PSYCHOLOGIE VAN INDIVIDUELE VERSCHILEN
1. Doelstelling, geschiedenis, en methoden van PID
2. Persoonlijkheid
3. Intelligentie
OPBOUW
Les 1: doelstelling en geschiedenis van PID
Les 2-4: methoden van onderzoek in PID
Les 5-8: voornaamste bevindingen uit psychologie van persoonlijkheid
Les 9-12: voornaamste bevindingen uit psychologie van intelligentie
Les 13: evaluatieve en vragenles
EXAMEN
- 30 multiple choice vragen (15/20)
o Kennis: letterlijke vragen
o Inzicht: niet-expliciet, kennis combineren
o Toepassing: illustraties, cijfers, zelf toepassen
- 1 korte open vraag (2/20)
- Test practica op examen (3/20)
-1-
,1. DOELSTELLING EN GESCHIEDENIS
1.1 ALGEMENE DOELSTELLINGEN
In andere onderzoeksdomeinen: op zoek naar algemene wetmatigheden. (Functieleer, sociale psycho, bio)
→ MAAR niet volledige plaatje
→ WANT grote verschillen inzake gedrag, gevoelens, cognities…
o TUSSEN MENSEN
o BINNEN MENSEN
DOEL PYSCHOLOGIE VAN VERSCHILLEN TUSSEN MENSEN
1. Beschrijven van
a. Verschillen tussen & binnen mensen
▪ Wat zijn de belangrijkste verschillen?
▪ Hoe intelligent? Vlakken van intelligentie? Omgang met stress…
b. Verbanden tussen die verschillen
2. Verklaren van verschillen
▪ Hoezo zijn er verschillen? Nature, nurture? Cultuur?
▪ Verschillende dimensies
1.1.1 WAT?
A) BESCHRIJVEN VAN VERSCHILLEN
1. TUSSEN
a. Tussen individuen = INTERINDIVIDUELE VERSCHILLEN
b. Tussen groepen = INTERGROEPSVERSCHILLEN
▪ Meisjes vs jongens
▪ Belgen vs Nederlanders
▪ VB. Terraciano: culturele stereotypen (komt eigenlijk niet overeen met
werkelijkheid)
2. BINNEN
a. 1 persoon (over situaties en tijd) = INTRAINDIVIDUELE VERSCHILLEN
-2-
,→ Interindividuele verschillen in intra-individuele profielen
= hoe verschillen mensen van elkaar in dat profiel over situaties
VB. Johnny Depp is gewelddadig binnen zijn gezin, maar niet in publiek
VB. Voetballer is gewelddadig in publiek, maar niet in gezin
Twee grote deeldomeinen inzake beschrijven van verschillen:
1. Cognitief functioneren
i. Prestaties, intelligentie
ii. Analytische vs holistische cognitieve stijlen
2. Persoonlijkheid
i. Karakter, emoties, sociaal gedrag
B) BESCHRIJVEN VAN VERBANDEN TUSSEN VERSCHILLEN
Vaststelling verschillen op vlak van 1 domein
VB. geslacht, intelligentie, agressie
In verband brengen met een ander domein (variabele)
VB. agressie & woede/ profielen van agressie & woede
over situaties/ zelfbeeld & agressief gedrag
1.1.2 DOEL?
Verschillen tussen mensen bepalen en die vergelijken met elkaar, om ze uiteindelijk in kaart te brengen.
Oorzaken van agressief gedrag?
- (On)macht
- Stress
- Opgestapelde negatieve gevoelens (verlaagt de drempel)
- Hitte
- Drugsgebruik
-3-
,C) VERKLAREN VAN VERSCHILLEN
Niveaus van verklaringen? Genetisch/ opvoeding/ biologisch/ cultuur
- Proximale verklaringen
o Er zijn factoren hier en nu aanwezig waardoor mensen gedrag meer / minder gaan stellen
o Aan of afwezigheid van die factoren
o VB: hitte & agressie / fysiologie & emoties
- Distale verklaringen
o Factoren die verderaf liggen in tijd en ruimte van het te verklaren gedrag
o VB. evolutionaire theorieën (man & vrouw: vaderschap, kieskeurigheid voor vrouwen,
agressiviteit en competitie bij mannen)
1.1.3 DOOR WIE?
Iedereen is beetje PID’er (= differentiële psychologie)
- Expliciete theorieën = wetenschappers
o Wetenschappelijke kennis over verschillen
- Impliciete theorieën = leken
o Opvattingen van hoe mensen rondom ons in elkaar zitten
o Je moet een beeld hebben van u andere mensen in elkaar zitten en verschillen
▪ In onderzoek kijken hoe mensen denken over anderen
▪ !!! ook wetenschappers
!! Worden beïnvloed door elkaar
1. Expliciete theorie wordt beïnvloed door impliciete
o Wetenschapper is ook leek en beïnvloedt expliciete
o Proefpersoon
▪ Demand effects: verwachtingen
▪ Zelfrepresentatie: zichzelf beter willen voorstellen
2. Impliciete theorie wordt beïnvloed door expliciete
o Initiatieven om onderzoek naar de mensen te brengen
o Verandert je beeld over de mensen en werkelijkheid
-4-
,1.2 GESCHIEDENIS
1.2.1 DE BENAMING DIFFERENTIËLE PSYCHOLOGIE
Henri & Binet 1895
- ‘La psychologie individuelle’
o Interindividuele verschillen
o Intra-individuele verschillen
Willem Stern 1900
- Eerste x term differentiële psychologie
o Aard en grootte beschrijven
o Methode: hoe kan je ze meten (gelaat, handschrift)
o Verklaren welke factoren bepalen die verschillen
Robert Yerkes 1913
- Vergelijkende / comparatieve psychologie
- Dieronderzoek
SIDE NOTE:
- Term individuele psycho: niet meer gebruikt (verwarring personologie & psychoanalytische theorie)
- Term comparatieve psychologie: wordt vooral gefocust op vergelijkend dieronderzoek
- Term differentiële psychologie: domein te groot geworden
o Soms nog overkoepeld voor verschillen tussen mensen
1.2.2 METEN EN BESCHRIJVEN VAN INDIVIDUELE VERSCHILLEN
Start psychologie Wundt 1875
Enkele frappante voorbeelden van mensen die nadachten over de verschillen tussen de mens (9)
-5-
,1: OUDE CHINA 2200 V CHR.
Testafnames van ambtenaren elke 3 jaar
- Mazie, boogschieten, rekenkunde…
2: PYTHAGHORAS 6DE V CHR.
Broederschap met strenge toelatingsvoorwaarden (test)
- Persoonseigenschappen afgeleid uit uitwendige kenmerken (fysiologie)
- VB. gelaatsuitdrukking, lichaamshouding
- → mensen zijn verschillend, we meten dit, consequenties aan vast hangen
3: PLATO 427 – 347 V CHR.
‘De ideale staat’
- Mensen verschillen qua aangeboren natuurlijk vaardigheden, deze meten
- Mensen de juiste functies laten vervullen = ideale staat
- Militaire geschiktheidstest
4: THEOPHRASTUS 327 – 287 V CHR.
Eerste systematische studie van karakterverschillen
- Persoonlijkheidsschetsen
- VB. de vleier ☺
5: NAVARRO 1530 - 1589
“Examen de ingenios para las ciencias”
- Verschillen in vaardigheden, intelligentie
o Oorzaak: klimaat, lichaamssappen
o Verschillende beroepen eisen verschillende vaardigheden (zoals Plato)
▪ Voordeel voor staat
▪ Voordeel voor individu
▪ Relevantie: toelatingsexamens voor universitaire studie
-6-
, 6: GALTON 1822 - 1911
- Neef van Darwin
- Toegespitst op onderzoek mentale eig
- Kijken naar gemiddeldes: zou beter zijn moesten ze de bergen in de meren gooien
o NEE Zwitserland is mooi door die bergen en dieptes
- Pionier qua ontwikkelen van meetinstrumenten
o Meten van mentale kracht
▪ Handkrachtmeter
▪ Hoor je fluitje
▪ Bloeddrukmeter en emoties..
o Aanleggen van databestanden
▪ Mensen betalen voor deelname proefjes
o Statistische analyse
▪ Verbanden van variabelen correleren
o Interesse in nature, nurture, genetica
7: CATTELL 1860 - 1944
- Doctoraatstudent van Wundt
o Wundt niet geïnteresseerd in individuele verschillen tussen mensen, Cattell wel
- Deed psychologie als wetenschap in de VS ontstaan, grote rol
- Mentale vaardigheden
- Net als Galton: elementaire proefjes
o VB. handpalm stimuleren op 2 locaties, op welke afstand denk je dat hetzelfde locatie is
o Wat wilt dit eggen over persoonlijkheid en zo?
8: BINET 1857 - 1911
- Veel betekent voor intelligentieonderzoek!
- Kijken naar hogere orde processen
o elementaire taken
- INTELLIGENTIETEST
o Oorspronkelijk voor leerlingen die minder goed konden volgen
-7-