, 5. Amygdala ................................................................................................................................................... 98
6. Affectieve/sociale aanraking ..................................................................................................................... 99
H13 TAAL ................................................................................................................................................. 101
1. Taalgebieden in hersenen ....................................................................................................................... 101
2. Model van taalverwerking gebaseerd op letselstudies ........................................................................... 102
3. ‘Split-brain’ patienten en taal ................................................................................................................. 104
H14 GEHEUGEN ....................................................................................................................................... 107
1. Indeling geheugen ................................................................................................................................... 107
2. Amnesie ................................................................................................................................................... 108
3. Herstenstructuren geheugen .................................................................................................................. 108
4. Dementie ................................................................................................................................................. 111
3
,DEEL 1 - INLEIDING
H1 ALGEMENE INLEIDING, ONDERZOEKSTECHNIEKEN
1. NEUROFYSIOLOGIE: STUDIE VAN DE WERKING EN FUNCTIE(S) VAN ZENUWSTELSEL
2 grote delen van het zenuwstelsel
(1) Centraal: - hersenen (grote + kleine)
- hersenstam
- ruggenmerg
(2) Perifeer: - somatisch (input en output naar CZS)
o sensorisch: input naar CZS
o motorisch: output van CZA
- autonoom (werking van organen etc; niet in deze cursus)
Grote hersenen
Voorbeeld zintuigelijke waarneming tot reactie: sensorische input tot motorische output
1. Doel van zintuigen: fysische info omzetten naar elektrische signalen en naar de hersenen sturen =
sensatie
2. Hersenen interpreteren naargelang context en verwerken deze informatie, registratie + interpretatie =
perceptie
3. Interactie met de omgeving = output
Opmerking: perceptie is steeds interpretatie, niet louter passieve registratie van informatie door de zintuigen
Voorbeeld - optische illusie
- Cirkels versus rechthoeken
Sensatie is niet gelijk aan perceptie
Hersenen kunnen springen tussen verschillende interpretaties (mens= gewend om lijnen te zien)
Sensatie: kijken ernaar
Perceptie: hoe gaan we dit interpreteren
- Langste en smalste tafel: vakje tafels zijn hetzelfde
Sensatie: normaal hetzelfde zijn maar interpretatie door hersenen in anders
- Blauw-zwart of goud-wit jurk: we zien hetzelfde maar hersenen interpreteren dit anders
Kleurconstantie: hersenen gaan zelf een invulling geven
CONCLUSIE → sensatie is niet gelijk aan perceptie
2. HOE WERKING VAN HERSENEN BESTUDEREN
Cel theorie= functie van orgaan gaan begrijpen door cel van orgaan te bestuderen
Hersenen → neuronen als ‘bouwsteen’
Nissel kleuring: hersenweefsel kleuren, geen ganse zenuwcel kleuren, enkel genetische materiaal gekleurd
(bolletjes= kern, Nissl lichamen= RER, axonen en dendrieten niet gekleurd)
Zilvernitraat kleuring door Golgi: ganse zenuwcel visualiseren
Conclusie door Golgi en Cajal
- Golgi dacht reticulum (net dat verbonden is)
- Cajal dacht individuele cellen (goede microscoop dat afzonderlijke cellen kon bewijzen)
→ Neuronen zijn dus aparte eenheden (= basis voor begrijpen van de werking)
4
, Neuron doctrine
= neuronen zijn de anatomische en fysiologische basiseenheid van het zenuwstelsel
→ werking van de hersenen is terug te brengen tot elektrische activiteit van neuronen
Reductionisme= de natuur van complexe entiteiten steeds herleid kan worden tot meer fundamentele entiteiten,
dus kan gedrag van de hersenen begrepen worden door uitgebreide kennis van 1 neuron
Opmerkingen bij reductionisme:
- Hoe gedrag van 1 neuron bekijken → in praktijk niet echt mogelijk
- Rol van andere celtypes in CZS: glia, etc → de rol van deze is niet echt bepaald
Werking van hersenen vloeit voort uit:
- Intrinsieke eigenschappen
- Schakelingen van neuronen met Periferie: informatie van huid, netvlies,…
Effector organen: klieren, spieren,…
Andere organen: belang van netwerk en connecties van
hersengebieden
→ Zoogdieren en mensen: verbinding is uniek voor elk individu, bij simpele organismen is het bepaald door het
genoom
Voorbeeld van C. elegans
302 of 385 neuronen (hermafrodiet versus mannelijk) → volledig connectoom in kaart gebracht
= principe van dit organisme kan niet bij de mens bereikt worden
Human Connectome Project
HGP voor genoom in kaart te brengen, HCP = menselijk connectoom project, alle menselijke connecties in de
hersenen in kaart brengen, grote visuele banen in kaart brengen voor diagnose, prognose en therapie
Doel: nog niet 100% duidelijk want wat kan men doen als men weet dat een bepaalde baan afwijkt, moeilijk te
herstellen
Gliacellen
= men dacht dat gliacellen de lijm waren van de neuronen om deze samen te houden
Functie van types gliacellen
Astrocyten: energie metabolisme van de neuronen, werking van synaps optimaal houden
Microglia: macrofagen, zorgen dat ziekteverwekkers opgeruimd worden
Ependymcellen: vochtig houden van de hersenen
Oligodendrocyten (CZS): myelineschede rond axon van de neuronen, hoe dikker de schede hoe sneller het signaal
zal doorgaan
Schwann cellen (PZS): zelfde functie als hierboven maar dan in perifeer
Communicatie van astrocyten door calciumgolven: specifieke functie nog niet gevonden
→meer functies dan gedacht
3. COMPLEXITEIT IN DE HERSENEN
= enorm in vergelijking met andere organen
1) Structurele en functionele diversiteit in hersenen
Er zijn meer celtypes in de hersenen dan in andere organen
- Verschillende types neuronen
- Verschillende verbindingen tussen hersengebieden
2) Niveaus van organisatie
Belang van studio op meerdere organisatieniveaus
Rhesusaap (proefdier): belangrijk voor motorisch systeem en visueel systeem
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur flowerbiomed. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.