1. Wat is recht
- Recht speelt een belangrijke rol in onze maatschappij.
- Het is de organisatie van onze samenleving.
- Het recht bevat gedragsregels, maar ook procedure regels die bepalen hoe recht tot stand
komt. M.a.w. is opgelegd door de staat met algemene geldende normen.
- Recht is afdwingbaar.
- Moraal is niet afdwingbaar —> gaat af op het gevoel.
- Discussies voor moraal recht BV:
- abortus —> recht, maar moraal wordt er anders onder gedacht.
- Euthanasiewet —> conflict met moraal
- Procedurefouten —> rechtszekerheden hebben voorrang.
We spreken van rechts als:
1. Een rationeel opgebouwd geheel
= recht bestaat uit allemaal deeltjes die altijd min of meer met elkaar verbonden
zijn.
2. Van begrippen en normen
= elke term heeft zijn eigen specifieke betekenis, die door de wet, rechtspraak,
rechtsleer of gewoontes is vastgelegd.
3. Doel is om de maatschappij te ordenen
= Het is als het ware een middel om het wereldbeeld dat men kiest na te streven.
4. Overheidswege opgelegd/ erkende sancties kleven
= Een norm is slechts een norm als er een sanctie aan verbonden is. Een sanctie is
vaak door de overheid erkend, maar wordt niet door de overheid opgelegd.
Objectief recht
- Abstracte normen, los van de concrete toepassing of de individuele gevolgen voor de persoon.
- objectief recht bepaald de subjectieve rechten van de mens in de samenleving.
- rechtsregels
Rechtsonderhorigen
- Persoon die de normen met naleven.
Subjectief rechten
- Recht voor een specifiek persoon of groep geld. Bevoegdheden die toekomen aan personen.
- Individualisering van een objectief rechtsregel.
- Toepassing: ik heb recht op….
Vaak wanneer een objectief recht geschonden word, heeft men een subjectieve heeft (bv: recht
op een schadevergoeding etc.)
,Vanuit een objectief recht volgt een subjectief recht dat toegekend wordt aan een persoon of
groep.
- Voorbeeld: Persoon x moet aan persoon y een schadevergoeding terug betalen.
—>Dit is dus alleen geldig in een bepaalde situatie.
“Ik heb recht op een vergoeding van persoon y.”
Rechtssubject:
- De persoon of groep in wiens hoofde subjectieve rechten of verplichtingen kunnen ontstaan.
- Hierin hebben we 2 soorten van rechtsobjecten:
1. Natuurlijk persoon:
2. rechtspersoon:
- Niemand is persoonlijk aanspreekbaar, gaat over een organisatie of groep.
- die vertegenwoordigd wordt door een natuurlijk persoon.
Algemeen geldende normen
- Gedragsregels (bevelen, verbieden, toelaten …)
* ART 213 BW: Bij een huwelijk moeten beide partijen het contract tekenen voor het
verkopen van een woning, ook al is dit niet zijn/ haar woning.
* ART 215 BW; Toestemming nodig van de echtgenote. Verbodsartikel.
* ART 544 BW: Eigendomsrecht, sterkste recht die er is. Natuurlijk moet
men nog steeds rekening houden met elkaar (BV: buren).
* ART 1604 BW: Wat men koopt, moet men ook leveren.
Organieke regels
- indeling, structuur en instellingen …
Aanvullend recht
- Mag afwijken —> automatisch
- BV: huwelijksstelsel —> gemengd en gemeenschappelijk vermogen of scheiding van
goederen.
- Wat voor een huwelijk van jou was, blijft van jou —> eigendomsrecht
- Wat tijdens een huwelijk aangekocht/ verdiend is van beiden (gezamenlijk vermogen)
- Iedereen heeft zijn eigen vermogen (scheiding van goederen)
- Afdwingbare normen: de staat van de woning in gebreken stellen, en dit is niet correct
gebeurd.
- Kan men dwingen om iets te doen —> juridische constructie = verbintenis recht
Dwingend recht
- Normen moeten nageleefd worden.
- Sancties bij overtreding
1. Openbare orde —> huwen met 1 persoon
- Altijd gesanctioneerd.
2. Bescherming van zwakkere groepen —> (consumentenrecht, huur …)
- Enkel de zwakere mogen klacht indienen.
,2. De indeling van het recht
EXAMEN VRAAG
EERSTE INDELING
- Basisindeling van het recht
- indeling privaat en publiek recht.
Publiek recht
- verhouding burger en de overheid/ organisatie van de overheid.
- Verhouding tussen staten.
- Grondwettelijk recht
- Inrichting staat
- Rechten en plichten
- administratief recht
- Fiscaal recht
- Strafrecht en strafprocesrecht
De grens tussen deze 2 is soms niet meer duidelijk en kunnen ook beide van toepassing
zijn. Deze 2 werken tegenwoordig ook wel meer samen =.PPS = publiek privaat
samenwerking.
Vb: wie een stuk grond verkoopt (privaatrecht), moet bij de notaris langs gaan
(publiekrecht). Bepaald zelf de prijs (privaatrecht), maar wordt daarop wel
belast (publiekrecht)
- Overheden gaan ook voor een aantal aspecten van hun dienstverlening en openbare
werken steeds meer een beroep doen op publiek private samenwerking =pps.
Privaatrecht
1) burgerlijk recht —> Bron B.W
- personen- en familie recht (geboorte, overlijden …)
- Goederen en eigendomsrecht (appartementen …)
- Erfenis en contracten (koop, huur …)
2) handelsrecht —> Bron wetboek v. Koophandel
- Eigen regelgeving
- Handelaars onderling
3) vennootschapsrecht —> Bron w. Vennoten
- Economisch recht —> Bron W. Economisch recht
- Bemiddelingsovereenkomsten tussen de consument en de professionals.
, 4) Privaatrechtelijk procesrecht —> Bron Ger.W.
- De stappen die jij (privaat) neemt in een proces (publiek)
- Zwevende categorie tussen privaat en publiek
- Sociaal recht —> Bron geen
- Sociale zekerheidsrecht (pensioen, uitkeringen …)
- Arbeidsrecht —> Bron CAO
- Tussen werkgever en werknemer (ontslag …)
Publiek recht
1) Grondwettelijk recht —> Bron G.W.
- Federale staat
- Structuur volgens schending der machten:
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Gerechtelijke macht
- ART 8 GW: De Belgen en hun rechten
2) Administratief recht —> Bron …
- Provincies/ gemeenten —> Bron VCRO = Vlaamse codex ruimtelijke ordening
- Openbare instellingen —> Bron Raad van state (R.V.S)
- Aparte rechtbanken
- Regelt de inrichting en de werking van de administratie, de zogenaamde uitvoerende
macht. (Vb: onteigeningen, ruimtelijke ordening en stedenbouw …)
3) Fiscaal recht —> Bron W. BTW
- Bron W.I.B = Wetboek inkomsten belasting
- Bron V.C.F = Vlaamse codex Fiscaliteit.
- Vb: personeelsbelastingen, onroerende voorheffing, verkooprechten, BTW …)
- ART 170 GW
1) Mia is al even eenzaam, ze beslist om zich in te schrijven op een datingwebsite ‘ elite dating’.
Na enkele dagen heeft ze al iemand leren kennen, Jan, hij werkt toevallig in het zelfde bedrijf
waar zij ook werkt maar had hem nog nooit tegen gekomen. Ze spreken af en het klikt
meteen. Een half jaar later beslissen ze om te trouwen. Jan zit wel met een probleem, hij is
nog getrouwd en moet eerst scheiden
—> welk recht is van toepassing? Privaatrecht —> tak: burgerlijkrecht
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur valerievanruiten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.