Interieurarchitectuurtheorie
Stellingnames over interieur en omgeving
Colomnia, Beatriz, ‘De gespeten muur: voyeurisme thuis’ 1993
Tekst uit Toward a New Interior, een eerdere tekst was afkomstig uit ‘Modern Architecture as Mass
Media _ Privacy and publicity’ (1994)
‘Domesticity at War’ (2007) soort van vervolgboek op ‘Modern Architecture as Mass Media _ Privacy
and publicity’. Wat meer over na de oorlog gaat, terwijl het eerste zich voor de oorlog afspeelt. Ze
bespreekt achter de oorlogsvoering hoe huiselijkheid is gedacht na de wereldoorlog.
Deze tekst gaat over de analyse van een mechanisme die verborgen zit in een interieur en die onze
blik zal sturen. Ze brengt een verhaal over het kijken en over hoe het spel van gestuurd kijken een
situatie kan creëren van controleren en gecontroleerd voelen als bewoner of bezoeker van een huis.
Gaat over controle en gestuurd worden. Over hoe de bezoeker zich voelt en over hoe de eigenaar
zijn blik door het huis leidt.
Adolf Loos (1870 – 1933)
“Ornament is misdaad“ (1908), palmflet geschreven door Loos waarmee hij reageert op de Weense
Art Nouveau waar hij commentaar op had op vlak van ornament.
Het rouwplan / raumplan
Verwijst naar zijn manier van ruimtelijk ontwerp, het fundamentele principe is dat hij vertrekt vanuit
de vormen, van de ruimtes die hij wenst te ontwerpen. Schakelt de hoogtes en dieptes van een ruimte
die hij wil ontwerpen aan elkaar. Hierdoor zijn zijn gebouwen moeilijk te analyseren van buiten uit.
Ontwerpt vanuit volumes i.p.v. vanuit een plan. Door deze manier van ontwerpen toe te passen krijgen
we huizen waarbij buiten en binnenkant in contrast zijn. Bv. Haus Muller in Praag. De buitenkant is wit
gepleisterd, het is moeilijk om van buitenaf te zeggen hoe het huis in elkaar zit, we hebben de plannen
en snede’ s nodig om het huis te begrijpen.
In het werk van Loos zitten verschillende markante mechanismen die de blik sturen:
1. Ramen
Loos tegen Le Corbusier: “Een beschaafd man kijkt niet uit het raam; zijn raam bestaat uit mat glas;
het is er enkel om licht binnen te laten, niet om er de blik door te laten gaan.“
Uitspraak wijst op belangrijk aspect in de huizen van Loos
Opaak, gordijnen; vele ramen zijn amper doorkijk baar
Organisatie ruimte, vast meubilair; het huis is zo georganiseerd dat je vaak met je rug
tegen het raam zit.
BV. Haus Moller, Wenen
Het plan is vrij complex.
Men neemt bij binnenkomst direct de trap naar boven met een bocht, waardoor onze blik van het
raam afgewend wordt. Vervolgens kom je boven en is er een vaste zitbank waarbij we met onze rug
naar het raam toe zitten, het is zo gepositioneerd zodat we niet naar buiten kunnen kijken.
, 2. Theaterloge
Specifieke plek in de huizen van Loos, ook wel Boudoir genoemd, kamer voor de vrouwen.
Bestaat uit 2 delen: een lager gelegen deel met een vast meubilair tegen het raam gericht en een
hoger gelegen deel met ook vast meubilair en een raam gericht naar de hall, kijkt uit op de grote hall.
Het is een van de warmste kamers van het huis, maar het functioneert als een theaterloge (plek waar
rijkeren zaten om theater te bekijken), de plek is zeer beschut en is een privilege plek, het is er erg
comfortabel en geeft tegelijk visuele controle op wie allemaal de grote hall binnenkomt. Als bezoeker
zie je dat raam ook. Afhankelijk van waar je in het huis bent heb je meer of minder controle.
House Moller
In huis Moller is deze loge er ook, maar niet in het hart van het gebouw (op plan midden onder). Het
is een plek waaruit er visueel geobserveerd kan worden. Vanuit deze hoger gelegen positie zit je in
een meer gecontroleerde positie dan het individu die hier op bezoek komt. Het individu die op
bezoek komt ziet de lichtinval langs het raam. Op de snede zien we hoe je blik moet kijken om door
het volledige interieur door een raam te kunnen kijken.
Door de introductie van de ‘theaterloges’ speelt Loos met de grenzen publiek/privaat en
object/subject.
Het verwijst naar de manier waarop het ontworpen is zorgt ervoor dat er verschillende
gradaties zijn van wat publiek of privaat is. Object en subject verwijst naar wie de eigenaar is
en wie de bezoeker is.
Door de introductie van de ‘theaterloges’ speelt Loos met onderscheidt tussen man en vrouw.
De bibliotheek werd gezien als plek waar de man zich terug kon trekken. Om bij de
bibliotheek te geraken moest je vaak via een boudoir of vrouwen zimmer passeren. Je moest
de controlepost passeren, men speelt met de machtsverhouding man en vrouw in het plan.
Bij house Muller is dit hetzelfde, om de bibliotheek te bekomen moet je langs de boudoir passeren,
er is een spanning/machtspositie aanwezig.
Loos ontdubbelt de grenzen buiten / binnen.
Binnen de huizen van Loos zijn er allemaal gradaties van grenzen, hij ontdubbelt die grenzen
voortdurend door wat privaat en publiek is.
Meest intieme ruimte van het huis wordt naar buiten gebonst bij huis Moller. Hij speelt met grenzen
binnen / buiten, de gradaties van het huis.
, 3. Verbindingen
Hause Rufer, Wenen 1922
Heel sobere woning langs buiten, ramen op verschillende niveaus
Verbinding eetkamer VS muziekkamer
Ze liggen niet op hetzelfde niveau, er zitten enkele trapjes tussen, schijnbaar op dezelfde niveaus. De
ruimte is zo verbonden dat er een visueel spel is tussen beide. Fysieke link tussen de 2 ruimtes valt
vaak niet samen met de meest prominente verbinding. De meest prominente visuele verbinding
tussen beiden is een lager gedeelte met een gekaderd beeld van de eetkamer, het lijkt een orkestbak.
De nadruk ligt op de visuele verbinding in plaats van op de fysieke verbinding.
Hause Moller
Heeft hetzelfde principe, laag gelegen muziekkamer en een gekadreerd zicht op de eetkamer, er is
een diensttrapje aanwezig die is dicht geklapt. Je krijgt een beeld die losgekoppeld is aan de direct
fysieke verbinding.
In de muziekkamer is een hoog raam aanwezig, eerder voor de lichtinval dan als functie buiten kijken.
Adolf Loos, Josephine Baker-huis, 1927
Zwarte danseres, variété danseres, in Parijs terechtgekomen en een succesvolle carrière gehad. Eén
van de meest gefotografeerde vrouwen van de 20e eeuw.
Vanuit zijn fascinatie voor haar wereld ontwerpt hij een huis voor haar (nooit gebouwd).
Bijzonder aan het project:
Het was meer een huis om gasten te ontvangen en te entertainen dan een huis om in te wonen. In de
woning is een zwembad. Vanuit het salon heb je een soort rondgang waarlangs je in het water kon
kijken naar een groot basin, het basin zelf was niet toegankelijk vanaf dat verdiep, je diende nog naar
boven te gaan.
Ultieme spel tussen kijken en bekeken worden, hij doet hier bijna het omgekeerde dan het ontwerpen
van een boudoir terwijl hier een van de meest intieme plekken openbaar gemaakt werd. De
controlerende blik zit bij de bezoeker i.p.v. bij de eigenaar van het huis. De gene die zwemt heeft
geen blik op wie binnenkomt. Het is een voorbeeld van hoe meesterlijk Loos een blik kon sturen door
een ontwerp en hoe hij hiermee machtsposities kon introduceren.
‘Women and the making of the modern house’ Boek waarin het huis staat die Josephine Baker echt
liet bouwen- Les Milandes (Dordogne). Een klein kasteeltje. Vanuit de logica dat zij als afro-
Amerikaanse vrouw kiest ze een huis die haar status op een architecturale manier vertolkt. (van arm
naar rijk).
Conclusie i.v.m. Loos:
Loos:
“De kunstenaar, de architect, tast éérst af welk effect hij wil bereiken, en ziet dan voor zijn
geestesoog die ruimte die hij wil creëren.”
“de architect heeft als taak een warme huiselijke ruimte te maken. Warm en huiselijk zijn tapijten.
Daarom besluit hij tapijt op de vloer te leggen en 4 tapijten op te hangen, die de 4 wanden zullen
vormen. Maar uit tapijten kun je geen huis bouwen. Zowel de vloerbekleding als de wandtapijten
vereisen een constructieve drager om hen op hun plaats te houden. Die drager om hen op hun
plaats te houden. Die drager vinden, is pas de 2e taak van de architect.”
Hij hecht veel belang aan het eerst bedenken van de sfeer van een ruimte en vervolgens hoe hij het
concept probeert weer te geven, eerst sfeer bedenken en dan concluderen.