Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
(1) Manager
Iemand die als leidinggevende met anderen en met hulp van anderen werkt door hun
werkzaamheden te coördineren, met als oogmerk de doelstellingen van de organisatie
te realiseren.
1. managers moeten zaken gedaan krijgen
« Management is the art to get things done through people » Mary Parker Follet
=> managers creëren de omgeving en voorwaarden zodat anderen het werk kunnen
uitvoeren en de beoogde resultaten worden bereikt
=> managers coördineren het werk en leiden/motiveren: proces, procedures,
« het systeem »
2. managers willen succes (doelstellingen halen op een effectieve en efficiënte manier)
= ze moeten zorgen voor succesvolle bedrijven
=> Succes moet “georganiseerd” worden:
« La chance ne favorise que les esprits bien préparés » Louis Pasteur
=> succes moet je plannen, uitvoeren, controleren, bijsturen met beperkte middelen
=> vaak in een turbulente, veranderende omgeving
cf. crisis, globalisatie, e-business, kwaliteit, ethiek, MVO, ...
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
Organisatieniveaus bij bedrijven met Traditionele opbouw
(meer werknemers onderaan de ladder)
(2) Lagere managers
Managers in de lagere regionen van de bedrijfsstructuur. Deze mensen geven leiding aan
en coördineren het werk van de ‘ gewone ‘ werknemers die de producten of diensten
van de organisatie genereren.
bv. Teamleider, productmanager, kantoormanager, chef, ..
(3) Middenmanagers
Managers tussen de lagere managers en de topmanagers in. Deze mensen geven leiding
aan en coördineren het werk van de lagere managers.
bv. Afdelingshoofd, projectleider, divisiemanager, ..
(4) Hogere managers of Top managers
Managers in de top van het bedrijf, die verantwoordelijk zijn voor het definiëren van
doelstellingen en het nemen van beslissingen die van invloed zijn op de organisatie als
geheel.
bv. CEO, COO, managing director, ..
(5) Hiërarchie
De ononderbroken lijn van gezag die van het hoogste organisatieniveau naar de lagere niveaus
loopt en die verduidelijkt wie aan wie verantwoording moet afleggen.
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
vb.
Sella Field Plant: nucleair schandaal
geen People skills => People are no robots
geen safety cultuur
geen safety strategie
slecht job design, vooral werkomgeving was niet aangepast
geen motivatie : “just stamp and pay”, geen intrinsieke motivatie
Slecht management geen communicatie
geen opvolging en controle
gebrekkige planning
machtspelletjes
slechte “beslissingen”
(6) Management
= Het proces van het leiding geven aan en het coördineren van werkzaamheden,
zodat deze efficiënt en effectief met en door anderen kunnen worden uitgevoerd.
Uitleg:
→ Proces taken of primaire activiteiten waarbij manager betrokken
= doorlopend (komen steeds terug)
→ Taken 1. Plannen
2. Organiseren
Komen in dezelfde volgorde terug
3. Leiding geven
Vb. Feest => alle stappen => nieuw feest
4. Controleren
Manager VS niet-manager
- Leiding geven - Gecoördineerde taken uitvoeren
- Coördineren
* Kan ook uitvoerende taken * * Kan ook managementactiviteiten *
bv. Teamleider schade afhandeling bij bv. Teamleden die plannen ontwikkelen,
een verzekeringsmaatschappij: beslissingen nemen, ..
kan zelfs claims behandelen
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
→ Efficiëntie & Effectiviteit:
(7) Efficiëntie
Het behalen van de grootst mogelijke productie met de minst mogelijke input. Activiteiten op de
juiste manier uitvoeren, ofwel: de dingen goed doen. (zo min mogelijk bronnen verspillen)
(Doelmatigheid) Middelen om iets gedaan te krijgen
(grondstoffen, geld, tijd, mensen)
(8) Effectiviteit
Het voltooien van de juiste activiteiten voor het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen,
ofwel: de goede dingen doen. (doeltreffendheid)
activiteiten uitvoeren die leiden tot realisatie van de bedrijfsdoelstellingen
= Einddoel
Efficiëntie (middelen) Effectiviteit (Doelen)
Gebruik van Realisatie van de
bronnen doelstellingen
Weinig verspilling Maximale Resultaten
Management streeft naar:
(1) zo min mogelijk verlies van bronnen (hoge efficiëntie)
(2) Realisatie zoveel mogelijk doelstellingen (hoge effectiviteit)
« Management is INGRIJPEN met INZICHT en OPZET » Antoon De Leeuw
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
Wat doen managers:
manieren om naar managementwerk te kijken
(1) Functies en Processen
(2) Rollen
(3) Vaardigheden
(4) Omgaan met veranderingen
1. De Normatieve Benadering
1. Functies en processen = 4 management functies POLC - Henri Fayol
Planningsfunctie
(9) Plannen
Het formuleren van doelstellingen, het ontwikkelen van strategieën voor het realiseren van deze doelstellingen, het
ontwikkelen van plannen om de benodigde werkzaamheden te integreren en coördineren.
Organisatiefunctie
(10) Organiseren
Het vaststellen van de taken die moeten worden uitgevoerd, wie wat moet doen, hoe taken samen moeten worden
uitgevoerd, wie verantwoording moet afleggen aan wie, wie welke beslissingen moet nemen.
Leiding geven
(11) Leiding geven
Het motiveren van werknemers, het ondersteunen van afzonderlijke werknemers en werkgroepen tijdens het werk,
het kiezen van de efficiëntste communicatiekanalen en het oplossen van problemen met werknemers.
Beheersings - of controlefunctie
(12) Controleren
Het vaststellen van de daadwerkelijke prestaties, het vergelijken hiervan met prestatienormen en het zo nodig
nemen van corrigerende stappen.
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
Soms 5 Management Functies POLCC - Henri Fayol
= De managementcyclus
o “Prévoir”: Planning
o “Organiser”: Resources and people
o “Commander”: (Leading) Make people work
o “Coordiner”: Make specialized functions work together
o ”Contrôler”: Are plans executed and goals attained
Deze functies lopen door elkaar
= Managers doen wat van alles
= afhankelijk van hun niveau doet elk individu meer van het één, dan van het ander
• Top managers
= Planning (84), Organizing (70), Controlling (61), Leading (33)
• Middle managers
= Organizing (52), Controlling (50), Leading (50), Planning (45) {Onderzoek}
• First-line managers - Scored on 100 -
= Leading (65), Controlling (38), Organizing (31), Planning (25)
(13) Het managementproces
Het geheel van beslissingen en werkzaamheden waarbij managers betrokken zijn tijdens het plannen, organiseren,
leiding geven en controleren.
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
2. Beschrijvende Benadering
2. Rollen = de 10 management rollen van Mintzberg
(14) Managementrollen
Specifieke categorieën voor managementgedrag.
in verschillende rollen wordt vaak een ander soort gedrag verwacht.
(15) Intermenselijke Rollen
Managementrollen die te maken hebben met mensen en vertegenwoordigende
en symbolische zaken.
X 1. Boegbeeld
2. Leider
3. Aanspreekpunt
(16) Informatieve Rollen
Managementrollen die te maken hebben met het ontvangen, verzamelen
en verspreiden van informatie.
4. Monitor
5. Verspreider
X 6. Zegsman
(17) Beslissingsrollen
Managementrollen die te maken hebben met het maken van keuzes.
7. Ondernemer
8. Probleemoplosser
X 9. Toekenner van middelen
X 10. Onderhandelaar
*Ongeacht bedrijf Soortgelijke Rollen
*Ongeacht niveau
X = Rollen hoger management
Boek p. 11: exacte omschrijving Rollen
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
3. Management Vaardigheden
3A. Vaardigheden = Model Van Katz
Drie belangrijke vaardigheden of competenties nodig
(18) Technische Vaardigheden / Technical Skills
Vakkundigheid in en kennis van een specialistisch vakgebied (inhoud).
Vb. Techniek, computers, accounting, productie
belangrijk op lagere managementniveaus
(cf. deze managers staan in contact met productiepersoneel)
(19) Menselijke Vaardigheden / Human Skills
De vaardigheid goed met anderen te kunnen samenwerken, zowel met
individuen als in teamverband (relatie).
Vb. Communiceren, motiveren, leiden, inspireren
Op alle managementniveaus even belangrijk
(cf. altijd werken met mensen)
(20) Conceptuele vaardigheden / Conceptual Skills
Het vermogen om over abstracte en ingewikkelde situaties na te denken
en ze te conceptualiseren (abstract denken).
Vb. bedrijf als geheel overzien, relaties tussen diverse
bedrijfseenheden begrijpen, plaats bedrijf in het grotere geheel
zien, plannen in welke richting organisatie zich moet ontwikkelen.
Vooral van belang op het niveau van Topmanager
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
3. Management Vaardigheden
3B. Emotional Intelligence (EQ) – Goleman
Monitoren van de eigen emoties:
Mensen met een hoog EQ kunnen - eigen emoties goed inschatten
- deze gepast inzetten.
Monitoren van de emoties van anderen:
Mensen met een hoog EQ kunnen - emoties van anderen goed inschatten
- gepast op reageren.
Sociale vaardigheden:
Mensen met een hoog EQ zijn in staat om - met veel mensen een kwaliteitsvolle en
duurzame relatie opbouwen.
Zichzelf motiveren:
Mensen met eenhoog EQ zijn in staat om - zichzelf doelen te stellen
- eigen motivatie op peil te houden
4. Veranderingen
zie einde H2
, Samenvatting Bedrijfsmanagement
Rani Stessens HW 1e Bach
Hoofdstuk 1: Inleiding tot management en organisaties
Wat zijn organisaties
(22) Organisatie
Een geheel waarin mensen op een doelbewuste manier samenwerken om specifieke doelstellingen te
verwezenlijken.
Een organisatie heeft steeds 3 kenmerken
1. Een Specifiek Doel Doelgericht / Doelstellingen
2. Mensen/cultuur Sociale entiteit / Doelstellingen realiseren
3. Doelbewuste Structuur Gestructureerd en gecoördineerd
systeem van activiteiten
Gelinkt de externe omgeving
(input/output)
vb. faculteit, universiteit, studentenvereniging, overheidsinstelling, de kerk, Bol.com,
bakker, liefdadigheidsinstelling, voetbalteam, ..
De veranderende organisatie
(23) Organisatieconcept
Het beeld dat aangeeft hoe er over organisaties wordt gedacht en hoe ze van daaruit worden
vormgegeven.