Les 10: Reumatologie
1. Botten, spieren, pezen, gewrichten
1.1 Structuur van het bewegingsstelsel
Kan een vraag op het examen
zijn, teken mij deze figuur.
Dit is kniegewricht, die staan
op elkaar. Kraakbeen, zorgt
ervoor dat er een schokdemper
is, dat ze kunnen bewegen ten
opzichte van elkaar, dat ze
elkaar geen schade
toebrengen.
Slijmbeurs, aan voorkant
gewricht om stoten op te
vangen en gewrichten te beschermen.
In gewrichtsholte zit ook een structuur/soort schokdemperstructuur.
Kapsel = geeft stevigheid aan het gewricht.
Spier = altijd aangehecht aan het bot met behulp van een pees.
Botstructuren
Gewricht structuren (kraakbeen, slijm, de twee botten die bewegen ten
opzichte van elkaar),
Spieren (altijd aangehecht met een pees aan het bot).
1.2 Anatomie en functie
Bot
o Bevat collageen en calcium en fosfor bevattende kristallen. Calcium,
collageen en fosor bevattende kristallen = belangrijke elektrolyten voor
het bot.
o Botaanmaak (osteoblasten) en botafbraak (osteoclasten) cellen.
Kraakbeen
o Collageenvezels
o Water-aantrekkende proteoglycanen niet echt weten, soms belangrijk
om te weten omdat ze er onderzoek naar doen om kraakbeenstructuren
te herstellen.
o Elastisch vervormbaar: « stootkussen »
Spier Beweging door contractie van spiervezels. Spier wordt korter en
langer afhankelijk van het gebruik.
Pezen Collageenvezels, grote trekvastheid. Niet onbeperkt, te veel kracht
op een heel kort moment, ken scheuren.
1.3 Concepten
Ontsteking
1
, o Arthritis: ontsteking van gewricht
o Tendinitis: ontsteking van pees
o Myositis: ontsteking van spier
o Bursitis: ontsteking van slijmbeurs
Degeneratie Arthrose: degeneratie van gewricht. Belangrijk verschil
tussen artrose en artritis.
Pijn. Pijn, niet altijd makkelijk om te onderscheiden voor de patiënt, maar wel
twee aparte termen.
o Artralgie: pijn aan gewricht
o Myalgie: pijn aan spier
2. Ziekten van het bot
2.1 Osteoporose
Verlies van botmassa en architecturale afwijkingen in het bot, leidend tot
botzwakte makkelijker botbreuken. Heel belangrijk. Komt in onze msp erg
veel voor en zorgt voor vele problemen.
Twee grote groepen
Primaire (leeftijdsgebonden) osteoporose Voornamelijk bij
postmenopauzale vrouwen of ouderen. Primair = vrouwen die ouder worden
krijgen botzwakte. Grootste risico van oudere mensen(boven 80) om te
overleiden is door heupfractuur die ontstaat door zwak bot, klein
impacttrauma met toch zware breuk. Lijkt banaal maar in deze leeftijdsgroep
meest voorkomende doodsoorzaak. Kans op overleiden in de 2 tot 4 weken
daarna erg hoog.
Secundaire osteoporose
o Na Langdurig gebruik van corticosteroiden.
o Hypogonadisme problemen met geslachtshormonen
o Immobilisatie (spieren die niet meer werken = bot niet meer
gestimuleerd tot aanmaak, geen weerwerk meer tussen en dus ook zwak
bot).
o Secundair (verschil met primair erg belangrijk)= Voor systeemziekten
soms heel hun leven (van kinderleeftijd aan) lang dit gegeven omdat we
niets anders hadden en toen erg zware osteoporose. Nu ons meer van
bewust en proberen dit zo kort mogelijk en zo hoog mogelijk gedoseerd
omdat we zo het risico beperken. Maar als we het langdurig geven weten
we dat we heel vroegtijdig botzwakte gaan veroorzaken.
2
, Risicofactoren
Vrouwen
Late menarche
Vroege menopauze: spontaan, heelkundig. Vroege menopauze = na moment
van menopauze hoger risico. Hoe vroeger dit moment hoe erger op lange
termijn, bv: op 70 jaar botleeftijd hebben van iemand die 80 is.
Familiaal
Tengere lichaamsbouw
Lage calciuminname, laag vitamine D. Echt hard op letten, vooral bij mensen
met nieraandoeningen. Vitamine D = we komen weinig buiten, weinig zonlicht
en zonlicht maakt dat we vit D aanmaken. Met velen te laag, velen moeten dit
als supplement innemen.
Sedentair leven
Roken
Alcoholmisbruik
Symptomen
In principe pijnloos en asymptomatisch. Weinig, doet geen pijn en geen
klachten van. Meestal pas weten zodra te laat. Proactief nakijken met P maar
je voelt er niets van eigenlijk.
Fracturen (risico ifv ernst, gemiddeld ¼ vrouwen met OP >60j).
o Soms spontaan: wervelindeukingsfracturen
Meest frequente osteoporotische fractuur; meestal pijnloos.
Door verlies van trabeculair bot.
Soms plotse rugpijn, soms na beweging ontstaan.
Kan gepaard gaan met neurologische uitvalsverschijnselen. Want
de zenuwen komen vanuit ruggenmerg en gaan naar buiten om
lichaam te benzenuwen, als je daar bot hebt dat indeukt en op
elkaar komt heb je druk op die zenuw.
Vervorming van de wervelzuil. Mensen worden kleiner.
Soms kan er zelfs geen impacttrauma teruggevonden worden.
Bv: indeukingsstructuur in wervel maar mensen weten niet wat
ze hebben gedaan. Impactmoment is pijnloos maar nadien wel
pijn.
o Soms na trauma: femurfhalsfracturen (heupfracturen)
15% van vrouwen >80 jaar; 5% van mannen >80 jaar. Vrij
indrukwekkend.
Kan levensbedreigend zijn (bloedverlies!) op het acute moment,
maar vooral levensbedreigend in de weken nadien. Waarom?
Mensen blijven liggen, liggen in hun bed, soms minder ademen,
minder goed voelen, doen soms een longontsteking. Maar vooral
immobilisatie is belangrijkste.
Normaal een schijfje tussen
(tussenwervelschijf). Typisch,
deze mensen krimpen een paar
cm omdat de wervels indeuken.
3