Maatschappijgeschiedenis van
de middeleeuwen
1. De middeleeuwen: begrip en periodisering
A. Het begrip “middeleeuwen”
Erg negatieve lading: barbaars, gewelddadig, onhygiënisch, etc.
Oorsprong: Humanisme en Renaissance
o 14de eeuw It: intellectueel-culturele beweging
o Hergeboorte van de antieke cultuur
Ad fontes: naar de bronnen, op zoek gaan in bibliotheken, ontdekten het
klassieke (pure) Latijn van de klassieke oudheid
Klassiek latijn beter dan ME latijn
Translatio, imitatio en aemulatio: men vertaalt de tekst of men maakt een
imitatie, men verbeterd de teksten
o Humanisme: studia humanitatis betere mensen creëren
Focussen op grammatica, retorica, geschiedenis, etc.
HB p. 186-189
Humanisme en Renaissance
Humanisten moesten weinig hebben van de universitaire geleerdheid, maar waren niet
tegen de scholastiek gewoon omdat ze aanhangers waren van het vrije denken.
Renaissance =/= Verlichting
o Scholastiek: sinds midden 12de eeuw, geleerdheid gestoeld op dialectica
(redeneerkunde en taallogica)
Renaissance ontstond halverwege 14de eeuw + betekent “wedergeboorte”: klassieke
beschaving van oude Rome moest nieuw leven worden ingeblazen.
Middeleeuwse barbarij gebracht door de Goten ( “Gotiek” voor laatmiddeleeuwse
kunststijl) kunstenaars zorgden voor “renaissance” in kunst, hoewel ze niet het
voorbeeld volgenden van de Antieke kunst, vooral in de bouwkunst.
Vlaamse Primitieven onderscheiden zich met hun minutieuze aandacht voor het detail
erg gewild in Italië.
Humanisten: personen die in de literatuur en de geleerdheid naar een wedergeboorte van
de klassieke beschaving (Latijnse taal en literatuur) streefden
o Afgeleid van umanista: docent in Latijnse taal, welsprekendheid, dichtkunst en
literatuur (studia humaniora) =/= centraal stellen van de mens/ontdekking van het
individu.
o Beschaving terugbrengen door hervorming van onderwijs, liever een literaire
opvoeding dan logica en redeneerkunde.
o Jacht op handschriften van klassieke auteurs, werden vergeleken om
oorspronkelijke tekst te herstellen bevordering filologie + archeologie
(materiele overblijfselen ook geliefd)
Francesco Petrarca (1304-1374): Italië
Desiderius Erasmus (1466-1536): noordelijk Europa, leider van “christelijk humanisme”:
niet enkel het Latijns maar ook geloof is vervallen bronnen geloof (bijbel + kerkvaders)
centraal zetten
Als literaire beweging groot succes maar als intellectuele beweging minder: tradities van
1
, scholastiek waren institutioneel verankerd, zou zich tot moderne tijd weten te handhaven.
o Humanisten:
Petrarca 14de eeuw (1304-1374): saecula tenebrae (duistere eeuwen), vorige
eeuwen was een barbaarse periode met hem het ontstaan van
negatief/donker beeld over ME
15de eeuw: Media tempestas/aetas/tempora (tussentijd)
Cf. “gotische” stijl voor ME kunst
o Verspreiding
Latijnse scholen en universiteiten verspreiding humanisme
17de eeuw: historici nemen term over
Kristoph Keller (1688): Historia Medii Aevii: vanaf dan vaste
periodisering Oudheid – ME – (vroeg) modern
Burckhardt (1860): Die Kultur der Renaissance in Italien: absoluut succes,
vertelt het verhaal over Italiaanse humanisten de ME hebben afgeschaft en
de mens ontdekt zichzelf en de wereld rond om zichzelf Kind van zijn tijd:
verlichting en Franse revolutie
o Verlichting en Franse revolutie: tegen de ME, reden tegen geloof, een anti-periode
van waarden tegen eigen waarden die centraal staan
de
19 eeuw en Romantiek
o Tegenbeweging met Romantiek (1800-1850): verheerlijking ME
<-> veranderingen (industrialisering) en rationalisme
Emotie, natuur, verleden, individualisme, verbeelding, etc. vinden deze
terug in ME, verband met nationalisme
Teruggrijpen naar de ME
o Nationalisme: op zoek naar het eeuwenlange bestaan van een volk in de ME
o Architectuur: “Gothic Revival”
Eugène Viollet-le-Duc (1814-1879): wilt veel van verwoeste gebouwen
renoveren en herstellen, maar gaat te ver, maakt ze middeleeuwser veel
invloed op ons, zo zien we kastelen maar zijn niet zo hoe ze in de ME echt
waren
o Literatuur romantisme, zoeken naar nationalisme en ontstaan volk in ME:
Sir Walter Scott - Ivanhoe
Victor Hugo – Notre Dame de Paris mythes en verhalen van ME worden
verteld maar eigentijdse waarden zijn erin verwikkelt
Hendrik Consience – de leeuw van Vlaanderen sociale strijd en geen
nationale strijd
o Zorgt voor enorme interesse in ME vanaf 1850: specialisering en
professionalisering
Geschiedwetenschap: mediaevistiek als discipline
Soms vanuit nationalistische agenda: Monumenta Germaniae Historica
Medievalism vandaag verbeelding van ME, maar gekweekt door latere tijden
o Literatuur
o Televisie
o Ideologie
2
,B. Belang en afbakening van de ME
o De eigenheden van de ME
Verschil met vroegmoderne periode?
Volgens Burckhardt/humanisten:
o Renaissance of humanisme? Maar: eerdere “Renaissances”
Begin van Reformatie? Ook ME kenden religieuze
hervormingsbewegingen, de kerk is op verschillende manieren
opgetreden (verandering accepteren of tegen strijden)
Algemene kenmerken van ME:
Einde RR en haar politieke structuren
Dominante positie van Latijnse kerk: maatschappelijk, politiek, etc.
Denken gebonden aan autoriteiten
Agrarisch karakter van economie: vanaf 1000 een schaalvergroting
verstedelijking en bevolkingsgroei
Dynastieke monarchieën die uitgroeien tot staten
Fundamenteel anders:
Lang enkel Europa en Middellandse zee bekend
Regionale focus
Geloof beïnvloedt elk deel van het leven
Grote sociale en intellectuele kloof: enorme sociale ongelijkheid
o Belang van de ME
Grondslagen huidige maatschappij:
Oorsprong staatkundige versnippering (Frankrijk – Franken), vorming
taalgebieden, verstedelijking (Vlaanderen – Brugge, Gent, etc.)
Oorsprong diverse instellingen: monarchieën, parlement,
universiteit, steden
Politiek: parlement, monarchieën, politiek medezeggenschap, steden
Economie: bankwezen, handelskapitalisme, corporatieve
organisaties
Intellectueel leven: literatuur in volkstaal, universiteit, boek (codex)
Religie: start secularisering, verhouding kerk en staat
o Tijd: begin en einde
Ca. 500 n. Chr.
Val RR: politiek-bestuurlijk = breuk
313: Edict van Milaan vrijheid van godsdienst
410: val van Rome door Visigoten
476: Laatste keizer WRR
Maar ook veel continuïteit
Ca. 1500 n. Chr.
1453: val Constantinopel
1520-1530: verovering Amerika
1517: stelling Luther
Maar periode 1000-1750 kent ook veel continuïteit
Brede overgangsperiodes
C. Periodisering en geografie
o Indeling van de ME oppassen met taalverschillen
3
, Vroege ME: 400-1000
Hoge ME of volle ME: 1000-1300
Late ME: 1300-1500
o Middeleeuwse Europa – focus op Europa
ME = Europees begrip
Tijdsindeling past niet voor andere samenlevingen
wel contact met andere gebieden:
Middellandse Zee: contactruimte met Islamwereld
Vanaf 13de eeuw: reizen en contacten met Centraal-Azië, Indië,
Afrika, etc.
Europa: allesbehalve machtigste gebied
Mongoolse Rijk onder Dzjengis Khan - Timoer Lenk (opvolger)
Moslumsultanaten in Granada, Egypte
Chinese rijk onder Ming-dynastie
2. De volksverhuizingen: migratie en mobiliteit in de
vroege middeleeuwen
West- en Oost-RR anno 400 de Barbaarse koninkrijken rond 526
Ondergang of transformatie, en waarom?
o 476: val van West-RR + Odoaker (aanvoerder)
o Verschillende meningen, waarheid ligt in het midden: vele kernelementen
verdwijnen (politieke structuren) maar andere zaken blijven bestaan (het belang van
het Christendom – de kerk, het RR blijft een ideologisch ideaal – Karel de Grote die
zich tot keizer kroont)
o Waarom ondergang? 210 reden volgens een historicus; corruptie, epidemieën, etc.
velen zijn te simplistisch, ook tegenargumenten zijn steeds mogelijk
De barbaren: oorzaak of symptoom?
o Oorzaak: barbaren zijn de oorzaak van de neergang van het WRR
o Symptoom (meer geaccepteerd): barbaren zijn symptoom of gevolg van een
neergang, barbaren gebruiken de zwakte en neergang van het RR push en pull
factoren
Complex en mutli-causaal
A. Wie waren de barbaren?
Bronnen en terminologie
o Barbaren of Germanen?
Latijns Barbarus Grieks: betekent niet-Grieks, de Grieken noemden de
Romeinen dus ook barbaren
Romeinse beeldvorming: Germanen, Slaven en Kelten Romeinen kennen
de volkeren, maken eenvormigheid om ze te benoemen, wanneer de
Romeinen in hun gebieden komen veranderen ze het landschap (steden,
wegen, etc. in plaats van rurale gebieden)
o In ogen van Romeinen
Minachting
4
, Angst: op vlak van krijskunst erg bedreven bodyguards en leger
Ontzag en bewondering
o Geen eigen geschreven bronnen tot °koninkrijken
o Griekse en Romeinse historiografie: gekleurd
Hieronymus in brieven over de Alaric (Ostrogoten) en de plundering van
Rome (409-410) was een van de kerkvaders (grondleggers van Christelijke
intellectuele wereld), bevond zich wel niet in Rome, heeft eigen agenda
(einde van de wereld plundering erg gekleurd)
Tacitus – Germania (ca. 98 n.Chr.): Romeinse consul, historicus, en schrijver,
ca. 56 – ca. 117
Germania (98)
o Beschrijving van Germania en de volkeren die er leefden
o Erg invloedrijk: Germanen als groep met collectieve
identiteit
Duits nationalisme in 19de eeuw: Duitse natie heeft
lange geschiedenis
Bronnen: uit tweede hand
o Belang: perceptie Germanen eerder dan realiteit
Doel: informatief maar vooral ook spiegel voorhouden aan
tijdgenoten
Tekst: over het huwelijk en vrouwen
o Strikte huwelijksmoraal
o Kuisheid
o Geen minnen bij borstvoeding
o Late huwelijksleeftijd sterke kinderen
Tekst 1: Tacitus
Tekst gaat over het huwelijk, de kuisheid van de vrouw en de kinderen. Het is een erg positief
beeld over hun, geeft indirect kritiek op zijn eigen samenleving (van de Romein), op de manier van
huwelijk en overspel, over de senaat en het politieke leven, etc. Hij wilt dergelijk informatief zijn.
Heel betrouwbaar is de tekst niet, zo wordt vermeld dat vrouwen gelijk waren met de man maar
dat klopt niet, in latere wetten/regels worden vrouwen vergeleken of gezien als kinderen.
Het is eerder een kritiek op de Romeinse samenleving dan een correcte beschrijving van
de Germaanse samenleving.
o Archeologie
Bv. Sutton Hoo > Anglo-Saksen: ontdekt in 1939 leert ons iets over de
samenleving: de koning is omringd door vele voorwerpen (niet-Christelijk),
de koning moet zich in het hiernamaals bewijzen. Gaat over Koning
Raedwald van East-Anglia , via bronnen weten we dat hij bekeerde maar
vereerde nog steeds de oude goden.
o Barbaarse bronnen: post-factum (na de feiten)
Franken: Gregorius van Tours (6de eeuw)
Ostrogothen: Jordanes (6de eeuw) enigste die (eventueel) geen bisschop
was maar secretaris
Visigoten, Sueven en Vandalen: bisschop Isidorus van Sevilla (6 de-7de eeuw)
Angelsaksen: Beda Venerabilis (7de-8ste eeuw)
Longobaren: Paulus Diaconus (8ste eeuw)
5
, De organisatie van de barbaarse samenlevingen (niet in het RR)
o Twee types:
Sedentair-agrarische levenswijze
Keltisch, Germaanse of Slavische taal
Leven van landbouw en veeteelt
Permanente nederzettingen
Superieure ijzer-, brons-, zilver- en goudsmeden
Niet-sedentaire barbaren (nomaden)
Afhankelijk van landbouwers
Grote mobiliteit
Erg bekwaam in oorlogsvoering sterk te paard en grote
solidariteit, in dienst genomen als huurlingen maar de Romeinen
hadden veel schrik van hun.
Groepen:
o Hunnen en Alanen/Alemannen (ca. 400)
o Avaren (ca. 550)
o Bulgaren (ca. 680)
o Hongaren/magyaren (ca.890)
Niet Indo-Europees (behalve Alanen): spraken niet in Europese talen
o Sociale organisatie:
Romeins taalgebruik: “stam” (natio of gens) of volk (“populus”)
=Etnische groep of natie ≠ realiteit
<-> Bonifatius (Gotische leider, werd feoderati) en Aetius (rivaal,
scittische oorsprong)
Chiefdoms
Krijgsheer met Gefolgschaft (comitatus) gebaseerd op persoonlijke
loyaliteit op voorwaarde van materiele gunsten
Belang materiele gunsten (oorlogsbuit, prestigegoederen)
“Charisma” van leider
Tekst 2: Gregorius van Tours
Bisschop van Tours van 573-594
o Gallo-Romeinse familie
o Bisschop te Tours tijdens het Frankische rijk
o Belangrijkste bron Merovingische periode
Schrijft Decem Libri Historiarum (Tien boeken met geschiedenis) of Hisotria Francorum
(latere titel), geschreven tussen 574-591
o Chaotische structuur chaotische tijden
o Van °wereld tot eigen tijd
o Geschiedenis van zijn eigen tijd (niet zozeer “de Franken”)
De Vaas bij Soissons en koning Clovis (later bekeerd), Feit of mythe? Maar het werd
opgeschreven voor zijn bekering.
Praktijk leiderschap
o Leider onder gelijken
o Belang beloningen en geweld voor macht
Agenda: beeld Clovis deels barbaars afgebeeld maar ook als efficiënte leider
o Respect voor kerk al voor bekering
6