Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Algemene Literatuurwetenschap samenvatting (Enkel deel 1) €7,48
Ajouter au panier

Resume

Algemene Literatuurwetenschap samenvatting (Enkel deel 1)

 0 fois vendu

Dit is een samenvating van de eerste 6 weken van het vak ALW2 gegeven door prof. Staes in 2024. Het tweede deel over feminisme, sexualiteit en gender heb ik niet samengevat.

Aperçu 3 sur 28  pages

  • 11 février 2025
  • 28
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
saxyzra
ALW 2

Chapter 1: Before and Surrounding Structuralism (pp. 11-41)

Narratologie = “the science of narrative” (Tzvetan Todorov) > wat is een narrative dan?
Jerome Bruner: “We organize our experience and our memory of human happenings
mainly in the form of narrative—stories, excuses, myths, reasons for doing and not
doing, and so on. Narrative is a conventional form, transmitted culturally and
constrained by each individual’s level of mastery and by his conglomerate of prosthetic
devices, colleagues, and mentors.”
‣ Twee manieren om betekenis te geven: cijfers en verhalen.
Oliver Sacks: “It might be said that each of us constructs an lives, a ‘narrative’, and
that that this narrative is us, our identities.”
‣ Onze identiteiten zijn verhalen die wij aan onszelf vertellen.
Daniel Dennett: “The self is the center of narrative gravity.”
Narratologie wordt ook wel “verhaalanalyse” of “verhaaltheorie” genoemd. De term is
afkomstig van het structuralisme: ze hadden nood aan wetenschappelijke verantwoording
en een theorie van de verhalende tekst. Ze behandelen vooral literaire verhalen, maar ook
drama, poëzie, film, en andere media. De structuralisten gaan op zoek naar de
onderliggende structuren van verhalen. Ze ontwikkelen dus theorieën van de verhalende
tekst en een toolkit om verhalen te ontleden.


Story and Plot (pp. 11-14)

Traditioneel wordt een verhaal (narrative) gezien als een opeenvolging van
gebeurtenissen, maar deze definitie kan voor problemen zorgen: wat is een gebeurtenis?
Kan her verband tussen gebeurtenissen enkel chronologisch zijn, of moet het een sterker
verband hebben, zoals oorzaak-gevolg?
Om een antwoord op deze vraag te bieden, introduceerde de schrijver E.M. Forster zijn
Plot vs. story
(Forster)
onderscheiding tussen story en plot. Story is een chronologische opeenvolging van
gebeurtenissen (events). Plot refereert naar een causaal verband tussen gebeurtenissen.
Story > “The kind died and the queen died.”
Plot > “The king died and the queen died of grief.”
Het is soms wel moeilijk om het verschil tussen een chronologisch of causaal verband te
zien. Mensen interpreteren vaan gebeurtenissen die elkaar opvolgen in tijd als
gebeurtenissen die ook een causaal verband hebben. Grapjes zoals “Freud moved to
London and everyone became hysterical” en “Milton wrote Paradise Lost, then his wife
died, and then he wrote Paradise Regained” legen dit menselijk instinct bloot. Het



1

, verschil tussen plot en story is dus niet zuiver of absoluut, de interpretatie van de lezer is
hier belangrijk.
Onega & Landa definiëren een verhaal als volgt: “a narrative is the semiotic
Definitie representation of a series of events meaningfully connected in a temporal and causal
van een way”. Maar zijn die verbanden altijd temporeel en/of causaal? Wij hanteren een bredere
verhaal/narrative
definitie en definiëren een verhaal (plot-driven narrative) als volgt: “the representation of
meaningfully related events”. Het kan dus gaan over meer dan enkel temporele en causale
verbanden. Over welke verbanden het gaat hangt af van de interactie tussen de lezer en de
tekst.
Dit wijkt een beetje af van het concept van de minimal story (story wordt hier als
synoniem voor verhaal gebruikt en niet als de term story van Forster). Voor de
Minimal story structuralisten omvat een minimal story het kleinste stukje tekst dat als verhaal kan gezien
(Prince)
worden. Volgens Gerald Prince bestaat de minimal story uit drie elementen: de
beginsituatie, de actie/gebeurtenissen, het resultaat/afloop. De verbanden moeten zowel
temporeel als causaal zijn.
NIET > “John was unhappy.”
WEL > “John was happy, then he lost his girlfriend, and he became unhappy.”
Rimmon-Kenan gaat niet akkoord en vindt dat een temporele connectie genoeg is om van
een minimal story te spreken. Voor ons zijn “meaningful relations” genoeg om van een
minimal story te spreken: dit kunnen metaforische verbanden, thematische verbanden (of
wat dan ook) zijn, zolang de lezer deze maar interpreteert als betekenisvolle verbanden.
Het soort verbanden is minder belangrijk dan de betekenis die de lezer eraan geeft.
de rol van de lezer is essentieel.


Telling and Showing (pp. 14-16)

Plato maakt het onderscheid tussen mimesis en diëgesis. Mimesis is een vertoning van de
Mimesis en werkelijkheid: dit zien we vooral terug in drama, maar ook in proza in de vorm van
diëgesis geciteerde dialoog. Diëgesis is een samenvatting van de werkelijkheid: dit is essentieel bij
proza en valt onder de rol van de verteller.
Mimesis = scene, showing
Diëgesis = summary, telling
Maar de twee termen vormen geen binaire oppositie. Een verhaal is zelden een of het
ander, er is altijd een combinatie van beiden. Het moet meer gezien worden als een
spectrum waarop elk verhaal een plaats kan innemen.


Author, Narrator and Reader (pp. 16-23)

De auteur van het boek is niet de verteller van het verhaal! Maar dat betekent niet da de
auteur niet op de een of andere manier aanwezig is in de tekst.



2

, Wayne Booth introduceert de term implied author. De implied author vormt de bron voor
het geheel van normen en opvattingen die de ideologie van de tekst vormen. De
implied author is dus verantwoordelijk voor de wereldvisie die uit de tekst blijkt. Het is
Implied author een term dat moeilijk te definiëren is: als het niet de auteur is, is het dan de tekst of de
(Booth) lezer die beslist hoe deze implied author uit ziet. We kunnen stellen dat het een mengvorm
is van alle drie. Het belang van de lezer bij de notie van de implied author is duidelijk door
de alternatieve term die Seymour Chatman hiervoor gebruikt, de inferred author (“the
patterns in the tekst which the reader negotiates”).
Naast de implied author, die onzichtbaar is en afgeleid wordt door de lezer, plaats Booth
Dramatized author de dramatized author, die zichtbaar en opgevoerd is. Het gaat hier om een ik-verteller
(Booth) als auctoriële/alwetende verteller dat geen personage is in het verhaal maar zweeft
boven de tekst
The Masque of the Red Death, by E.A. Poe > in dit verhaal sterven alle personages, dus
de verteller is er zelf niet bij maar hij is wel zichtbaar in het verhaal: “but let me first
tell you of the rooms in which [the masquerade] was held.”
Dramatized en Daarnaast is er ook de dramatized narrator die voorkomt als een ik-verteller die wel
undramatized
narrator aanwezig is en een zichtbaar personage in het verhaal is. De undramatized narrator is
(Booth) daarentegen een derde-persoonsverteller die niet zichtbaar is in het verhaal.




Let op! Niet zichtbaar ≠ afwezig! Volgend Rimmon-Kenan is er altijd een vertellende
instantie, elk verhaal heeft een verteller (geldt ook in dialogen, brieven,
Zichtbaarheid ≠
aanwezigheid dagboekfragmenten, enzovoort). Dit is juist het verschil tussen een verhaal en de realiteit:
bij een verhaal is er altijd spraken van representatie juist door die vertelinstantie. Het is dus
nooit pure mimesis.
Wij zijn allemaal lezers, auteurs ook (van hun eigen teksten, van andere teksten). De lezer
is de focus van de postklassieke narratologie. Bij de klassieke narratologie ligt de focus
Mock reader op de tekst. Wat dan met de lezer in de klassieke narratologie? Wayne Booth heeft het over
een mock reader: de lezer zoals de auteur het zich inbeeld (kan gezien worden als de
tegenpool van de implied author).
Booth gebruikt de term implied reader niet, maar Wolfgang Iser wel. De term implied
reader komt uit de receptieanalyse en is gericht op aanwijzingen in de tekst die de lezer
Implied reader helpen om betekenis te geven. Iser benadrukte dat teksten vaak “leerstellen” of “gaps”
bevatten – momenten van onbepaaldheid of onuitgesproken details. Deze gaps worden
door de lezer opgevuld tijdens het lezen, wat bijdraagt aan het proces van

3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur saxyzra. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71241 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€7,48
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté