Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting inleiding tot het economisch recht TEW () €8,66
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting inleiding tot het economisch recht TEW ()

 7 vues  2 fois vendu

Uitgebreide samenvatting van het vak "Inleiding tot het economisch recht". De samenvatting omvat de leerstof aangevuld met extra notities van in de lessen van prof Cools. Daarnaast werd de samenvatting ook aangevuld met de 2 boeken: "inleiding tot het economisch recht - prof Cools" en "Ondernemings...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 88  pages

  • 16 janvier 2025
  • 88
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (35)
avatar-seller
cbl
Inleiding tot het economisch recht
H1: Het begrip recht:

WAT IS RECHT? WAAROM HEBBEN WE RECHT

Wat is recht?

 Objectief recht: het is hoe het is, hangt niet af vd persoon die er naar kijkt
o Algemene gedragsregels
o Uitgevaardigd door bevoegde overheid
o Ordening vh maatschappelijk leven nastreven
o Naleving = afdwingbaar  sancties

Bv. Contracten moeten nageleefd worden

 Subjectief recht: door het objectief recht beschermde aansprak op andermans gedrag
= individualisering vd rechtsregel
Bv. Het is mijn recht dat mijn contract wordt nageleefd



Recht

 Enkel voor uitwendig gedrag  verbied niets over gedachten
 Algemeen: op ied v toepassing



Waarom hebben we recht?

Natuurstaat (= staat zonder rechten en plichten)  rechtstaat (staat waar de burgers/overheid bepaalde
rechten en plichten heeft)

HIERBIJ is eigenrichting (= recht in eigen handen nemen, eigen rechter spelen) verboden (ENKEL wettelijke
zelfverdediging is toegestaan)

Staat heeft geweldsmonopolie (= alleenrecht om fysiek geweld/dwang uit te oefenen)  politie komt tussen bij
strafbare feiten + uitvoering vonissen



Strafrecht sanctioneert misdrijf:

1. Verbaal
2. Gebrekenstelling brief
3. Rechtbank (dagvaarding)
4. Veroordeling (zonder aanwezigheid = geen verdediging)
5. Vonnis



Kenmerken rechter:

 Altijd gelijk
 Uitvoerende kracht
 Gezag v gewijsde  een vonnis = bindend tss 2 partijen


1

,Formulier van tenuitvoerlegging: de beslissing van de rechter wordt uitgevoerd



 Overheid/politie = ook onderworpen aan het recht
 Uitvaardigen, toepassen, afdwingen  volgens regels = procedure
 Scheiding der machten
 Onafhankelijke rechterlijke macht
 Democratie: recht gemaakt door verkozen mensen DUS deelname vh volk voor maken vd regels
 Grondrechten: fundamentele rechten vrijheden



Soorten rechten:

 Dwingend recht: mag er niet van afwijking  meestal ter bescherming v zwakkere partij/positie
 Aanvullend recht: mag anders afspreken  efficiënter als het al in de wet staat ZODAT geen onnodig
grote contracten  niet alle regels meer zelf moeten bedenken
 Openbare orde: mag er ECHT niet v afwijken  ter bescherming v algemeen belang  voor de orde v
de maatschappij




DE INDELINGEN VAN HET RECHT




Publiek recht: verhoudingen tss burgers en overheid (bv. Gelijkheidsbeginsel)

Grondwettelijk recht: grondwetten  fundamenteel

Strafrecht: meer dan enkel schadevergoeding want zo erg  mensen afschrikken

Fiscaal recht: procedures en regels over bv. Belastingen



Privaatrecht: regels tussen burgers onderling (bv. Huurovereenkomst, contracten, trouwen, …)

2

, Verbintenissenrecht: verbonden aan iemand  bv. Iets kapot maken, dus vervangen

Goederenrecht: als je verbonden bent aan een zaak



DE BRONNEN VAN HET RECHT

Nationaal niveau:

 Wetten = bindend  tss wetten hiërarchie: wet v parlement > koninklijk besluit
 Rechtspraak: hoe rechters rechten interpreteren MAAR andere rechters kunnen
tegenspreken (ook lagere) = zeer belangrijk WANT wetten zijn vaag DUS veel
interpretatievrijheid
+ tegengestelde wetten: bv. Je mag niemand vermoorden MAAR recht op zelfverdediging
 Gewoonterecht: staat niet in de wet MAAR is een gewoonte  hoe mensen zich gedragen
EN hoe ze vinden dat mensen zich moeten gedragen
 Algemene rechtsbeginselen: ongeschreven fundamentele normen die als bindend worden
beschouwd  door rechtspraak geformuleerd als aanvulling vd wettelijke bepalingen
Bv. Verbod op rechtsmisbruik
 Rechtsleer: geheel v wetenschappelijke teksten over het recht  rechtspraak
beïnvloeden/inspireren MAAR niet bindend



Redeneren:

 Naar analogie (bv. Bordje verboden hond DUS andere dieren ook niet
 A contrario (bv. Honden niet dus katten wel)
 Kijken naar de situatie (bv. Geen kwijl op kleren, dus klein hondje mag wel)



Symbool v justitie:

 Blinddoek: rechter mag niet partijdig/bevooroordeeld zijn EN als het lijkt dat de rechter
onpartijdig zou kunnen zijn kan een rechter geweigerd worden (zie objectieve partijdigheid)
“Justice must not only be done, but also seen to be done”
 Weegschaal: afwegen van de bewijzen en argumenten  naar beide partijen evenwichtig
luisteren
 Zwaard: rechter moet beslissen  knoop doorhakken



Zaak Marie Popelin (1888): 1 vd eerste vrouwen die rechten had gestudeerd  wilde advocaat
worden (mocht volgens recht) MAAR werd geweigerd DUS naar rechtbank WANT in wet stond niet
dat je man moest zijn  zelfs in hof v beroep kon ze geen advocaat worden door eigenschappen ve
vrouw DUS rechter heeft veel macht WANT stond nergens in de wet



Wetten:

3

,  In formele zin: elke beslissing ve wetgevende macht  kan door: federale wetgevende macht
EN door wetgevende instanties vd gemeenschappen en gewesten  organiek criterium
(inhoud niet v belang MAAR wie het gemaakt heeft wel)
 In materiële zin: algemeen bindende norm gemaakt door een bevoegd orgaan MAAR maakt
niet uit welk orgaan  inhoud is v belang = inhoudelijk criterium
Wetten in
materiële zin




Wetten in
formele zin


Wetten in formele zin  hoger in hiërarchie WANT uitgevaardigd door parlemnt dat verkozen is
(regering kiezen we niet rechtstreeks) EN gaat langs raad v State DUS extra controle DUS meer
vertrouwen



Op internationaal niveau

Afspraken tss landen  verdragen/overeenkomsten  hieruit rechten en plichten halen

Bv. Verdrag vd NAVO, klimaatakkoorden, Europees verdrag vd rechten vd mens



Op supranationaal niveau

Instelling creëren die boven ons staat met eigen organen die wetgeving uitvaardigen  kunnen
landen verplichten om wetten toe te passen in nationaal recht



Hiërarchie der rechtsnormen:

 Bevoegde norm > onbevoegde norm
 Internationaal/supranationaal > nationaal (ook op grondwet)
 Grondwet > wet in formele zin > wet in materiële zin maar niet in formele zin (=
administratieve normen)
Grondwet = belangrijkste DUS zeer moeilijk om te veranderen  beslist door parlement:
akkoord voor verklaren dat een grondwet gewijzigd mag worden  herverkiezing  2/3
meerderheid
 Bijzonder recht (= specifiek recht in bepaalde situatie) > gemeen recht (= algemene regel)
Bv. Algemene regel over huurrecht maar specifieke regel over handelspand  specifiek telt



BEGRIPPEN RECHTSSUBJECT, RECHTSFEIT, RECHTSHANDELING


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cbl. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

59063 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€8,66  2x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté