Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Supply Chain Management - Food & Business D-cluster - Lesaantekeningen + BOEK €6,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Supply Chain Management - Food & Business D-cluster - Lesaantekeningen + BOEK

 105 vues  12 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van Supply Chain Management. Dit vak krijg je in het D-cluster bij de opleiding Food & Business. In deze samenvatting staan de lesaantekeningen (powerpoints) aanvulling van de theorie uit het boek "Werken met Supply Chain Management" en er staan oefenvragen in!

Aperçu 4 sur 76  pages

  • Oui
  • 26 mai 2020
  • 76
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Supply chain management
Tentamen:
- In T4 tentamen
- 90 minuten
- 20 meerkeuzevragen (40%)
- Open vragen aan de hand van casussen (60%)
- Modellen goed kennen!
- Kijk naar de opdrachten in het boek, zo kan je de stof beter begrijpen. De uitwerkingen van
deze opdrachten staan op OnderwijsOnline
- Online omgeving met oefenvragen
- Leerdoelen:
o Kennis van en inzicht in hoe organisaties door samenwerking binnen en tussen supply
chains hun prestaties kunnen verbeteren.
o Kennis van terminologie betreffende supply chain management.
o Kennis van en inzicht in waarom ondernemingen met supply chain management bezig
moeten zijn.
o Kennis van en inzicht in de wijze waarop supply chain management systematisch
ingevoerd kan worden bij samenwerkende ondernemingen.
o Kennis van innovaties op het gebied van supply chain management.
- De opbouw van de hoofdstukken:




OW 3.1:
Bedrijven die uitblinken in SCM
- AH, Bol.com, Amazon.com, Coolblue, Mac Donalds, Unilever, Heineken, Apple

Supply chain (LEERDOEL): het netwerk van organisaties die via upstream- en downstream-koppelingen
betrokken zijn bij de verschillende processen en activiteiten die waarde opleveren in de vorm van
producten en diensten in handen van de ultieme consument.
- = het netwerk van een keten waardoor producten en geld stromen om uiteindelijk het
product bij de eindgebruiker te krijgen
- Aanbodgestuurd
- Een supply chain bestaat uit diverse partijen die er samen voor zorgen dat aan de
klantbehoefte tegemoetgekomen wordt
- Er moeten minimaal 3 zelfstandige organisaties zijn om van een supply chain te kunnen
spreken
o De korte supply chain: bestaat uit 1 onderneming, 1 leverancier en 1 klant
o De uitgebreide supply chain: omvat ook de leveranciers van de leverancier en de
klanten van de klant
o De ultieme supply chain: bestaat uit alle organisaties die betrokken zijn bij de
‘upstream en/of downstream flows van producten, diensten, financiën en/of
informatie van de ultieme leverancier tot de ultieme consument
(TENTAMEN → deze supply chain tekenen, consument staat altijd aan het einde)




1

, - Afbeelding:
o De verschillende blokjes in de afbeelding worden ‘actoren’ genoemd
o Elke stap zou waarde moeten toevoegen in de ideale situatie
o Van links naar rechts: de goederenstroom en de bijbehorende informatiestroom
o Van rechts naar links: de retourgoederenstroom, de informatiestroom en de
geldstroom
o Informatie stroomt continue alle kanten op
- Korte supply chain: onderneming + leverancier + klant
- Uitgebreide supply chain: omvat ook leveranciers van de leverancier + klanten
- Ultieme supply chain: alle organisaties die betrokken zijn bij de upstream en downstream
flows of products services, finances and information fort he ultimate supplier to the ultimate
customer

Value chain (LEERDOEL, waarom spreekt men soms over een value chain?) (=andere benaming voor
een supply chain): elkaar opvolgende partijen voegen waarde toe aan het product en/of de dienst en
die waarde wordt uiteindelijk door de klant beloond met een aankoop voor een prijs die gelijk is aan
een vergoeding voor de kosten plus een winstmarge.

Demand chain (LEERDOEL, waarom spreekt men soms over een demand chain?): een supply chain
(=toeleveringsketen) die in sterkere mate de nadruk legt op behoeftebevrediging van de finale
afnemer.

Verschil supply chain en demand chain:
- Een supply chain:
o Push-gestuurde keten: leveranciers brengen de producten proactief de keten in
o Productie vindt proactief plaats: er wordt geanticipeerd op een te verwachten vraag
zonder dat die vraag al gerealiseerd is
- Een demand chain:
o Pull-gestuurde keten: er wordt pas geproduceerd zodra de vraag bekend is
o Eerst afwachten wat de vraag is
- Ketenomkering: de vraag van de consument is sturend




Supply network:
- Waarom spreekt men soms over een supply network (LEERDOEL)?
o Het is een combinatie van een supply chain en een demand chain
o Richten op de grondvorm in plaats van op de besturing van de keten
o Er zijn ook relaties tussen partijen uit verschillende voortbrengingsketens
▪ Horizontale samenwerking: 2 fabrikanten uit verschillende branches hebben
hetzelfde supply network, maar een eigen supply chain
- Representeert het best de praktijk
- Hoekstra en Romme: onderscheiden in hun model de fysieke goederenstroom in organisaties
in logische grondvormen:
o Pijplijn: 1 ononderbroken proces
o Keten: wanneer de pijplijn onderbroken wordt door verantwoordelijkheids- en/of
eigendomsoverdracht


2

, o Shared resource: wanneer 2 verschillende product-
marktcombinaties een gemeenschappelijke capaciteitsbron
hebben
o Convergentie: wanneer stromen samenkomen, dus vanuit
verschillende processen naar 1 proces convergeren
o Divergentie: wanneer 1 stroom divergeert naar
verschillende stromen
o Netwerk: wanneer sprake is van zowel convergentie als
divergentie
- Volgens Hoekstra en Romma is een keten: een serie opeenvolgende
processen, zonder dat er sprake is van een ‘shared resource’, convergentie of divergentie.
o Volgens Hoekstra en Romme zal er vrijwel altijd van een netwerk in plaats van een
keten moeten worden gesproken, omdat er vaak wel sprake is van een ‘shared
resource’, convergentie of divergentie




Actoren (=partijen) in de supply chain (LEERDOEL): (TENTAMEN: geef schematisch de verschillende
actoren voor het bedrijf in de casus bedrijf weer)
- Oerproducenten:
o Produceren raw materials
o Sectoren: landbouw, bosbouw, visserij en delfstoffenwinning
o Kan ook direct naar consument (B2C), maar vaak naar de fabriek (B2B)
▪ Soms B2C, maar vaak B2B
o Wat is het voordeel van B-2-C voor oerproducten?
▪ Niet afhankelijk van andere partijen
▪ Informatie over product is helder en betrouwbaar (informatie gaat niet van
bedrijf op bedrijf)
▪ Geen conflicten/misverstanden tussen fabrieken.
o Wat is het voordeel van B-2-B voor oerproducten?
▪ Het product wordt meer waard doordat de consument het kan gebruiken (bv
hop → bier, ijzererst → staal)
▪ Een product kan op meerdere manieren worden verwerkt (aardappel – friet –
chips)
- (Toe)leverancies:
o Halffabricaten
o Original Equipment Manufacturers: fabrikanten van eindproducten
▪ Tier 1 suppliers: de directe leveranciers van de fabrikanten van eindproducten
▪ Tier 2 suppliers: de leveranciers van de tier 1 suppliers
▪ Tier 3 suppliers: beleveren de tier 2 suppliers
▪ Material suppliers: leveren de materialen, dus geen halffabricaten
- Fabrikanten van eindproducten:
o Schaalvergroting: fusies, overnames en/of andere vormen van samenwerkingen
tussen ondernemingen
▪ Oorzaak: internationalisering = de toenemende oriëntatie op het buitenland
& globalisering = de toenemende internationale onderlinge afhankelijkheid
▪ Offshoring: fabrikanten besteden delen van de productie uit naar
lagelonenlanden


3

, ▪ Backshoring: het terughalen van productie, zodat er gezorgd wordt voor
kwaliteitsverbetering en risicobeheersing
- Groothandelaren: partijen die producten van de producenten afnemen en deze vervolgens
doorverkopen
o ‘De groothandel verhandelt voor eigen risico en eigen rekening goederen die buiten
de eigen onderneming zijn geproduceerd (=vervaardigd)’.
o Functies:
▪ Inkoop en verkoop
▪ Verzamelen van producten in grote hoeveelheden
▪ Distribueren van producten in kleinere hoeveelheden aan hun klanten
▪ Overbruggen van hoedanigheidsverschillen: Value-added logistics (VAL)
• Een productiebewerking wordt uitgesteld tot het fysieke
distributietraject (=postponement)
• Om te kunnen concurreren
• Ingekochte producten tijdelijk opslaan en voorrden beheren =
warehouse operations + inventory management
• Overbruggen van plaatsverschillen → import en export
o Fabrikant – consument
o Lagere marge voor groothandelaar, doordat inkoopprijzen stijgen
- Detaillisten/retailers/kleinhandelaren: distribuanten die producten, meestal in
kleinverpakkingen, aan de consument leveren
o Eén na laatste schakel (de laatste schakel is de consument)
o Concurrentie met buitenland, online, andere winkelketens etc.
o Detaillisten kunnen worden onderscheiden in eigendom
▪ Winkelketens
▪ Onafhankelijke detaillisten
▪ Francheorganisaties
▪ Coöps
- Logistiek dienstverleners: levert logistieke diensten aan producenten, groothandelaren,
retailers of andere logistiek dienstverleners.
o Functies:
▪ Transport
▪ Opslag
▪ VAL-activiteiten: in-, om- en verpakken, etiketteren en displays samenstellen
o Worden ook wel aangeduid als third party logistic providers (3pl): omdat ze als derden
worden ingehuurd door verladers = organisaties die opdracht geven tot het vervoeren
van door hen gefabriceerde of verhandelde producten
▪ Fouth party logistic provider (4pl): betreft logistieke dienstverlening op een
hoger niveau, hebben zelf de touwtjes in handen, werken soms zonder eigen
materieel en schakelen daarvoor de third party logistic providers in
▪ Fifth party logistic provider (5pl): een partij die aanvoernetwerken ontwikkelt
en implementeert
- (Lucht)havenbedrijven:
o Mainport: een knooppunt van belangrijke transportroutes en is belangrijk voor de
(regionale) economie vanwege de directe werkgelegenheid, die transport, opslag en
overslag bieden. (voorbeeld: Amsterdam Airport Schiphol)
o Greenport: met een focus op groene bedrijvigheid (voorbeeld: Aalsmeer door de
bloemenveiling)
o Brainport: met een focus op kennisintensieve bedrijvigheid (voorbeeld: Regio
Eindhoven)
- Consumenten



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentFenB. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  12x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté