In 47 pagina's vat ik het boek inleiding in de persoonlijkheidspsychologie samen. Alle 7 hoofdstukken samen met wat afbeeldingen. Voor de eerste 5 hoofdstukken zit er een begrippenlijst bij en als laatste een uitgebreide beschrijving van de Big-5
Hoofdstuk 1
Persoonlijkheid: een introductie
1.1 Wat is persoonlijkheid
Individuele verschillen is wat de ene mens van de andere onderscheidt. Er zijn stabiele verschillen
(geslacht, kleur vd ogen etc.). Ook in de psyche zijn er min of meer stabiele individuele verschillen: is
iemand spontaan, perfectionistisch en zelfverzekerd of heel anders. De algemene definitie van
persoonlijkheid is:
Persoonlijkheid heeft betrekking op de kenmerkende individuele verschillen tussen mensen in de
manier waarop ze denken, zich voelen en zich gedragen. Deze individuele verschillen zijn vrij stabiel
en deels genetisch bepaald en openbaren zich in verschillende situaties.
Hier gaan ook bepaalde psychologische mechanismen achter schuil die zorgen dat mensen zich aan
kunnen passen aan hun omgeving.
Individuele verschillen
Persoonlijkheid
Tempera
Karakter
ment
De term temperament komt uit de Griekse oudheid en heeft van oorsprong betrekking op de
mengverhouding van bepaalde vloeistoffen in het lichaam. Er zijn 4 stoffen (Humores); bloed, slijm,
gal en zwarte gal,
Een teveel aan Naam temperament Psychologische beschrijving
, Bloed Sanguinisch Vrolijk, vriendelijk en grappig
Slijm Flegmatisch Traag, loom en lui
Gal Cholerisch Onstuimig, grootmoedig en onverschrokken
Zwarte gal Melancholisch Somber, zwijgzaam en vasthoudend
Denk aan zwartgallig bij melancholisch
Temperamentpatronen onder baby’s zijn: het moeilijke kind 10% (onregelmatig eet- en
slaappatroon, trekt zich terug bij nieuwe prikkels, past zich langzaam aan, huilt veel, kan heftig
reageren in de vorm van driftbuien als het zich gefrustreerd voelt). Het gemakkelijke kind 40%
(tegenovergesteld aan het moeilijke kind, is meestal mild of opgewekt gestemd). Langzame starter
15% (is een mengvorm van makkelijk en moeilijk, past zich dus niet zo snel aan, reageert op nieuwe
prikkels enigszins negatief). 35% vd kinderen heeft geen duidelijk temperament. De temperamenten
vormen de basis voor wat later de persoonlijkheid zal vormen. Moeilijke kinderen vertonen op latere
leeftijd meer gedragsproblemen dan andere kinderen. Overigens hangt dit ook weer af van de
omgevingsomstandigheden.
1.2 Stabiliteit van persoonlijkheid
Een belangrijk kenmerk van persoonlijkheid is dat het een relatief stabiel beeld door de tijd laat zien.
We onderscheiden globaal twee vormen van stabiliteit:
Rangordestabiliteit: de relatieve positie die iemand in een groep inneemt in de loop van de tijd (zijn
kinderen die opstandig zijn dit na verloop van tijd nog steeds)
Mean-level stabiliteit: de mate waarin scores van groepen personen naarmate ze ouder worden
gelijk blijven (zijn kinderen van 15 jaar gemiddeld meer recalcitrant dan kinderen van 10 jaar)
Bij kinderen veranderd de persoonlijkheid nog enigszins maar op volwassen leeftijd is de
persoonlijkheid stabieler. Rond 50 jaar is deze het stabielst. Overigens kan de uiting van een
persoonlijkheidskenmerk per leeftijd wel verschillen.
1.3 Erfelijkheid en persoonlijkheid
Als persoonlijkheid erfelijk is moet er ook gekeken worden wat de invloed is van omgeving (aanname
van gelijke omgevingen). Hier is een formule voor. Onderzoek met eeneiige tweelingen heeft
aangetoond dat er een correlatie is met betrekking tot eigenschappen in de persoonlijkheid.
Erfelijkheid = 2(Ree – Rte)
Ree is het verband tussen eeneiige tweelingen en Rte het verband tussen twee-eiige tweelingen,
door dit getal dan te vermenigvuldigen met 100 krijg je het percentage erfelijkheid.
Omgeving heeft 40-60% invloed op persoonlijkheidskenmerken. De omgeving kan worden opgedeeld
in gedeelde- en niet gedeelde omgeving. De gedeelde omgeving heeft vrijwel geen invloed op de
ontwikkeling van de persoonlijkheid, althans niet onder normale omstandigheden. Wel is het zo dat
door de voorbeelden uit de jeugd men later hetzelfde gedrag zou kunnen gaan vertonen.
Zelfconcept is het beeld dat je van jezelf hebt, dit wordt weerspiegeld in je zelfwaardering. Een ander
begrip dat gerelateerd is aan zelfconcept is sociale identiteit. Dit heeft betrekking op hoe jij jezelf
,presenteert naar anderen toe. Dat hoeft overigens niet te corresponderen met je zelfconcept. Bij
sociale psychologie verwijst de sociale identiteit naar dat deel van het zelfbeeld dat is gebaseerd op
het lidmaatschap van een groep.
2-3 jaar oud kinderen gaan zichzelf definiëren als jongen/ meisje
3-12 jaar oud wat kan ik wel en niet
Hier zijn de sociale vergelijkingen op gebaseerd en ontstaat dus het zelfconcept (wie ben ik in
vergelijking met anderen).. Het resultaat van je beoordeling over dit zelfconcept is de zelfwaardering.
Mensen met een hoge zelfwaardering kunnen beter tegen kritiek. De sociale identiteit is het totaal
van beeld wat een ander van ons krijgt (Zelfconcept is meer innerlijk). We onderscheiden
verschillende fasen waarin de sociale identiteit kan veranderen. We noemen deze identiteitscrises.
Hier binnen onderscheiden we twee verschillende vormen; het identiteitstekort (iemand heeft nog
geen duidelijke (nieuwe) identiteit gevormd. Mensen hebben dan moeite met beslissingen omdat er
nog geen duidelijke identiteit is ontwikkeld van waaruit men kan handelen. Vaak gebeurt dit als
mensen oude waarden en meningen overboord gooien. (studeren of op jezelf gaan wonen)) en het
identiteitsconflict (er zijn enkele aspecten van de identiteit moeilijk of niet verenigbaar. Vaak willen
mensen deze aspecten echter wel behouden (carrière en kinderen)).
1.4 Het vakgebied persoonlijkheidspsychologie
Persoonlijkheidspsychologie houdt zich bezig met het bestuderen van de persoonlijkheid. Meer
specifiek houdt deze tak van de psychologie zich bezig met het bestuderen van de manieren waarop
personen psychologisch gezien van elkaar verschillen en wat dit voor gevolgen heeft voor hoe
personen zich voelen, hoe ze denken en hoe ze zich gedragen. Daarbij wordt de aandacht gericht op
zowel heel algemene kenmerken die passen bij het mens-zijn (onderzoek naar de menselijke natuur)
als op heel individuele eigenschappen waarin mensen van elkaar verschillen.
1. Het beschrijven hoe iemand in elkaar zit en waarin deze persoon verschilt van anderen en
waarin hij lijkt op anderen. Sterke of zwakke punten
2. Het inzicht krijgen in waarom iemand zich op een bepaalde, soms irrationele, manier
gedraagt. Zeker als iemand problemen heeft is het belangrijk om dit te begrijpen.
, Hoofdstuk 1 Begrippenlijst
Genotype: De specifieke combinaties van sequenties in een bepaalde persoon
Fenotype: De waargenomen of gemeten eigenschappen van een mens (die het resultaat zijn van
zowel omgevingsinvloeden als van de genen)
Gen-omgevingsinteractie: De effecten van omgevingsfactoren op gedragsverschillen worden
gematigd door genetische verschillen
Persoonlijkheid: Heeft betrekking op de kenmerkende individuele verschillen tussen mensen in de
manier waarop ze denken, zich voelen en zich gedragen. Deze individuele verschillen zijn vrij stabiel
en deels genetisch bepaald en openbaren zich in de verschillende situaties
Karakter: heeft betrekking op het kenmerkende of typerende van een persoon (stereotype
beschrijving of algemene omschrijving (goedzak, nerd)
Temperament: heeft betrekking op de mengverhouding van bepaalde vloeistoffen in het lichaam
(Hippocrates)
Rangordestabiliteit: verwijst naar de relatieve positie die iemand in een groep inneemt in de loop
van de tijd
Mean level stability: heeft betrekking op de mate van waarin scores van groepen personen
naarmate ze ouder worden hetzelfde blijven
Zelfwaardering: De mate waarin mensen positief over zichzelf denken
Erfelijkheid: verwijst naar de mate waarin genen overeenkomsten en verschillen tussen mensen
kunnen verklaren
De aanname van gelijke omgevingen: Als zowel voor eeneiige-tweelingen als voor twee-eiige
tweelingen de omgeving vergelijkbaar is
Gedeelde omgeving: de omgeving waar beide tweelingen mee te maken hebben, zoals het gezin, de
manier van opvoeden van ouders enz.
Niet-gedeelde omgeving: is de omgeving die uniek is voor een individu, zoals de eigen unieke
ervaringen van een tweeling, de eigen vrienden die ze hebben enz.
Zelfconcept: Het beeld dat je van jezelf hebt
Sociale identiteit: Heeft betrekking op hoe je jezelf presenteert naar anderen toe
Identiteitstekort: Als iemand nog geen duidelijke (nieuwe) identiteit heeft gevormd. Mensen
hebben vaak moeite om belangrijke beslissingen te nemen omdat er geen sterke identiteit is om op
te leunen. Nieuwe situaties betekent dat er vaker wordt geluisterd naar andere.
Identiteitsconflict: Als er sprake is van enkele aspecten van de identiteit die moeilijk of niet
verenigbaar zijn. Vaak willen mensen beide aspecten van hun identiteit wel behouden, maar is dat
moeilijk te combineren
Persoonlijkheidspsychologie: De tak van psychologie die zich bezighoudt met het bestuderen van
persoonlijkheid. Meer specifiek houdt deze tak zich bezig met het bestuderen van de manieren
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dgbennis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.