekens staan, gevonden in
koercomplex Phaistos betekenis??
, Einde van de Minoïsche cultuur?
- Link met vulkaanuitbarsting Thera (Santorini): 1625 v.C.
o Decennia voordien: aardbevingen
o Desastreuze gevolgen vulkaanuitbarsting
verwoeste nederzettig Akrotiri = het Pompeii van Thera, tsunami’s, vulkanische
assen
!! mythevorming: is Thera Atlantis?
- Geen link met vulkaanuitbarsting:
o V anaf 16e-15e eeuw v.Chr.: Myceense aanwezigheid en invloed op Kreta
geen sporen van politieke controle, wel van meer assimilatie tussen
beide culturen
o Ca. 1450 v.Chr.: geleidelijk einde bloeitijd Minoïsche cultuur
Myceense cultuur kent grote bloeiperiode in late bronstijd (2e helft 2e mil.
v.Chr.)
o Ca. 1400 v.Chr.: verwoesting Knossos onbekende oorzaak
Waarom is op het Griekse vasteland de bloeiende Myceense bronstijdcultuur ontstaan?
Si tuering: t i j d Laatste fase van de Griekse bronstijd = Helladische cultuur
- Late bronstijd: 1550-1050 v.C. = laat-Helladische of
Myceense fase
- Veroorzaakt door de migratie van Achaïers
Situering: ruimte Griekse vasteland (zuidelijk deel) + eilanden Egeïsche zee + kusten Klein-Azië
(handelsposten)
Myceens? Myceense cultuur = vernoemd naar de site Mycene
- Ontdekt door Heinrich Schliemann: 19e eeuw
- Geplunderd door Schliemann: geïnteresseerd in goud- en andere
kunstschatten van Myceners
Myceense burchten
Wat? - 400 burchten gekend: Mycene, Tiryns, Thebe, Athene
- Gebouwd op moeilijk toegankelijke heuveltop
omgeving te overzien
verdediging
Opbouw? - Gesloten gebouwencomplex omgeven door verdedigingsmuren
= cyclopische muren zou het werk zijn van cyclopen:
MYTHEVORMING
- Binnen regelmatige natuurstenen constructie
- Centraal in burcht: megaron
- Versiering: Minoïsch van aard
- Monumentale graven:
o Schachtgraven: zowel binnen als buiten de burcht,
uitgegraven binnen een grafcirkel
o Tholosgraven buiten de burcht: mythevorming
rijkelijke grafinhouden!
Functie? - Residentie van de elite