- Microscopische afmetingen
- Grootte afh.?: - controle van de kern
(= als metabole activiteit laag is (splitsen van de cel), zal de
celgrootte toenemen waardoor de kern geen controle heeft over de
cel)
- difussiecapaciteiten (=transportcapaciteiten)
- Cel volume NIET afh. van grootte van individu
2. Cel vorm
Sterk afh. van waar de cel zich plaatsvindt
vb. - huid = basaalmembraan en cellen zijn dus vast geankerd en dus deze
veranderen weinig van vorm en zijn dus constant.
-leukocyten, macrofagen = imuunsysteemcellen en die moeten dus
doorheen alle soorten barrières wringen waardoor celvorm dus wisselend is.
=STERK AFH VAN DE FUNCTIE!
Uitzondering: spermatozoa
= is constante vorm maar beweegt wel veel dankzij flagel (zweepslag ->
bevruchten)
Wat is basisstructuur van vet?
=GLYCEROL, TRIGLYCERIDEN (vrije vetzuren)
(vrije vetzuren hebben geen lading, fosfaat wel! (=-)
1.2 Eiwitten
Celmembraan zeer dynamisch!
= als te dynamisch: zeer gevoelig voor slecht transport in de cel dus moet
ervoor zorgen dat mobiliteit in cel verminderd ander component in
celmembraan steken vb cholesterol + globulaire eiwitten. Verminderd mobiliteit
en maakt stijver.
2. Integraal globulair eiwit
(doorheen heel membraan)
5. Perifere globulaire
eiwitten (zitten maar aan 1
kant: binnen/buiten)
Welke functie kunnen die eiwitten hebben?
- Structureel (bouwelement)
- Transport proteïnen (maken transport mogelijk tegen elektrochemische gradiënt)
- Ionenkanalen (passief transport)
- Pompen (actief transport)
- Receptoren (binden van neurotransmitters, hormonen en bep. geneesmiddelen
intracellulaire processen fysiologische verandering v. cel)
- Enzymen (vb. transcriptiefactoren)
1.3 Glycocalyx
= netwerk van koolhydraten
Vastgemaakt aan: lipiden = glycolipide
eiwitten = glycoproteïne
= vormen samen GLYCOCALYX
Kan zeer complex zijn!
Functies?
- Bescherming v. plasmamembraan (tegen fysische en chemische invloeden)
- Celadhesie (bep. plaatsen in de glycocalyx zo gevormd zijn dat enkel selectief
componenten opgenomen worden)
,- Contactinhibitie (schadelijke stoffen vermijden)
- Rol in transmembranair transport (pinocytose fagocytose)
- herkenning (oppervlakte antigenen)
2. Speciale Vormingen
2.1Aan extracellulaire ruimte:
2.1.1 MICROVILLI:
= uitstulpingen uit het membraan
blijven staan dankzij eiwitten die deel zijn van cytoskelet
vooral in darmflora!
Functie: OPPERVLAKTEVERGROTING
= zo kan de cel veel componenten opnemen en afgeven
2.1.2 CILLIA/FLAGELLEN
= trilharen
op 2 plekken:
-eileider: zaadcel naar de eicel borstelen
-neus: slijm gaat stofdeeltjes capteren en trilharen duwen dit slijm samen met stof
weg
= beweging is gecoordineerd (1 bepaalde richting)
Centrum (axonema): 2 microtubulli
Omgeving: 9 perfire dupletten (A + B tubulus)
A= volledig (13 stuks)
B= plakt voor groot stuk aan A (10-11)
zijarmpjes
die dupletten
verbinden: dyneine (=ATP-ase gaat ATP afbreken)
zorgt voor de zweepslag in gecoordineerde beweging
BACTERIELE FLAGEL: VEEL FLEXIBELER DAN SPERMATOZOA KAN VERANDEREN VAN
RICHTING BV NA INNAME VAN ANTIBIOTICA
, 2.2 Aan intercellulaire ruimte:
Vooral bij epitheelcellen! want moet goede hechtstructuur zijn maar ook
flexibel! denk aan darm!
2.2.1 ZONULA OCCLUDENS (tight junction)
Celmembranen van 2 verschillende cellen
Globulaire eiwitten die met elkaar verbinden in
accordionvorm die voor flexibiliteit zorgt
2.2.2 DESMOSOOM (macula adhaerens)
vb: in de huid
functie huid? : barrière tegen vreemde agentia
dankzij complex, zeer statische structuur!, weinig bewegingsmogelijkheid!
Globulaire proteinen
Eiwitten die doorheen celmembraan en
globulaire proteïnen lopen
Cytoskelet onderdelen (keratine
filamenten)
2.2.3 NEXUS (gap junction)
Komen voor in het hart (hartspiercellen)
Moeten stoffen kunnen uitwissel vb. Calcium
Bestaat uit hemiconnexines : 1 uit cel A en andere uit cel B deze moeten
gekoppeld geraken in de vorm van een
hydrofielkanaal
Bij hartfalen kunnen die
hemiconnexines niet goed
geconnecteerd worden = PROBLEEM
VOOR COMMUNICATIE VAN CELLEN
geen synchronische communicatie =
hartfalen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur izabelletanghe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.