Samenvatting groepdynamica Monique bekker
H2 (paragraaf 2,1 tot 2,8) 2.6 niet.
H3 Paragraaf 3,1 tot 3,5)
H4 (paragraaf 4.1 tot 4.5 en 4.13 tot 4.14)
H5 (paragraaf 5.1 tot 5.2 en 5.7 tot 5.10)
Presentatie groepsdynamica - Leergemeenschap - Avans Social Work - jaar 2
Social impact & groepsdynamica deelopdracht incl. waarde propositie canvas
Groepsdynamica 3 verslag
Tout pour ce livre (10)
École, étude et sujet
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Toegepaste Psychologie
Psychologie de basis
Tous les documents sur ce sujet (53)
11
revues
Par: kuona95 • 9 mois de cela
Par: vameas • 2 année de cela
Par: girl_neslihan • 3 année de cela
Par: psycholoog24 • 3 année de cela
Traduit par Google
@girl_neslihan: Thank you very much for the good review!!
Par: imane17 • 3 année de cela
Par: psycholoog24 • 3 année de cela
Traduit par Google
Thank you Imane!!
Par: lizzowusu • 3 année de cela
Par: thirzarhod • 3 année de cela
Par: psycholoog24 • 3 année de cela
Traduit par Google
Thirza thanks you too for the review!! If you have any questions about the summary, you can always ask them.
Par: chenop99 • 3 année de cela
Par: psycholoog24 • 3 année de cela
Traduit par Google
Thank you for the review! If you have any further questions about the summary, please send a message
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
psycholoog24
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 2
2.2 Wat is een groep
Sociale interactie in de groep
Groep: Samenstelling van 2 of meer afhankelijke individuen die elkaar beïnvloeden door sociale
interactie
Sociale interactie: De manier waarop groepsleden elkaar beïnvloeden. Dit gebeurt door elkaar te
observeren, te praten en te leren me elkaar. Dit kan verbaal en non-verbaal. Een groep moet elkaar
ook regelmatig zien om goed te kunnen functioneren
Verbondenheid door middel van contact
Het is dus belangrijk voor een groep om elkaar te spreken, anders wordt het contact steeds slechter.
Louterblootstelling effect: Mensen hoeven elkaar kort, maar wel regelmatig te zien om elkaar
aardiger te vinden en een groepsgevoel te creëren
Structuur binnen een groep.
Voor de structuur van een groep zijn de rollen, normen en status van belang.
Rol: Wie ben jij en hoe gedraag jij je in de groep
Norm: Regel die is opgelegd door de groep zelf of door de docent. Bijv.: Er mag niet te laat worden
gekomen.
Status: Manier waarop de andere groepsleden naar jouw kijken als groepslid. Dit kan positief of
negatief zijn.
Grootte van de groep
Dydade: 2 leden
triade: 3 leden
De kleine groep: 4 tot 20 leden
De maatschap: 20 tot 30 lede
De massa: Meer dan 30 leden
Doelen van de groep
Het groepsdoel: Een groepsdoel is een door iedereen opgelegde zelfde situatie. Dit versterkt de
cohesie of verbondenheid van de groep. Zonder een groepsdoel kan de groep geen goede
vooruitgang tonen, omdat het doel niet geëvalueerd kan worden.
Verbondenheid of cohesie.
Cohesie/verbondenheid: De mate waarmee de groep met elkaar is verbonden. Dus hoe groot is de
samenhang tussen de groepsleden. Verbondenheid speelt zich af op 2 niveaus individueel en
groepsniveau.
Individuele verbondenheid: De groepsleden vinden elkaar aardig, respecteren en vertrouwen elkaar
Groepsverbondenheid: De groepsleden hebben een ‘wij-gevoel’. Ze hebben nog meer
zelfvertrouwen en voelen minder angst.
Ontwikkeling
Groepsontwikkeling van Tuckman
1. Forming: De groep ontstaat en groepsleden bepalen hun plaats
2. Storming: groepsleden verkennen de grenzen, beïnvloeden elkaar en plegen soms verzet
naar elkaar
, 3. Norming: De groep bereikt consensus en maakt afspraken
4. Performing: De groep is productief
5. Adjourning: De groep gaat uiteen
Groepsontwikkeling van Schutz
1. Inclusiefase: Groepsleden komen bij elkaar
2. Controlefase: Groepsleden testen elkaars macht en invloed
3. Affectiefase: De groepsleden investeren in vriendschap en samenwerking.
2.3 Soorten groepen
Primaire en secundaire groepen: primaire groepen kenmerken zich door intieme relaties en direct
persoonlijk contact en status heeft geen invloed Bijv: families. Secundaire groepen zijn een stuk
formeler en afstandelijker. Status heeft wel invloed.
Sociogroepen en psychegroepen.
Sociogroep: Je bent alleen lid van deze groep, omdat je naam er deel van uitmaakt. Bijvoorbeeld als
je een petitie hebt ondertekend
Psychegroep: je voelt je als persoon aanwezig en verbonden met de groep. Bijvoorbeeld
lidmaatschap bij een scouting club.
Formele en informele groep
formele groep: er wordt vrijwel volledig gehouden aan de opgelegde regels en normen.
Informele groep: Er zijn geen of wordt niet gehouden aan opgelegde regels en normen.
In en out groups
De ingroup: De groep met wie jij je identificeert. Bijvoorbeeld jouw favoriete voetbalclub
De outgroup: De groep met wie jij je totaal niet identificeert. Bijvoorbeeld de aartsrivaal van jouw
favoriete voetbalclub.
2.4 groepslid of groepsleider
Waarom willen mensen graag bij een groep horen
Een veilig gevoel hebben: Het neemt de onzekerheid weg
Status: mensen zien dat je ergens bij hoort
Eigenwaarde: Je zelfvertrouwen gaat omhoog
Affiliatie: mensen vinden het fijn om met anderen om te gaan.
Macht: samen sta je sterker
Doelen bereiken: Door samen te werken bereik je sneller je doelen.
Een nieuwe groep.
Wat bepaald tot wie je aangetrokken voelt in een nieuwe groep
Ruimtelijke nabijheid: Hoe dicht is de ander in de buurt en maakt die ander deel uit van je
naaste omgeving
Gelijkenis: Hoe erg heeft de persoon dezelfde opvattingen, gedragingen en ook uiterlijk
Zelfonthulling en openheid: Hoe open is iemand over zichzelf
Wederkerigheid: Is de ander bereid om naast te nemen ook te geven.
, Nadelen van groepslid zijn:
Aanpassen: Je moet je aanpassen aan de groep en de groepsregels. Hoe hechter de groep hoe meer
aanpassing er van je verwacht wordt.
Buitensluiten: groepen zijn goed in het buitensluiten van anderen en ook vijanden maken.
Onbewust laten beïnvloeden: Je laat je heel snel beïnvloeden door de groep. Je waarneming en
gedrag veranderd naar dat van de groep.
2.5 Begeleiden van groepen
Door kennis van groepsdynamica kunnen groepsbegeleiders kunnen zij kijken of de problematiek in
de groep wordt veroorzaakt door groepsdynamica of persoonlijke eigenschappen.
2.7 Basisbehoeften binnen groepen
Zelf determinatie theorie.
Theorie van Deci en Ryan die ervan uit gaat dat mensen zich doorlopend willen ontwikkelen.
De zelfdeterminatietheorie richt zich op de menselijk motivatie en persoonlijkheid, die
betrekking hebben op onder andere de aangeboren psychologische menselijke behoeften.
Het onderzoekt de redenen van de keuzes die mensen maken vanuit zichzelf.
Het ontwikkelen wordt ingegeven door 3 psychologische basisbehoeften.
Autonomie: Het gevoel dat jij degene bent die de beslissingen neemt in jouw leven
Competentie: Het gevoel dat jij bekwaam genoeg bent om jezelf te ontwikkelen
Verbondenheid: Het gevoel dat jij mensen om je heen hebt die om je geven.
De 3 psychologische basisbehoeften onderscheiden zich van fysiologische behoeften (honger
en dorst), omdat deze behoeften nooit vervuld kunnen worden. Mensen zullen altijd
doorgaan om zichzelf te ontwikkelen, terwijl fysiologische behoeften komen en gaan.
Groepsontwikkeling model van Schutz
Het model van groepsontwikkeling model van Schutz stelt dat een groep 3 basisfuncties doorloopt.
Inclusie fase: In deze fasen zijn alle deelnemers bezig met het “erbij willen horen”.
Groepsleden scannen in hoeverre zij zich aan kunnen sluiten bij de groep. Ook worden er al
enkele regels besproken.
Controle Fase: In deze fase zijn alle inclusiebehoeften bevredigd. De plekken in de groep zijn
duidelijk en nu gaan de groepsleden op hun manier invloed uitoefenen op de groep. De een
doet dit door sterk verbaal aanwezig te zijn en de ander doet het door mokkend te zwijgen.
Hierdoor ontstaan er veel discussies in de groep. Als de groep de problematiek niet goed
oplost, dan kunnen de groepsleden in controle gerelateerde problemen terecht komen. De
strijd om de macht blijft steeds terugkomen en er staan informele leiders op.
Affectie fase: Naarmate de cohesie zich steeds meer ontwikkeld gaan de groepsleden beter
samenwerken. De woorden wij en ons worden vaker gebruikt en het wij-gevoel wordt
sterker. Het is een hele prettige sfeer, maar dit heeft ook nadelen. Het grootste nadeel is dat
de groepsleden elkaar geen kritiek meer durven te geven, waardoor er domme beslissingen
worden gemaakt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur psycholoog24. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.