Samenvatting Lever
Na dit college kun je: uitslagen van lever gerelateerde bepalingen interpreteren in
samenhang met de klinische gegevens van een patiënt. Hiervoor is belangrijk:
De fysiologie
De pathofysiologie
De laboratoriumbepalingen
De relatie tussen deze laboratoriumbepalingen en de fysiologie en pathofysiologie in
diagnostiek, behandeling, follow-up en prognose
Beperkingen van bepalingen
Leververvetting in wereld->30%
Lever is een goed doorbloed orgaan,
1/3 arteria hepatica: arteriele bloedtoevoer en 2/3 vena porta: bloed uit milt, dunne en
dikke darm.
Bloedafvoer van darm altijg eerst via de lever; first-pass effect
Lever functies
1. Lever functie algemeen
1. Metabolisme koolhydraat, eiwit en vet
2. Secretie gal: galzuren/zouten
3. Excretie bilirubine, geneesmiddelen,
toxinen
4. Synthese albumine, stollingsfactoren
5. Opslag glycogeen, vitamine A, B12,
ijzer
6. Detoxificatie
- ammonia
- peptiden
- geneesmiddelen/toxinen
7. Hormoon metabolisme:
- steroïde hormoon metabolisme en excretie
-25 hydroxylering vitamine D
2. Gal, productie en functie
Gal wordt geproduceerd in de hepatocyes
Galzout functie in de darm
- Emulgatie van vetten (‘zeep’)
- Opname van vet en vet-oplosbare vitaminen
(vitamine KADE)
- Versnelt werking van lipase (pancreas)
- Stimuleert lever tot gal secretie
- Stimuleert darm motiliteit
- Houdt cholesterol oplosbaar (micelle)
,Metabole effecten van galzouten
Specifieke galzouten activeren TGR5 receptor en FXR receptor
- gunstige invloed op darm microbioom
- ↑insuline sensitiviteit en productie
- ↑energieverbruik in vetweefsel
- ↓inflammatie
Veranderde galzout-samenstelling speelt een rol bij
metabool syndroom en type 2 diabetes
3. Bilirubine
Gemaakt in spleen; reticuloendothelial cells, haemoglobine is
afgebroken in bilirubine.
Geconjugated bilirubine zorgt voor oplosbaarheid in water,
uncongjuated lost niet op in water.
4. Eiwit metabolisme
Plasma eiwitten en hun functies:
- Colloïd osmotische druk: Albumine
- Transport van essentiële metabolieten (lipiden),
hormonen (o.a. cortisol), elementen (Ca, Cu, Fe),
excretieproducten (bilirubine), geneesmiddelen/
toxische stoffen (o.a. albumine)
- Afweerreacties
• (immunoglobulinen), complement, acute fase
eiwitten
- Coagulatie en fibrinolyse
- Buffer (pH)
- Speciale functies
• enzymen, inhibitoren (trypsine inhibitor, alpha-
anti-trypsine),
Acute fase eiwitten
Positief (concentratie omhoog)
- CRP
- Ferritine (valkuil Fe status)!!!
Negatief (concentratie gaat omlaag)
- Albumine
Lever: productie stollingsfactoren
- Factor I (fibrinogeen) , II protrombine, V, VII, IX-XIII gesynthetiseerd in de lever
Eiwit katabolisme in de lever
- De-aminering van aminozuur: vorming ammoniak en daaruit ureum
Wat is juist: ongecunjugeerd bilirubine is wateroplosbaar. Bij onstekingen gaat de
concentratie van negatieve acute fase eiwitten omhoog. De galzout pool wordt ongeveer
6 keer per dag gerecycled. C
, Hoe komen lever enzymen
(verhoogd) voor in ons plasma?
Enzymen in plasma doordat alles
lekt:
Verhoogde concentraties door:
1. Verhoogde permeabiliteit
(celschade/necrose)
2. Overproductie/inductie van
het eiwit
3. Blokkade van afvoerwegen
Stollingsfactoren en
leverfunctie:
- lage productie
stollingsfactoren: langere PT
(protrombine) (bloedstolling
duurt langer), verhoogde INR (internationale normalized ratio)
Eiwit katabolism in de lever-> de-aminering van aminozuur: vorming ammoniak en
daaruit ureum (ammoniak kan hersenschade toebrengen.)
Bilirubine is geen gevoelige en geen specifieke maat voor lever dysfunctie/schade:
- Stijging treedt pas laat op
- Stijging houdt lang aan door sterke binding aan albumine
Verhoogde plasma ‘lever’ enzymen:
- Uiting van schade aan lever of (intrahepatische galwegen)
ALAT (=alanine aminoTransferase)
- Locatie lever, hart en spier
- Meest lever specifieke enzym, verhoogd bij levercelschade
- Lichte verhoging tot 1.5 maal de bovengrens van referentiewaarden hebben
meestal geen betekenis
- Vooral in cytoplasma
ASAT (=aspartaat aminotransferase)
- Locatie lever, hart, nieren, hersenen, spieren, erythrocyten
- Verhoogd bij: levercelschade
- Minder specifiek dan ALAT
- In cytosol (cytoplasma 20%) en mitochondria (80%)
- ASAT>ALAT wordt gezien als ernstige leverschade, ASAT en ALAT stijgen met ernst
lever pathologie
Bij ernstige lever pathologie wordt ASAT en ALAT lager-> dit betekend dus niet dat de
patiënt niks mankeert!!! (chronische lever ziekte)
LDH
- Celschade in diverse organen
- O.a. hemolyse (afbraak van erythrocyten):
pre-hepatische icterus
- Heel veel aanwezig in cellen: a-specifiek
marker van celschade
- Cytoplasma
Na dit college kun je: uitslagen van lever gerelateerde bepalingen interpreteren in
samenhang met de klinische gegevens van een patiënt. Hiervoor is belangrijk:
De fysiologie
De pathofysiologie
De laboratoriumbepalingen
De relatie tussen deze laboratoriumbepalingen en de fysiologie en pathofysiologie in
diagnostiek, behandeling, follow-up en prognose
Beperkingen van bepalingen
Leververvetting in wereld->30%
Lever is een goed doorbloed orgaan,
1/3 arteria hepatica: arteriele bloedtoevoer en 2/3 vena porta: bloed uit milt, dunne en
dikke darm.
Bloedafvoer van darm altijg eerst via de lever; first-pass effect
Lever functies
1. Lever functie algemeen
1. Metabolisme koolhydraat, eiwit en vet
2. Secretie gal: galzuren/zouten
3. Excretie bilirubine, geneesmiddelen,
toxinen
4. Synthese albumine, stollingsfactoren
5. Opslag glycogeen, vitamine A, B12,
ijzer
6. Detoxificatie
- ammonia
- peptiden
- geneesmiddelen/toxinen
7. Hormoon metabolisme:
- steroïde hormoon metabolisme en excretie
-25 hydroxylering vitamine D
2. Gal, productie en functie
Gal wordt geproduceerd in de hepatocyes
Galzout functie in de darm
- Emulgatie van vetten (‘zeep’)
- Opname van vet en vet-oplosbare vitaminen
(vitamine KADE)
- Versnelt werking van lipase (pancreas)
- Stimuleert lever tot gal secretie
- Stimuleert darm motiliteit
- Houdt cholesterol oplosbaar (micelle)
,Metabole effecten van galzouten
Specifieke galzouten activeren TGR5 receptor en FXR receptor
- gunstige invloed op darm microbioom
- ↑insuline sensitiviteit en productie
- ↑energieverbruik in vetweefsel
- ↓inflammatie
Veranderde galzout-samenstelling speelt een rol bij
metabool syndroom en type 2 diabetes
3. Bilirubine
Gemaakt in spleen; reticuloendothelial cells, haemoglobine is
afgebroken in bilirubine.
Geconjugated bilirubine zorgt voor oplosbaarheid in water,
uncongjuated lost niet op in water.
4. Eiwit metabolisme
Plasma eiwitten en hun functies:
- Colloïd osmotische druk: Albumine
- Transport van essentiële metabolieten (lipiden),
hormonen (o.a. cortisol), elementen (Ca, Cu, Fe),
excretieproducten (bilirubine), geneesmiddelen/
toxische stoffen (o.a. albumine)
- Afweerreacties
• (immunoglobulinen), complement, acute fase
eiwitten
- Coagulatie en fibrinolyse
- Buffer (pH)
- Speciale functies
• enzymen, inhibitoren (trypsine inhibitor, alpha-
anti-trypsine),
Acute fase eiwitten
Positief (concentratie omhoog)
- CRP
- Ferritine (valkuil Fe status)!!!
Negatief (concentratie gaat omlaag)
- Albumine
Lever: productie stollingsfactoren
- Factor I (fibrinogeen) , II protrombine, V, VII, IX-XIII gesynthetiseerd in de lever
Eiwit katabolisme in de lever
- De-aminering van aminozuur: vorming ammoniak en daaruit ureum
Wat is juist: ongecunjugeerd bilirubine is wateroplosbaar. Bij onstekingen gaat de
concentratie van negatieve acute fase eiwitten omhoog. De galzout pool wordt ongeveer
6 keer per dag gerecycled. C
, Hoe komen lever enzymen
(verhoogd) voor in ons plasma?
Enzymen in plasma doordat alles
lekt:
Verhoogde concentraties door:
1. Verhoogde permeabiliteit
(celschade/necrose)
2. Overproductie/inductie van
het eiwit
3. Blokkade van afvoerwegen
Stollingsfactoren en
leverfunctie:
- lage productie
stollingsfactoren: langere PT
(protrombine) (bloedstolling
duurt langer), verhoogde INR (internationale normalized ratio)
Eiwit katabolism in de lever-> de-aminering van aminozuur: vorming ammoniak en
daaruit ureum (ammoniak kan hersenschade toebrengen.)
Bilirubine is geen gevoelige en geen specifieke maat voor lever dysfunctie/schade:
- Stijging treedt pas laat op
- Stijging houdt lang aan door sterke binding aan albumine
Verhoogde plasma ‘lever’ enzymen:
- Uiting van schade aan lever of (intrahepatische galwegen)
ALAT (=alanine aminoTransferase)
- Locatie lever, hart en spier
- Meest lever specifieke enzym, verhoogd bij levercelschade
- Lichte verhoging tot 1.5 maal de bovengrens van referentiewaarden hebben
meestal geen betekenis
- Vooral in cytoplasma
ASAT (=aspartaat aminotransferase)
- Locatie lever, hart, nieren, hersenen, spieren, erythrocyten
- Verhoogd bij: levercelschade
- Minder specifiek dan ALAT
- In cytosol (cytoplasma 20%) en mitochondria (80%)
- ASAT>ALAT wordt gezien als ernstige leverschade, ASAT en ALAT stijgen met ernst
lever pathologie
Bij ernstige lever pathologie wordt ASAT en ALAT lager-> dit betekend dus niet dat de
patiënt niks mankeert!!! (chronische lever ziekte)
LDH
- Celschade in diverse organen
- O.a. hemolyse (afbraak van erythrocyten):
pre-hepatische icterus
- Heel veel aanwezig in cellen: a-specifiek
marker van celschade
- Cytoplasma