College 3 van Vloeiendheid 2. Mijn documenten zijn een uitgebreide uitwerking van de colleges afbeeldingen.
In dit college gaat het over de stottertherapie bij schoolgaande kinderen met intermediate stotteren.
Het gaat echt over de therapie en de therapeut; eigenschappen en de opvattingen van de...
HC2. Onderzoek bij schoolgaande kinderen.
HC2. Therapie bij schoolgaande kinderen.
HC1. Onderzoek bij schoolgaande kinderen.
Tout pour ce livre (6)
École, étude et sujet
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Logopedie
Vloeiendheid 2
Tous les documents sur ce sujet (5)
Vendeur
S'abonner
annefreerkjedevries
Avis reçus
Aperçu du contenu
HC. Therapie bij schoolgaande
kinderen.
Voorafgaand aan de therapie.
Eigenschappen van de therapeut;
De eigenschappen van de therapeut zijn belangrijk; datgene wat jij aan persoonlijke kwaliteiten te
bieden hebt aan jouw cliënt. Het contact tussen jouw en je cliënt heeft zoveel effect op je therapie.
- Empathie; Het vermogen je in te leven in je cliënt.
Je ontwikkelt empathie door met je cliënt in contact te zijn. Wanneer jij laat merken dat je
niet bang bent voor het stotteren en met een open en geïnteresseerde houding naar het
stotteren kijkt, geeft dat vertrouwen.
- Warmte; de toon van je stem, houding en expressie.
Expressie is veel belangrijker dan datgene wat je zegt.
- Echtheid; Wees eerlijk. Durf fouten te maken en erken ze ook. Natuurlijk heb je je
professionele houding en ben je anders in contact met een cliënt dan met vrienden. Maar
echtheid wordt vaak gevoeld. Wanneer je oprecht bent kun je heel veel zeggen.
- Voorkeur voor EBP http://www.nedverstottertherapie.nl/
Als logopedist werken we vanuit de wetenschappelijke basis. Onderzoek moet betrouwbaar
zijn en therapeutische interventies ook. Je moet kunnen onderbouwen waarom je de dingen
doet die je doet. Check en blijf checken of het idd helpend is voor jouw cliënt. Ook omdat
stottertherapie maatwerk is, wat voor de meesten goed werkt hoeft niet voor jouw cliënt te
gelden. Blijf dus zelf ook kritisch nadenken.
- Bijscholen/specialiseren; Als beginnend beroepsbeoefenaar heb je basiskennis, zo ook over
stotteren. Maar bijscholen is zeer belangrijk.
- Kritisch en creatief zijn.
Er zijn ook methodes die niet wetenschappelijk bewezen effectief zijn. Dit betekent niet dat
ze niet werken. Je kunt ze dus opzich wel gebruiken. Kijk wel kritisch naar de methode, het is
goed hier enige kennis van te hebben.
Opvatting van de therapeut.
De manier waarop je als therapeut denkt over en kijkt naar stotteren beïnvloedt ook je handelen.
Guitar zegt het volgende: Predispositie, fysiologische factoren en omgevings- en
ontwikkelingsfactoren leiden tot kernstottergedragingen. Dat zijn meestal herhalingen. De reacties
daarop gaan dan gepaard met spanning en sneller praten = secundair gedrag. Daar komen ook weer
negatieve gevoelens en gedacht uit voort.
Angst en vermijdingsreacties zijn aangeleerd en kunnen ook weer worden afgeleerd =
de- conditionering.
De opvatting van de therapeut bepaalt hoe er gehandeld wordt in onderzoek en therapie:
Onderzoeken:
Niet alleen de hoorbare en zichtbare kenmerken meten (SSI). Ook kijken naar factoren in de persoon
zelf. Wanneer je ervan uitgaat dat stotteren multifactorieel is en een ‘binnenkant’, een ‘buitenkant’
en omgevingsfactoren kent, doe je dus ook onderzoek naar al deze factoren en neem je hieruit
werkpunten mee in je therapie
- Hoe denkt het kind over zichzelf en over zijn stotteren?
- Is er sprake van vermijdingsgedrag? Hoe dan? Andere woorden? Spreeksituaties uit de
weg gaan?
- De rol van de omgeving (omgevingsfactoren). Jullie treft geen schuld, maar jullie hebben
wel invloed. Ook school erbij betrekken.
, Implicaties voor therapie:
Een jong kind zonder secundaire reacties behandel je anders dan een schoolgaand kind met mogelijk
wel secundaire reacties. Daarbij werk je niet alleen aan spreektechnieken.
Wat heeft de cliënt nodig.
Waarmee kan ik helpen en wat heeft prioriteit? Stottertherapie is altijd maatwerk.
Shared deciscionmaking zorgt voor meer motivatie.
- De stotterfrequentie verminderen:
Dit kan op verschillende manieren. Belangrijk is geen ander ongewenst gedrag te triggeren:
bijvoorbeeld eerst diep ademhalen voor je spreekt, of tussenwoordjes gebruiken.
- De abnormaliteit van de stotters verminderen;
Dit gaat over de stotterernst. De communicatie raakt verstoord door geconditioneerde
spanning en strijd rondom de stotter. Je probeert vecht en vermijdingsgedrag (oogknipperen,
kaken sperren) zo te transformeren dat de communicatie niet verstoord raakt. Die neem je
mee in je therapiedoel. Makkelijker stotteren, zonder toeters en bellen = vloeiender
stotteren.
- Negatieve gevoelens over stotteren en spreken verminderen;
Angst en schaamte maakt het stotteren ‘groter’. Leerprincipes als klassieke conditionering
en operante conditionering spelen hierin een grote rol. Voorbeeld: bellen=blokkeren>angst
voor bellen. (klassieke conditionering). Operante conditionering (leren door beloning en
straf): wanneer ik blokkeer en met mijn hoofd schudt en het woord komt er uit, heb ik ‘uit de
stotter komen’ en hoofdschudden gekoppeld> dus als ik de volgende keer weer met mijn
hoofd schudt kom ik eruit> de opluchting daarover werkt onbewust belonend dus wordt het
gedrag herhaald.
Leren meer positief te denken over het stotteren. Door veel over stotteren te praten komt er
een soort van acceptatie. Leren meer realistisch te zijn over het stotteren.
- Vermijdingsgedrag verminderen;
Vermijdingsgedrag is ontstaan door het temperament van het kind en door
conditioneringsleerprocessen. Dit wordt steeds complexer naarmate het langer bestaat.
O.a. door vrijwillig stotteren> gevoel van controle over het praten terug en het werkt
desensitiserend> angst verlagend. Een stottermoment anders benaderen; langzamer spreken
als je een stotter verwacht, kan ook helpen om de angst te verlagen en het
vermijdingsgedrag aan te pakken.
Situatievermijdingsgedrag is ook ongewenst; samen met een kind een hiërarchielijst
opstellen (wat vind jij het meest enge situatie).
- Communicatieve vaardigheden versterken.
Alleen werken aan de spreektechniek heeft eigenlijk geen effect. Want je werkt niet aan de
angst.
- De omgeving van de cliënt beïnvloeden;
Ouder en kind interactie. Video-opnames. Ook bij oudere kinderen nog van belang.
Stottertolerantie, kwaliteitstijd met je kind, langzaam spreken, zorgvuldig luisteren, ruimte
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annefreerkjedevries. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.