Internationale organisatie
Internationale organisatie :
1. Universele organisaties (les 1-7)
2. Groepen (les 8)
3. Regionale organisaties (les 8 – 13)
L ES 1: CONCEPTUEEL KADER
BASISCONCEPTEN
Basisconcept 1: soevereiniteit
Soevereiniteit = hoogste gezag uitoe"fenen over een bepaald grondgebied
Idee achter Rijksappel (Sovereign’s Orb): regering heeft bevoegdheden om bepaalde dingen te
doen op een grondgebied
→ Zelfbeschikkingsrecht = recht van de staat: volledige en exclusieve bevoegdheid om
gezag over haar grondgebied uit te oefenen
Staatssoevereiniteit: verankerd in de staat sinds vrede van Westfalen (1648)
• VN = wereld van staten sinds 1648
• Staat heeft rechten: regering heeft de volledige en exclusieve bevoegdheid om het gezag
over haar grondgebied
Imperialisme:
• Te verklaren door 3 ambities: Christianity, Civilization, Commerce
• Macht VK: “Brittania rules the waves”
o 300 jaar lang expansie
o Hoogtepunt na WO1
o Na WO1 kleiner
o → Rijksappel: appel van Elisabeth “groter” dan die van Charles, vraag: hoe klein
gaat de appel nog worden?
o 2 restanten:
1. Met Britse soevereiniteit: Britse Overzeese Gebieden
o Vallen nog onder Britse soevereiniteit
2. Zonder Britse soevereiniteit: Commonwealth (internationale organisatie)
o Niet onder Britse soevereiniteit
o Wel “Britse familie”
• Andere voorbeelden: Spanjaarden, Portugezen, Fransen, Nederlanders
Commonwealth:
• = internationale organisatie
• Bestaat uit 56 onafhankelijke staten (voormalige kolonies die onafhankelijk zijn
geworden)
o Van toepassing op meerdere staten
o Opgericht via London Declaration (1949) na lange voorgeschiedenis van
conferentie en afspraken
, • Samenwerking met focus op taal, cultuur, sport, zaken, …
o ‘Simpele’ thema’s → niet politiek, want ligt moeilijk (bv neokolonialisme, Britse
inmenging, … → willen wel Britse familie zijn, maar niet terug onder Britse
soevereiniteit komen)
• Als voorbeeld gediend voor Commonwealth of Independent States
o Toen Soviet Unie uiteenviel: soortgelijke beweging: samenhouden zonder onder
Russische soevereiniteit te vallen
• Toegenomen aandacht Brexit (‘Global Britain’)
o Britten: “we gaan uit EU stappen want we hebben toch nog de Britse familie”
(Global Britain)
o Maar: werd niet geapprecieerd
Basisconcept 2: intergouvernementele organisatie (IGO)
Definitie Internationale Organisatie (volgens ons handboek): 3 voorwaarden
1. Leden zijn staten
2. Staten nemen een beslissing (schrijven dit uit op papier → mandaat)
3. Samenwerking kan over verschillende thema’s gaan, maar moet plaatsvinden over
meerdere staten (minstens 3)
Internationale organisatie
• Meestal klein, jong en Europees
• Meer dan 260 IGO’s, MAAR:
o 38% → zombies (blijven bestaan maar geen vooruitgang)
o 10% → dood (geen zichtbare activiteit)
• Basispatroon: verwachtingsmanagement → kritische blik met oprichtingsverdrag
(mandaat) als toetssteen
Algemene inzichten:
• Pluspunten:
o Agenda’s bepalen: vaststellen van prioriteiten op wereldschaal
o Ideeën genereren en verspreiden om complexe problemen aan te pakken
o Data verzamelen om geïnformeerde beslissingen te nemen
o Doelen stellen, bevorderen en monitoren
o Aanpassingen en hervormingen doorvoeren: bestaande beleidsvormen of
structuren aanpassen om wereldwijde uitdagingen aan te pakken
o Nieuwe vormen van bestuur ontwikkelen
• Minpunten:
o Omgaan met interne conflicten van staten: effectief ingrijpen niet altijd
makkelijk (bv burgeroorlogen of binnenlandse politieke onrust → geen mandaat
om direct te mengen in de soevereine zaken van een staat)
o Afdwingen van internationale regels en besluiten
o Coördineren van grote verscheidenheid aan actoren: verschillende actoren
vaak bezig met zelfde thema, maar coördinatie is moeilijk
o Snel reageren op crisis
o Beheren van langetermijnprojecten ten behoeve van brede doelen:
langetermijnprojecten vaak moeilijk succesvol uit te voeren door bv financiering,
politieke instabiliteit en veranderde prioriteiten
,Wat is een staat?
• Definitie volgens juristen: voldoen aan enkele parameters: permanente bevolking,
afgebakend territorium, een regering, capaciteit om in relaties te treden
• Definitie volgens internationale politiek → minder zwart-wit: wat met Islamitische Staat,
Palestijnse Staat?
o Afgesproken in conventie van Westfalen, MAAR: ‘Westphalian box’ → sociale
constructie
• Voorbeelden:
o Midden Oosten → geschiedenis van kalifaten en tegenkalifaten
▪ Kalifaat > sultanaat > emiraat
▪ Ottomaanse Rijk: kalifaat
▪ Verenigde Arabische Emiraten: emiraat (dus eigenlijk een
organisatievorm)
o Islamitische Staat als kalifaat
▪ Staat = prestige/erkenning als onderdeel van een internationale
gemeenschap)
▪ Staat = reactie op staatsgrenzen die Westerse mogendheden bepaalden
na WO1
Basisconcept 3: global governance
Wat is global governance?
• = “The multi-level collection of governance-related activities, rules, mechanisms, formal
and informal, public and private, existing in the world today”
• Jaren 90: systemische verandering (einde Koude Oorlog, globalisering, technologie, …)
leidt tot reflectie → mogelijkheden, samenwerking, optimisme
• NIET global government! (geen wereldregering, wel complexe vorm van bestuur; staten
zijn onderdeel van een groot web)
Basisconcept 4: globalisering
Wat is globalisering?
• = verbinding tussen verschillende delen van de wereld
• Meer en diepere contacten (→ ontstaan na einde van de koude oorlog)
• Globaliseringsgolven (1450-1850; 1850-1945)
o Thick globalisation: omvang, intensiteit, snelheid, impact, …
o Onder druk: deglobalisation, slowbalisation, …
L ES 2: HISTORISCH KADER VERENIGDE NATIES (1)
Blauwdruk: verleden legt basis voor latere gebeurtenissen
• Dubbele betekenis:
o Enge zin: concrete organisaties
o Ruime zin: praktijken, procedures, processen
INTERNATIONALE ORGANISATIE VOOR 1919
IO als kind van de 19e eeuw → globaliseringsgolven (individuele staat onder druk) →
internationale samenwerking als oplossing
, Internationale samenwerking: 3 pijlers
1. Concert van Europa: vrede en veiligheid
• 1815 – 1878
• Inspiratie: Congres van Wenen (1814-1815)
o Vertegenwoordigers kwamen samen om vrede en veiligheid te bespreken
o Idee: we moeten machten in balans houden
o Oplossing: samenkomen op Concert van Europa om dingen die balans in
gedrang zouden kunnen brengen te bespreken
• In totaal +/- 30 informele bijeenkomsten
• Focus op politieke problemen → vrede door behoud van machtsevenwicht
• Realisaties: legitimering van nieuwe Europese staten zoals BE, …
• Blauwdruk: informele samenwerking (geen formele organisaties), collectieve
diplomatie, speciale status voor grootmachten, …
2. Internationale Publieke Unies: concrete, functionele problemen
• ITU 1865
• Context: industriële en technologische innovatie: uitbreiding van handel en
andere contacten → internationale samenwerking als antwoord op niet-politieke
problemen en uitdagingen
• Gaat over niet-politieke zaken, MAAR binnen die samenwerking wel veel
politisering
• Realisaties: eerste formele organisaties
o 1865: International Telegraph Union (ITU)
o 1874: Universal Postal Union (UPU)
o Laatkomer: gezondheid
• Blauwdruk: formele organisaties, internationale secretariaten, multilaterale
conventies
3. Haagse Vredesconferenties: vrede en veiligheid op juridisch vlak
• 1899, 1907, 1915
• Context: streven naar machtsevenwicht niet eenvoudig → staten doen dingen
die machtsevenwicht onder druk zet
o Bv Rusland heeft problemen met bewapeningstempo van Duitsland en
Groot-Brittannië
o Oplossing: juridische afspraken (→ Haagse vredesconferenties =
bijeenkomsten om juridische afspraken te maken die kunnen
waarmaken dat machtsevenwicht in stand gehouden wordt)
• Realisaties:
o Basis voor instellingen: Permanent Court of Arbitration
o Basis voor rechtsregels (vooral humanitair recht): The Hague Convention
• Waarom den Haag?
o Goede juristen in Nederland
o Had al eerdere conferentie georganiseerd binnen kader van
Interparlementaire Unie → was succesvol
o Interessante familiebanden (koningin Wilhelmina had goede connecties
met Rusland)
• Blauwdruk: formele organisaties, betrokkenheid van niet-Europese staten,
comités, verkozen voorzitters, registratie van stemmingen, …