Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Mediasociologie €9,66
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Mediasociologie

 0 fois vendu

Dit document is een beknopte, maar zeer volledige samenvatting per belangrijk onderdeel van het vak mediasociologie, gegeven in de 1e bachelor (2 semester) communicatiewetenschappen door professor Stef Aupers. Door dit document te leren behaalde ik een 14/20

Aperçu 3 sur 16  pages

  • 19 janvier 2025
  • 16
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
ninawellens123
MEDIA-TECHNOLOGIE
Kenmerken digitale media: media-convergentie, media-mobiliteit, diversificatie en interactiviteit, non-linairiteit,
connectiviteit, virtualiteit (6)
Technologisch determinisme: technologie of technologische ontwikkelingen zijn de centrale oorzaak van sociale
verandering, gelooft dat veranderingen in de samenleving voornamelijk gedreven worden door nieuwe technologieën of
technologische vooruitgang en houdt geen rekening met de sociaal, economische culturele context van de samenleving
Medium theories: gaan over het begrijpen van hoe specifieke communicatiemedia zoals radio, tv en sociale media werken
+ hoe ze de manier waarop mensen denken, voelen en handelen beïnvloeden
Marshall McLuhan  media-technologie als vormende kracht = medium centrische theorie: techno-optimist (technologie
verklaart alles, gelooft in convergentie), the medium is the message, a global village
Neil Postman  media-technologie als vormende kracht = medium centrische theorie: techno-pessimist (technologie brengt
veel slechts met zich mee, beweerde dat de opkomst van tv de manier waarop mensen informatie ontvingen en verwerkten
drastisch veranderde
Social Shaping of Technologie (SST)  media-technologie als afspiegeling: kritiek op technologisch determinisme –
technologie is niet neutraal, uitgangspunt 1: media-technologie wordt geproduceerd in een specifieke economische context
(tv in de VS versus UK) uitgangspunt 2: media-technologie is niet generaliseerbaar want wordt verschillend gebruikt door
mensen in verschillende contexten (bv. smartphone heeft mogelijkheden = affordances en is aan de gebruiker om deze te
herkennen en gebruiken = perceived affordances
Sociaal constructivisme  wederkerige relatie tussen media-technologie en maatschappij: Dit betekent dat wij als
samenleving de technologische tools creëren die we gebruiken, maar dat deze tools vervolgens ons gedrag, onze cultuur en
onze manier van denken vormgeven. Dit benadrukt het wederzijdse en dynamische karakter van de relatie tussen technologie
en samenleving, waarbij beide elkaar voortdurend beïnvloeden en veranderen. We create our tools and thereafter our tools
shape us" (McLuhan)
The Social Construction of Reality – Berger & Luckman: drie ideaaltypische stappen  stellen dat de sociale
werkelijkheid wordt gemaakt door menselijke actie, vervolgens objectief wordt behandeld in een externe structuur en
uiteindelijk door individuen wordt geïnternaliseerd in hun eigen subjectieve ervaringen



1

,Mediatisering: is het proces waarbij media een centrale rol spelen in de werking van de samenleving en haar instituties.
Media ontwikkelen zich volgens Stig Hjarvard tot een onafhankelijke instelling met eigen regels, en ze worden diep
geïntegreerd in het dagelijks leven en sociale interacties. Dit leidt ertoe dat andere sociale instellingen, zoals politiek en
religie,
We kunnenhun ons
activiteiten aanpassen
geen leven zonder aan devoorstellen:
media logica van de media om
dagelijks relevant
leven te blijven.met anderen, dingen opzoeken,
(communicatie
betalen,…) + voorstelling der dingen (corona,…)
MEDIA-INDUSTRIE
Karl Marx: hard werken, weinig loon, maximale winst = kapitalistische logica  betoogde dat het kapitalisme de
economische ongelijkheid tussen de bourgeoisie (klasse van eigenaren van productiemiddelen) en het proletariaat
(arbeidersklasse) vergroot, concepten: uitbuiting van arbeiders en vervreemding van arbeid + vals bewustzijn (arbeiders
werden misleid om te geloven dat hun belangen in lijn waren met die van de bourgeoisie terwijl ze in werkelijkheid werden
onderdrukt en uitgebuit), pleitte voor de afschaffing van het private eigendom van productiemiddelen en een klasseloze
maatschappij waarin productiemiddelen gemeenschappelijk bezeten en gecontroleerd worden
Kritiek op kapitalisme: 1. Van economie naar cultuur/ideologie: betoogden dat de heersende ideologieën, zoals die worden
verspreid door de media, onderwijs en religie, de belangen van de heersende klasse dienen en bijdragen aan het in stand
houden van sociale ongelijkheid. 2. Van productie van materiële goederen naar massaconsumptie:
Terwijl klassieke Marxistische analyse zich concentreerde op de productie van materiële goederen, wezen latere Marxistische
denkers op de opkomst van massaconsumptie als een middel om kapitalistische groei te handhaven. 3. Van uitbuiting van
arbeiders naar exclusie op basis van gender, ras, etniciteit, etc.: Terwijl Marx zich vooral richtte op de uitbuiting van de
arbeidersklasse, erkenden latere Marxistische denkers dat kapitalisme ook andere vormen van onderdrukking en uitsluiting
creëert obv gender, ras,..
Cultuurindustrie – Theodor Adorno & Max Horkheimer: stellen dat de cultuurindustrie gestandaardiseerde producten
maakt die gericht zijn op massaconsumptie en die mensen afleiden van echte sociale en economische problemen, omvatte
standaardisering van culturele producten zoals films, muziek en de commodificatie van cultuur waarbij culturele producten
werden behandeld als koopwaar, betoogden dat de cultuurindustrie de diversiteit en originaliteit van kunst en cultuur
ondermijnde door deze te transformeren tot gestandaardiseerde producten voor massaconsumptie
Standaardisering van cultuur – Max Weber: moderne organisaties, zoals bureaucratieën en bedrijven, werden steeds meer
gericht op efficiëntie en doelgericht handelen. Dit proces "doelrationaliteit" leidde tot technieken zoals "scientific
management”, een methode ontwikkeld door Frederick Taylor waarbij elke taak in een bedrijf grondig wordt geanalyseerd om
de meest efficiënte manier van uitvoering te bepalen. Een van de belangrijkste nadelen die Weber opmerkte, was de



2

, dehumanisering van werknemers, betekent dat mensen als simpele radertjes in een machine worden behandeld, zonder
aandacht voor hun menselijkheid, creativiteit en individualiteit.
Invloed Karl Marx – commodificatie van cultuur: culturele producten worden behandeld als koopwaar dat kan worden
gekocht en verkocht op de markt, “warenfetisjisme” commodities krijgen in de ogen vd consument een magische kracht
waardoor ze worden gezien als meer dan materiële objecten, maar als symbolen van sociale status en identiteit


Cultuurindustrie 2.0 – algoritmes en standaardformules: algoritmes worden gebruikt om standaardformules te
ontwikkelen voor het aanbevelen van culturele content (door analyseren van gebruikersvoorkeuren, gedrag etc)  leidt tot
een gebrek aan diversiteit en originaliteit in culturele producten
Cultuurindustrie 2.0 – optimistisch discours over internet en sociale media - idee van vrijheid en verbinding: is
gebaseerd op de opkomst van digitale media (internet, sm, ai,) er wordt gesuggereerd dat deze nieuwe vormen het einde van
de traditionele cultuurindustrie betekenen  digitale media wordt gezien als een kracht die de traditionele top-down industrie
kan ondermijnen en individuen meer macht kan geven in hun interactie, prosumer
Cultuurindustrie 2.0 – pessimistisch discours over internet en sociale media - machtsonevenwicht met beperkt
aantal grote spelers: benadrukt de opkomst van een oligarchie van machtige tech-bedrijven, deze hebben een dominante
positie verworven wat leidt tot gebrek aan diversiteit en concurrentie, “merger-mania”, groot bedrijf (Meta) koopt kleinere
bedrijven (Insta, Whatsapp) op + commodificatie van de gebruiker (gebruikers worden gezien als producten die kunnen
verkocht worden aan adverteerders waardoor sm-bedrijven enorme winsten maken)
Ideologie volgens Marx & Engels: een instrument van de heersende klasse om haar macht en privileges te behouden 
de ideologie van een samenleving is niet neutraal maar wordt gevormd, gepromoot door de heersende klasse om haar eigen
belangen te dienen = ideologische hegemonie functie ideologie = de ware aard van uitbuiting en ongelijkheid in een
samenleving verhullen  dmv ideologie worden sociale ongelijkheden en de uitbuiting van de arbeidersklasse
genormaliseerd, waardoor de heersende klasse haar positie kan behouden zonder al te veel verzet
Ideologie volgens neo-marxisten Louis Althusser en Antonio Gramsci: volgens hun zijn economische factoren slechts
een aspect van sociale ongelijkheid en ideologieën vaak ook andere vormen van ongelijkheid hebben, zoals die obv van
geslacht, etniciteit en cultuur. Een belangrijke verschuiving in het denken van neo-marxisten is de nadruk op de rol van
instituties, zoals scholen, de media en andere 'staatsapparaten', bij het verspreiden en in stand houden van ideologieën. Deze



3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ninawellens123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64450 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€9,66
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté