Samenvatting hoofdstuk 2 - 17 van het deel neurofysiologie van het vak neurowetenschappen uit 2e bachelor geneeskunde. Gegeven door prof. Theys en prof. Decramer (KULAK)
HOOFDSTUK 2 - TECHNIEKEN
INLEIDING
Elke techniek bezit een specifieke spatiale en temporale resolutie
LETSELSTUDIES
Leasies kunnen postmortem of ahv beeldvormingstechnieken gecorreleerd worden aan
functieverlies
- Patiënt HM :
o Hippocampus verwijderd anterograde amnesie
o Unilateraal vaak uitgevoerd voor epilepsie
- Leborgne:
o Letsel in Broca motorische afasie
- Phineas Cage :
o Letsel in orbitofrontale Cx volledig andere persoonlijkheid
- Patiënt DF
o CO vergiftiging letsen in lateraal occipitaal complex
o Problemen met ventrale visuele stroom kon geen objecten herkennen
Bij proefdieren kunnen experimenteel selectieve letsels gemaakt worden
Tijdelijke en reversibele (in)activatie door injectie famracologische agentia of door koeling
EEG EN MEG
EEG = elektro-encephalografie (Bij slaaponderzoek en diagnose epilepsie)
meet microvolt fluctuaties veroorzaakt door elektrische activiteit van grote populaties
neuronen
Aantal actieve neuronen: Hoe meer, hoe groter het signaal
Timing van actieve neuronen: hoe meer synchroon, hoe groter de amplitude van het
signaal
MEG = magneto-encephalografie
meet zwakke magnetische velden geïnduceerd door miljoenen aanpalende actieve
neuronen
Hogere spatiale resolutie
MICRO-ELEKTRODE-REGISTRATIES
Meten local field potentials (LFP’s) en spikes (single-unit activity)
multi-unit activity = som van spiking activiteit
,Registratie door plaatsen extracellulaire micro-elektroden in hersenparenchym
Acuut of chronisch
Via een elektrode of via multi-elektrode arrays
LFP = alle elektrische activiteit thv de elektrode tip
PET EN FMRI
Andere kant spectrum: lage spatiale resolutie en lage temporele resolutie
Indirecte technieken: meten gevolgen van verandering in neurale activiteit
verandering in bloedvoorziening want: verhoogde neuroale activiteit; verhoogde
zuurstofnood,
verhoogde bloedtoevoer
PET: regionale bloedtoevoer na injectie radioactieve merker (lage spatiale resolutie)
fMRI: verhouding oxy- en deoxyhemoglobine = BOLD-signaal (goede spatiale resolutie)
TMS EN TDCS
TMS = transcraniële magnetische stimulatie
niet invasieve techniek
verandering magnetische veldsterke induceert een stroom
1) Grote elektromagneet op de schedel geplaatst
2) Korte intense stroompuls gegenereerd
3) Magneetveld ontstaat
4) Inductie elektrische stroom in onderliggende hersenweefsel
5) Transiënte verandering lokale neurale activiteit
tDCS = transcraniële direct current stimulation
stroom tussen anode en kathode
bij anode stimulatie = depolarisatie, kathode stimulatie = verminderde neurale
activiteit
OPTOGENETICA
Genen die coderen voor opsine inplanten via virale vectoren
via glasvezels/LEDs kunnen lichtgevoelige eiwitten geactiveerd worden (~
lichtschakelaar)
Sterke koppeling tussen het vuren van specifieke neuronen en het licht
Neuronen selectief activeren of inactiveren?
Hoge spatiale en temporele resolutie
,HOOFDSTUK 3 - SENSORIËLE
CODERING
DE SENSORIËLE EENHEID
= het geheel gevormd door het sensoriële neuron van de eerste orde en daarmee
verbonden receptoren
Functie: uitwendige energie, die inwerkt op de receptor, omzetten in een reeks
actiepotentialen
Indelen obv de soort energie waar ze gevoelig voor zijn:
- Pre-receptor: alles tussen buitenwereld en de receptor
o Optimalisatie voor receptor-buitenwereld interactie
- Receptor: uitwendige energie omgezet in receptorpotentiaal
o Langzame potentiaal, summatie
o Amplitude is proportioneel aan inwerkende energie
- 1e orde neuron: receptorpotentiaal omzetten in een reeks actiepotentialen
o Drempel
o Saturatie
o Refractaire periode
DREMPEL
Enkel als stimulus een receptorpotentiaal boven een bepaalde drempel veroorzaakt,
ontstaat er een AP
SATURATIE
Vanaf een bepaalde stimulusintensiteit is er geen toename meer in de frequentie van
actiepotentialen
REFRACTAIRE PERIODE
Na het afvuren van een AP moet een neuron herstellen
korte duur geen AP meer mogelijk = refractaire periode
Duur hiervan is variabel
afhankelijk van type neuron
STIMULUS EN RECEPTIEF VELD
Stimulus = speciale energieverdeling, beperkt in ruimte en tijd
, RV: sensoriële eenheid = deel van receptor oppervlak van waaruit receptor kan worden
gestimuleerd
hogere orde neuron = deel van receptor oppervlak van waaruit het neuron kan
worden beïnvloed
CODEREN VAN STIMULI
MODALITEIT
Soort energie wordt gecodeerd door de specificiteit van de sensoriële eenheid
Specificiteit komt er doordat de relatieve specificiteit van de receptor door de drempel
wordt omgezet in absolutie specificiteit
Activiteit in het 1e orde neuron, toont aan welke soort energie er is
LOCATIE
Plaats van inwerkende energie wordt gecodeerd door de topografische organisatie van de
sensoriële systemen.
Spatiale relaties tussen receptoren worden bewaard in kernen/banen van hogere orde
INTENSITEIT
Gecodeerd door de frequentie van de AP en aantal actieve neuronen
DUUR
Verschillende respons mogelijk afhankelijk van adaptatie:
- Geen: tonische respons vuurt tot stimulus wegvalt
- Volledige adaptatie: fasische respons na enkele ms stopt neuron met vuren
- Gemengd: fasico-tonische (vroeg fasisch, laat tonisch)
ALGEMENE KENMERKEN VAN SENSORIËLE SYSTEMEN
1) Multipele representaties of mappen: spatiale kaart van receptor oppervlak
komt op verschillende lagen van corticale gebieden voor
2) Parallele informatieverwerking
3) Seriële schakeling van kernen (hiërarchie)
4) Plasticiteit: letsel zorgt voor reorganisatie van corticale map
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Geneeskunde2321. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.