Hoofdstuk 1: Inleiding anatomie
Zenuwstelsel
CZS hersenen (kleine = cerebellum en grote = cerebrum), hersenstam
en ruggenmerg (RM)
Perifeer ZS
o Somatisch ZS zowel afferente als efferente neuronen innervatie
spieren, gewrichten en huid
o Autonoom ZS innervatie organen, klieren, bloedvaten, …
Prikkels uit omgeving worden opgevangen door receptoren (zicht, reuk, smaak,
…) sensatie = transformatie van fysische stimuli in elektrische signalen
hersenen verwerken die info dan (= integratie) geven er een perceptie aan =
proces van selecteren, organiseren en interpreteren van deze info (perceptie is
steeds een interpretatie vb illusie) uiteindelijk motor output
Werking hersenen bestuderen
Cel theorie
o Als je functie van cel weet, dan weet je ook deels functie van orgaan
lang niet duidelijk voor hersenen spraken vroeger van een
doorlopend net van hersencellen (= reticulum)
o Na kleuring door Golgi zagen ze aparte cellen
Neuron doctrine
o Werking van hersenen is terug te brengen tot elektrische activiteiten
van neuronen
Reductionisme
o Kan gedrag begrepen worden door uitgebreide kennis van 1 tot
enkele neuron(en)
Werking hersenen vloeit voort uit:
1) Intrinsieke eigenschappen neuronen
2) Schakeling van neuronen belang van netwerken en connecties tss
hersengebieden deze netwerken/connecties zijn uniek bij zoogdieren en
liggen genetisch vast bij lagere diersoorten
Glia cellen
= 90% van cellen in hersenen
Astrocyten connectie tss bloedvaten en neuronen
o Spelen rol in E metabolisme neuronen
o Regulatie werking synaps
Microglia immuunrespons in hersenen ~ macrofagen
Oligodendrocyten in CZS geleiding AP’s
Complexiteit hersenen
Relatie tss structuur en functie is moeilijker dan bij andere organen
Enorme functionele diversiteit
o Veel meer celtypes in hersenen dan in andere organen kunnen
allemaal connecties maken en NT’s vrijzetten
Veel niveaus in organisatie van hersenen
o Niet bij andere organen
Oorzaak en gevolg
o Algemeen is: gen structuur functie
o Niet zo in hersenen bv geen gen voor fietsen
o Van veel neurologische aandoeningen kennen we de oorzaak niet
Niveaus van organisatie ZS
Op al deze niveaus kan een verstoring oplopen wat
kan leiden tot een bepaalde ziekte of aandoening
onderzoek op alle niveaus is belangrijk
Aandoeningen meestal door veranderingen op
meerdere niveaus
Neuroanatomie
Hersenen zoogdieren allemaal dezelfde
basisopbouw kleine zoogdieren = glad opp =
lissencephalic
Grotere zoogdieren = windingen (gyri) en groeven
(sulci) ≠ glad opp = gyrencephalic
Sulcus bestaat uit 2 banken en een fundus
Structuur CZS
Hemisferen grote hersenen/cerebrum ontvangen
sensaties en controleren bewegingen van contralaterale kant
Hemisferen kleine hersenen/cerebellum hebben belangrijke rol in controleren van
bewegingen aan ipsilaterale kant
Hersenstam bestaat uit middenhersenen, pons en medulla (laatste verbonden
met RM)
Rol in doorsturen info van grote naar kleine hersenen en
ruggenmerg en vice- versa
Anatomische referenties
Rostraal/anterieur kant van mond =
voorkant hersenen
Caudaal/posterieur kant van staart =
achterkant hersenen
Dorsaal/superieur bovenkant hersenen
Ventraal/inferieur onderkant hersenen
Lateraal zijkant
Mediaal middenlijn
Bilateraal aan de 2 hemisferen
tegelijkertijd
Unilateraal aan 1 hemisfeer tegelijkertijd
weet niet welke van de 2
Hersensnedes
Sagitaal dwars door hersenen (verticaal)
Axiaal dwars door hersenen (horizontaal)
Coronaal doorheen de oren
Oblique alles wat schuin is
Grijze en witte stof
Grijze stof = cellichamen
Witte stof = axonen
In hersenen ligt grijze stof aan buitenkant
(vormt cortex) en witte stof aan binnenkant
Omgekeerd in ruggenmerg
, Neurologische en radiologische conventie
Neurologisch: linker hemisfeer = links
Radiologisch: linker hemisfeer = rechts
Komt doordat de radioloog langs de voeten naar de hersenen kijkt als de patiënt
in een MRI ligt
Hersen lobben
Per hemisfeer 4 lobben:
Frontale lob
Pariëtale Gescheiden door centrale lob
Temporale sulcus lob
Occipitale lob
Histologie
Allocortex oude cortex
omvat hypocampus (=
geheugen) en olfactorische
cortex
Neocortex nieuwe cortex
enkel bij zoogdieren bestaat
uit 6 cellagen in die
verschillende cellagen liggen de
neuronen georganiseerd
Cytoarchitectonie m.b.v.
kleuring de verschillen bekijken
Brodmann
Gebieden met verschillende cytoarchitectuur hebben verschillende functies
klopt ongeveer wel verdeelde ze in Brodmann gebieden (= BA)
BA4 = primaire motorcortex (M1)
Brodmann gebieden kunnen verder opgedeeld worden
Hersenen
Corpus callosum (hersenbalk), cerebellum, thalamus (bovenop middenhersenen)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dieterleemans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.