Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting HRM Inleiding Sociaal Recht PO1 €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting HRM Inleiding Sociaal Recht PO1

 78 vues  3 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van de eerste periode Inleiding Sociaal Recht. Zowel van de reader als het boek Praktisch Arbeidsrecht. Alle hoofdstukken zijn behandeld behalve hoofd 6 van de reader en hoofdstukken 10 en 12 van Praktisch Arbeidsrecht. Zelf heb ik een 9,7 gehaald voor de toets.

Aperçu 4 sur 36  pages

  • Non
  • H1, h2, h4, h5, h6, h7, h8, h9
  • 20 juin 2020
  • 36
  • 2018/2019
  • Resume
avatar-seller
Samenvattingen Inleiding Sociaal Recht

Reader Inleiding Sociaal Recht:

Hoofdstuk 1 Leren hanteren van een wettenbundel
Paragraaf 1: Algemene onderdelen wetten en regelingen.
We behandelen voornamelijk wetten in formele zin, dat wil zeggen wetten die tot stand zijn
gebracht door de Staten-Generaal. Er zijn nog wel meer wetten, maar deze zijn niet allemaal
interessant. Alle wetten bevatten een opschrift, aanhef en considerans, corpus en een slot.

Het opschrift is de officiële naam van een regeling. We treffen hier zoal informatie over het
onderwerp, de datum van ondertekening. Met een citeertitel wordt een wet makkelijk
aangehaald. De citeertitel staat meestal in het laatste artikel van een regeling.

In de aanhef wordt doormiddel van een standaardtekst beschreven hoe het
wetgevingsproces in werking is gegaan. In de considerans wordt beschreven waarom een
wet is gemaakt. De beweegredenen komen als het ware naar voren.

In het corpus staan de inhoudelijke wetsartikelen. Deze wetsartikelen zijn genummerd en
vertonen een soort samenhang. Om wetten goed te begrijpen moeten deze vaak in
onderling verband worden gelezen.

In het slot wordt een bevel gegeven tot publicatie van de wet. Een wet treedt namelijk pas in
werking als iedereen kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de wet. Ook bevat het
slot de handtekening van de vorst en de verantwoordelijke ministers en staatssecretarissen.

Paragraaf 2: Boeken, hoofdstukken, titels, afdelingen en artikelen.
Om een omvangrijke wet overzichtelijk en hanteerbaar te maken is deze soms opgedeeld in
boeken. Door een wet in verschillende boeken op te delen wordt een eerste onderverdeling
gemaakt. Door een dergelijke onderverdeling worden bepaalde regels die betrekking hebben
op hetzelfde onderwerp bij elkaar geplaats.

Voorbeeld: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderingen (Rv)
o Boek 1; de wijze waarop geprocedeerd moet worden bij rechtbanken, gerechtshoven
en de hoge raad.
o Boek 2; Regels betreffende de tenuitvoerlegging van een uitspraak.
o Boek 3; wijze van procederen bij enkele bijzondere procedures.
o Boek 4; buitenrechtelijke procedure van arbitrage.

Naast boeken worden wetten nog verder onderverdeeld in hoofdstukken en titels.
Afdelingen verdelen deze titels nog verder onder. De kern van de regeling is echter het
wetsartikel. Net als boeken, titels en afdelingen zijn wetsartikelen genummerd. Deze
nummering loopt vaak door. Op deze manier is het duidelijk dat boeken niet op zichzelf
staan, maar deel uitmaken van een regeling.

,Paragraaf 3: Structuur van het burgerlijk wetboek
Het oorspronkelijk Burgerlijk Wetboek stamt uit 1838. In 1947 werd er opdracht gegeven om
het boek te vernieuwen. Tot op het heden wordt het burgerlijk wetboek nog steeds
hernieuwd.

In het nieuwe Burgerlijk Wetboek worden de wetten niet meer doorgenummerd, maar
begint elk boek met artikel 1. De boeken kunnen echter niet los van elkaar gezien worden,
dit komt omdat het BW een gelaagde structuur heeft.

Opbouw van het BW
o Boek 1: Het personen- en familierecht. Het zijn regels die direct over een persoon of
zijn familie gaan.
o Boek 2: Rechtspersonenrecht. Aangezien een bedrijf zelf niet kan nadenken en
handelen, zijn er in dit boek ook regels opgenomen over de wijze waarop een
onderneming bestuurd dient te worden.
o Boek 3: Vermogensrecht. Elke natuurlijke persoon en rechtspersoon beschikt over
een vermogen. Algemene regels over de wijze waarop men vermogen kan verkrijgen
en verliezen.
o Boek 4: Het erfrecht.
o Boek 5: Goederenrecht. Onderwerpen die we ook in boek 3 tegenkomen worden in
dit boek gedetailleerder geregeld zoals: eigendom, erfpacht en erfdienstbaarheid.
o Boek 6: Verbintenisrecht. Ook hier wordt gedetailleerd ingegaan op zaken die ook in
boek 3 aan de orde komen.
o Boek 7: Veel voorkomende verbintenissen en overeenkomsten vragen nog
specifiekere wetgeving. Dit boek is dus een uitbreiding van boek 6.

Door het BW op te bouwen in verschillende lagen wordt voorkomen dat de algemene regels
herhaald moeten worden. Er wordt voorkomen dat elementen uit eerdere boeken opnieuw
beschreven moeten worden. In het geval van tegenstrijdige wetsartikelen geldt de regel dat
de bijzondere regels boven de algemene wetsartikelen gaan. Als de wetsartikelen uit
hetzelfde boek komen geldt: het meest specifieke wetsartikel gaat voor het meer algemene
wetsartikel.

Een wetsartikel dat bepalingen van toepassing verklaart buiten de afdeling, titel en/of wet
waarin de betreffende bepalingen zijn opgenomen, noemen we een schakelbepaling. Een
schakelbepaling zorgt er bijvoorbeeld voor dat de regelingen rond een koopovereenkomst
ook van toepassing zijn op een ruilovereenkomst. Schakelbepalingen zorgen dus ook voor
enige mate van gelaagdheid.

Paragraaf 4: Structuur van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
De Awb regelt de verhouding tussen burger en bestuur. De wet bestaat uit 4 delen, waarvan
er 3 nu in werken zijn getreden. Het Awb kent geen boeken alleen hoofdstukken. De 11
hoofdstukken zijn onderverdeeld in titels en afdelingen. Het Awb is niet doorgenummerd. De
nummering van de wetsartikelen worden voorafgegaan door het nummer van het hoofdstuk
waar het wetsartikel is geplaats. Zo is artikel 1 hoofdstuk 3; 3:1 Awb. Net als het BW heeft de
Awb een gelaagde structuur en schakelbepalingen.

,Paragraaf 6: Citeren uit een regeling
Wetsartikelen mogen nooit aangehaald worden met paginanummers. De paginanummers
verschillen namelijk per uitgever. Mensen die de wettenbundel van een andere uitgever
hanteren zouden dus nooit het juiste wetsartikel kunnen vinden.

Bij het aanhalen van een bepaling dient alleen het wetsartikel en de regeling te worden
vermeld. Titels, afdelingen en hoofdstukken worden over het algemeen niet vermeld. Bij het
BW moet het boek wel worden vermeld, omdat alle boeken beginnen met artikel 1. Een
voorbeeld is artikel 7:1 BW. Bij het Awb moeten we wel het hoofdstuk vermelden. Dit heb ik
in een van de vorige alinea’s al vermeld. Als er je twee wetsartikelen wil aanhalen die in
verband staan met elkaar wordt er een jo. (juncto) tussen de artikelen geplaats.

Paragraaf 7: Zoekmethoden
In wettenbundels treft men vaak aan het begin van een wet een inhoudsopgave aan. Uit
deze inhoudsopgave kan worden opgemaakt hoe de betreffende wet is vormgegeven.
Voorwaarde is uiteraard wel dat men weet dat de bepaling waar men naar op zoek is in een
bepaalde wet staat. Voor het hanteren van deze systematische zoekmethode is een
bepaalde voorkennis vereist.

Bij het zoeken via het trefwoordenregister dient men zich steeds te bedienen met de juiste
juridische termen. Maar de registermethode is vooral handig als men niet weet in welke
regeling een bepaalde wet kan worden teruggevonden.


Hoofdstuk 2 Ontleden van wetsartikelen
Paragraaf 1: Opbouw van een wetsartikel
Artikelen zijn soms opgebouwd in leden en subs. Een lid is een opzichzelfstaand stuk binnen
de tekst van een artikel. Sub zijn niet opzichzelfstaand stukken tekst deel van een
opsomming. Soms is een sub door de wetgever nog verder onderverdeeld in subleden. Deze
worden aangeduid door een cijfer gevolgd door een bolletje.

Paragraaf 2: Rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen
Wetsartikelen bestaan ook uit rechtsvoorwaarden en rechtgevolgen. Deze staan alleen niet
expliciet vermeld en moet je zelf uitvogelen uit de leden en sub van een wetsartikel. Het is
belangrijk te beseffen dat echtsvoorwaarden en rechtsgevolgen niet zonder elkaar kunnen.
Bij het ontleden van een wetsartikel kun je het besten achteraan het wetsartikel beginnen,
bij het rechtsgevolg.

Het rechtsgevolg kan getypeerd worden als de conclusie van de rechtsregel. Om te kunnen
beoordelen of een rechtsgevolg in werking treedt, moet eerst worden nagegaan of aan alle
rechtsvoorwaarde is voldaan. Soms zijn er ook meer rechtsgevolgen. Er wordt dan of
gekozen welke het beste van toepassing is, of beide rechtsgevolgen treden in werking.

Er zijn alternatieve en cumulatieve rechtsvoorwaarden. Bij alternatieve rechtsvoorwaarden
is er een keuze tussen de een of de ander waaraan voldaan moet worden, beiden met
hetzelfde rechtsgevolg. Bij cumulatieve rechtsvoorwaarden moet er echter aan alle
rechtsvoorwaarden worden voldaan tot het rechtsgevolg in werking treedt.

, o Rechtsvoorwaarden noemen we Rv
o Rechtsgevolgen noemen we Rg
o Cumulatieve rechtsvoorwaarden nummeren we met cijfer 1,2,3 enz.
o Alternatieve rechtsvoorwaarden gebruiken we letters a,b,c enz.
Voor de instructie van het ontleden van een wetsartikel kijk reader blz. 22.

Paragraaf 4: Juridische betekenis van woorden en interpretatiemethoden
Er zijn manieren waarop je een juridische tekst kan interpreteren. Bij de grammaticale
interpretatiemethode wordt er gekeken naar de betekenis van het woord in het alledaagse
spreekgebruik. Voor deze methode kun je gewoon het woordenboek gebruiken.

Naast het de grammaticale interpretatiemethode kennen we de wethistorische
interpretatiemethode. Bij deze methode probeert men op basis van de Handelingen van de
Eerste en Tweede Kamer te achterhalen wat met het betreffende woord toentertijd bedoeld
werd. De Handelingen van de Eerste en Tweede Kamer worden de notulen bedoeld die
worden gemaakt tijdens debatten van de Eerste en Tweede Kamer.

Een wettelijke bepaling staat nooit op zichzelf. Het maakt in meer of mindere maten
onderdeel uit van een groter geheel. Bij de systematische interpretatiemethode wordt de
betekenis van een artikel/woord afgeleid uit het systeem waarvan het onderdeel maakt.

Bij de teleologische interpretatiemethode staat niet zozeer de letterlijke betekenis van het
woord centraal als wel het eigenlijke doel van de wet. Bijvoorbeeld in veel wetten wordt er
nog verwezen naar de drukpers, maar tegenwoordig zijn er veel meer manieren waarmee je
jezelf kunt uiten. Deze wetten zijn alleen niet vernieuwd.

Paragraaf 5: Toepassing van interpretatiemethoden
Kijk pagina 33 figuur 2.4


Hoofdstuk 3 Jurisprudentie zoeken en gebruiken
Paragraaf 1: Wat is jurisprudentie en wat heb ik eraan?
Jurisprudentie betekent letterlijk: rechtsopvatting van de rechterlijke macht. De wetgever
heeft soms bewust voor vage termen als: redelijkheid, billijkheid, goede werkgever enz.
gekozen, omdat niet alle geschillen kunnen worden overzien in de vorm van regelingen.
Zulke termen moeten worden geïnterpreteerd worden om een betekenis te krijgen.

In onze maatschappij is het voornamelijk de rechter die in specifieke gevallen uitleg geeft
aan algemeen geformuleerde rechtsregels. De rechter neemt beslissingen in geschil tussen
burgers en burgers en burgers en overheid. De rechter maakt een uitspraak op grond van
rechtsopvattingen die hij moet motiveren in het vonnis/bepaling.

Paragraaf 2: Organisatie van de rechterlijke macht
De rechtspraak in Nederland wordt uitgevoerd door de rechterlijke macht, daartoe behoren
de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur karinhrm. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter