2e semester Onderzoeksmethodologie TEW
Bart Crambé
Examen:
- MPC (cesuur 60%)
- Vragen over alles wat in de HC’s + Course manual werd besproken
- 40% eindresultaat
Groepswerk:
- Onderzoeksdesign van A-Z opstellen
- 60% eindresultaat
Leerstof:
- Slides
- Course manual
Doel:
- Correct leren onderzoek te doen in een empirische context.
Eerste deel: RESEARCH DESIGN
Metafoor: schildpad.
Onderzoeksdesign opbouwen bestaat uit het design van een schildpad: elk element heeft zijn plaats.
Start thinking about your research area early on
- Goed op voorhand nadenken over wat je gaat opzoeken en hoe je dit gaat doen.
- Je tijd nemen om tot een goed onderwerp te komen, kan latere problemen voorkomen.
- Uitdaging: de juiste variabelen opnemen in het onderzoek, overbodige weglaten en zo komen tot een
beheersbaar onderzoek.
Wees een egel in je onderzoeksdesign: focussen op 1 ding en al de rest afstoten.
Proces:
- Verschillende onderwerpen op tafel gooien
- Van één onderzoeksonderwerp alle mogelijke variabelen bedenken
- Convergerende fase: selecteren welke variabelen van belang zijn voor het onderzoek
Kleiner behapbaar geheel dat je kan verwerken
The field of management research
Wanneer je onderzoek gaat doen, gaat alles deel uit maken van een groter geheel. Aan elk domein liggen er
basiswetenschappen aan de grondslag.
- Psychologie
- Sociologie
- Antropologie
- Economie
- Sub fields
Wat je onderwerp ook is, hoogstwaarschijnlijk zijn er
talrijke artikels en boeken over geschreven over de
verschillende domeinen heen.
- Uitdaging 1: uit deze beschikbare lectuur een
goede keuze maken.
o 1 domein bespreken
o Een mix maken tussen de domeinen
- Uitdaging 2: de keuze die je maakt, uitleggen en motiveren en je ook aan deze keuze houden door al de
rest weg te laten.
o Wie kiezen dit, daarom …
o Wie kiezen deze methodiek, omwille van deze redenen …
o NIET: Ik zou dit op deze manier hebben kunnen doen, maar …
Alles wat je niet hebt gedaan, moet er niet in. Je focust je op wat je wel hebt gedaan en dat
verantwoord je.
1
,2e semester Onderzoeksmethodologie TEW
Bart Crambé
Influences on research
Vijf invloeden die er zijn op het doen van sociaal onderzoek, vijf invloeden waarop een antwoord moet worden
gevonden in het onderzoek:
- Praktische beslommeringen (1)
- Epistemologie (2)
- Ontologie (3)
- Theorie (4)
- Waarden (5)
Sociaal onderzoek theoretisch onderzoek
= Onderzoek waarbij je als onderzoeker naar buiten treedt.
Praktische beslommeringen (1):
- Tijd
- Budget
- Ethiek
- Wet
- Financieel
Je bent beperkt door bepaalde omstandigheden waar je rekening mee ga moeten houden in je thesissen.
- Bijvoorbeeld: Ik heb maar 100 mensen ondervraagd, maar dat komt omdat ik maar X aantal maanden
had om dit onderzoek uit te voeren. (Opnieuw verantwoorden van bepaalde keuzes.)
(Binnen het groepswerk voor onderzoeksmethodologie zijn er geen praktische beslommeringen, want daar mag je
alles doen wat je wil en zijn er geen beperkingen)
Epistemologie en ontologie (2 & 3):
De manier waarop we naar de werkelijkheid kijken en de manier
waarop we kennis verzamelen.
- Ontologie: het zijn van de werkelijkheid: er zijn twee
hoofdmanieren om naar de werkelijkheid te kijken:
objectivisme en constructionisme.
- Epistemologie: hoe kunnen we kennis opbouwen?
Continuüm:
- Linkerkant van het continuüm
o Ontologie: objectivisme
De werkelijkheid is objectief en je kan de werkelijkheid het beste begrijpen als je erbuiten staat
en niet interfereert.
o Epistemologie: positivisme
Kennis opbouwen via positieve wetenschappen. Alles meten en alles reduceren tot cijfers
o Theorie (4): deductief
Theorie komt eerst, uit die theorie komt een hypohese en die ga je testen en vervolgens beslissen
of je ze gaat verwerpen of aanvaarden.
Theory — Hypothesis — Data Collection — Findings — Hypotheses confirmed or rejected —
Revision of theory
o Methodologie: kwantitatief
- Rechterkant van het continuüm
o Ontologie: constructionisme
De werkelijkheid wordt doorlopend samen geconstrueerd.
o Epistemologie: interpretivisme
De werkelijkheid kan niet gereduceerd worden tot cijfers. Je moet inzicht krijgen in hetgeen dat
je wil onderzoeken, dus je kan het niet reduceren tot cijfers, maar je moet op zoek gaan naar
verklaringen.
o Theorie (4): inductief
Data komt eerst, niet de theorie. Je gaat data verzamelen om daarna patronen/categorieën te
zoeken in die data om langzaam conclusies te trekken die verklaren wat je gezien en bestudeerd
hebt.
Gather information — Ask questions — Form Categories — Look for patterns — Develop theory
— Compare theory
o Methodologie: kwalitatief
2
,2e semester Onderzoeksmethodologie TEW
Bart Crambé
Wetenschappelijk onderzoek zit verspreid over het gehele continuüm. Sommige zullen zich helemaal aan de ene
kant van het continuüm bevinden. Andere aan de tegenovergestelde kant. Dit impliceert dat hetzelfde thema dat
bestudeerd wordt door de ene kant en anderzijds door de andere kant zal leiden tot een verschillend resultaat en
interpretatie van de werkelijkheid omdat je vertrekt vanuit een verschillend ontologisch en epistemologisch
denkkader.
Grootste stuk van de economie wordt gedomineerd door de linkerkant van het continuüm.
Theorie (4)
- Inductie
- Deductie
- Abductie: Je gaat op zoek naar de meest logische en meest voor de hand liggende verklaring van iets.
o Voorbeeld: Het gras is nat en het heeft geregend. Dus het gras is nat omdat het heeft geregend.
Andere verklaringen zijn mogelijk (buurman heeft gesproeid vanmorgen).
Realisme:
Stroming tussen positivisme en interpretivisme.
We kunnen de werkelijkheid enkel gaan zien, vinden en herkennen dankzij een juist gebruik van methode en
methodieken.
Bij de enquêtes hangen de antwoorden af van de persoon die de vragen stelt, omdat je sociale werkelijkheid anders
is afhankelijk van de persoon die de vragen stelt aan u. Dus je kan bij eenzelfde vraag een verschillend antwoord
geven afhankelijk van de persoon die de vraag stelt en die antwoorden kunnen allemaal correct zijn omdat uw
sociale werkelijkheid anders is op het moment dat de vraag wordt gesteld aan u.
Simon, Popper & Kuhn:
- Simon: een van de eerste die heeft geformuleerd dat de mens eigenlijk niet helemaal rationeel is
Bounded rationality: Wij filteren als mens enorm veel informatie weg, we zijn beperkt door
hoeveelheid dat onze hersenen kunnen verwerken.
- Popper: “Empirische falsificatie is hetgeen waar we naar opzoek zijn.” Hypothesetesten zijn hierop
gebaseerd.
- Kuhn: als je het niet met de ene school eens bent en ook niet met de andere, dan kan je in het midden
zitten, vroeger was dit geen optie, je hoorde ofwel bij de ene ofwel bij de andere school.
Vroeger bevond je onderzoek zich ofwel op de linkerkant van het continuüm ofwel op de rechterkant.
Volgens Kuhn kon je ook er tussen in zitten.
Waarden (5):
We zijn wie we zijn en we zijn allemaal kind van de samenleving.
We zijn allemaal opgevoed met bepaalde waarden en overtuigingen en dit heeft dan invloed op wanneer we
onderzoek gaan doen.
- Wat kan en wat mag je bestuderen? Voor de een is een bepaald onderzoek ethisch verantwoord, voor de
ander is het dat niet.
- Je eigen waardesysteem zal je blik op de wereld beïnvloeden. Hierdoor kan je soms met een reeds gekleurde
bril naar je onderzoek kijken.
Deze waardeverschillen tussen mensen kunnen bias creëren.
- Bias: op een foute manier informatie verwerken, door de verkleuring van je waarden. Het kan ook sympathie
opwekken of affectie creëren…
Tweede deel: CREATING BIAS
In het vorige deel hebben we beslist wie we zijn en waar we ons bevinden op het epistemologisch en ontologisch
continuüm.
Nu gaan we kijken welke beslissingen er allemaal moeten genomen worden zodat de mogelijke fouten/bias die
gecreëerd kunnen worden in alle fases van het onderzoek, worden beperkt;
Er wordt in elk van deze vier fases bias gecreëerd en methodologie gaat hierbij technieken aanreiken om die fouten
zo klein mogelijk te houden. Het idee is dat een volledig foutloos onderzoek niet bestaat, er zal altijd een
minimale vorm van bias aanwezig zijn.
3
, 2e semester Onderzoeksmethodologie TEW
Bart Crambé
Er zijn vier fasen in ons onderzoek:
- Design (1)
- Data verzamelen (2)
- Data analyseren (3)
- Data rapporteren (4)
1. Design
A ‘what, how and why’ Framework
Design is een geschreven tekst waarin je zegt wat je gaat doen, hoe je data gaat verzamelen en hoe je die gaat
analyseren en waarom dat noodzakelijk is.
Research Turtle
Metafoor van schildpad: uw onderzoeksdesign is een schildpad tekenen.
- Hoofd van schildpad: dit is de epistemologie en ontologie, je kan dus een schildpad tekenen die naar de
linkerkant gaat (op het continuüm): kwantitatief onderzoek, of naar de rechterkant: kwalitatief onderzoek.
Eerste deel: research design
- Lichaam van schildpad: dit is ‘the body of knowledge’: de kennis die er al is. Wat hetgeen ook is waarover
we gaan schrijven, er zijn al duizenden bronnen over dit onderwerp en het is dus de bedoeling dat we op
zoek gaan naar welke bronnen betrouwbaar zijn en welke niet. Belangrijk bij die body of knowledge is dat
er een schild over zit: wat erin zit, zit erin en wat er niet inzit is dan zo. Je moet proberen om er niet te veel
in te steken, je moet weten wanneer je moet afronden => er een schild over doen (metafoor).
Er is ook een stroming (aan de rechterkant van het continuüm) waar er beweerd wordt dat er geen
literatuuronderzoek moet gebeuren. Kwalitatief onderzoek is geen reden om geen body of knowledge te
hebben binnen uw onderzoek.
- 4 poten van schildpad: In wat volgt zullen we elk van de poten van de schildpad bekijken.
- Staart van schildpad: ethische zaken, taalgebruik, privacy…: houdt alles bij mekaar.
Voor het groepswerk dat we moeten doen verwacht hij maar een vijf aantal papers die we bekijken, het moet wel
gaan over key papers.
LEG1: Eerste poot van schildpad
Vertaling van de probleemstelling in een onderzoeksvraag: belangrijkste in heel uw onderzoek.
= ultieme zin waar alles om draait
Translating Problem Statement into Research Question
Heel moeilijk om uw probleemstelling te vertalen in een onderzoeksvraag. Een probleemstelling op zich is niet te
onderzoeken, vaak is het te breed, dus dan kan je ook veel onderzoek opstellen binnen één probleemstelling.
Daarom moet je het vertalen in iets wat wel te onderzoeken is. (onderzoeksvraag: geen ja/nee vraag)
Vele onderzoeksvragen kunnen zowel links als rechts op het continuüm zitten.
Zelfde probleemstelling kan zich zowel vertalen in een onderzoeksvraag met positivistische aanpak als een
onderzoeksvraag met interpretivistische aanpak. De onderzoeksvraag moet het wel duidelijk maken voor de lezer
aan welke kant je onderzoek zich uiteindelijk zal bevinden.
LEG2: Tweede poot van schildpad: Key Concepts
- Variabelen (= Concepten)
- Key papers
- Causaliteit
- Hypothesen
Je gaat een conceptueel model bouwen.
- Conceptueel model = de variabelen en hun relatie tot
elkaar visueel weergeven.
o In kwantitatief onderzoek is dit gemakkelijk op te
bouwen.
Dit conceptueel model is te uitgebreid en wordt niet verwacht.
We moeten er wel een opstellen voor onze paper.
4
