Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Sociologische vraagstukken: volledige samenvatting €5,99
Ajouter au panier

Resume

Sociologische vraagstukken: volledige samenvatting

1 vérifier
 233 vues  14 fois vendu

Dit is een volledige samenvatting van het vak Sociologische vraagstukken gedoceerd door Libert in het tweede semester van het tweede academiejaar Mondzorg aan de UCLL Leuven. Het is een samenhang van de theoretische slides en eigen notities. Met deze samenvatting heb ik een 14/20 behaald. De volge...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 4 année de cela

Aperçu 4 sur 46  pages

  • 10 août 2020
  • 22 décembre 2020
  • 46
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: tebaalnaser23 • 2 année de cela

avatar-seller
vanessadv
SOCIOLOGISCHE VRAAGSTUKKEN

Les 1: Wat is sociologie

1. Sociologie als wetenschap

Verklaring van gedrag vanuit:

Psychologie Sociologie

Vanuit de persoon zelf (aanleg, persoonlijkheid, karakter) Vanuit samenlevingsverbanden waarin mensen leven

- Hoe gaat deze persoon met stress om? (groepen waar betrokkene deel van uitmaakt en hun

- Wat is de invloed van motivatie op ons gedrag? structuur, waarden en normen)

- Hoe komt het dat mensen dingen kunnen leren? - Welke jobs zijn de meest stresserende?

- Waarom is iemand bang voor de tandarts? - Wat is de frequentie van psychische problemen bij kids?

 Als men weet waarom iemand bijvoorbeeld bang is voor  Vanuit deze kennis probeert een socioloog gedrag te

de tandarts, kan een psycholoog nagaan hoe die angst verklaren en dit betekent het zoeken naar causale

kan weggenomen of verminderd worden. samenhangen tussen sociale processen.



1.1. Sociologie: antwoord op deze samenhangende vragen

1) Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door sociale eenheden waarvan zij deel uitmaken?

- Microniveau: kleine samenlevingsverbanden ofwel directe sociale omgeving van individu (gezin, vriendengroep)

- Mesoniveau: grotere organisatorische verbanden ofwel wijdere sociale omgeving (school, wijk, werk)

- Macroniveau: maatschappij als geheel (samenleving, gemeente)

 Sociologen zijn eerder geïnteresseerd in de invloed van het meso- en macroniveau op menselijk gedrag, al hangen de 3

niveaus wel samen. Wat er in een gezin gebeurt hangt vaak samen met de wijk maar ook met ontwikkelingen in

samenleving als geheel.



2) Hoe zit de samenleving in elkaar?

- Organisatie van deelgebieden: onderwijs, gezondheidszorg, milieu, cultuur

 Hoe zijn de machtsverhoudingen? Welke problemen vloeien voort uit het samenleven van mensen? Een probleem als

alcoholverslaving wordt bezien vanuit de vraag welke maatschappelijke ontwikkelingen en factoren een rol spelen.



1.2. Sociologie: empirische wetenschap

Sociologie wordt omschreven als wetenschap van de maatschappij, van het menselijk samenleven of van het sociale.

Het begrip sociaal betekent in het dagelijkse spraakgebruik rekening houden met de ander maar in de sociologie betekent dit

begrip eerder ‘alles wat met het samenleven van mensen te maken heeft’. Omdat het met alles te maken heeft wat zich tussen

mensen afspeelt, houden sociologen zich bezig met alle aspecten en terreinen van menselijk samenleven: liefde, vriendschap,

ruzie, oorlog, economie, sport, kunst, enz. Deze zaken kunnen vanuit een sociologische invalshoek worden bekeken.



Sociologie is een empirische wetenschap, wat betekent dat kennis voortkomt uit een systematische waarneming van

feiten. Daarnaast heeft het een dubbele focus namelijk hoe sociale werkelijkheid objectief (meetbaar) in elkaar zit en hoe de

mensen die sociale werkelijkheid subjectief beleven.



Voorbeeld:

Objectief Subjectief

Meten welke verkeersdeelnemers de meeste ongevallen Meten welke verkeersdeelnemers volgens bepaalde groep de

veroorzaken  mannen tussen 18 en 27 jaar meeste ongevallen veroorzaken  zelf in te vullen door groep

,1.3. Verklaringen voor gedrag formuleren vanuit sociaal perspectief

Aan de hand van gegevens verzamelen gaan sociologen op zoek naar verklaringen. Dat zal niet leiden tot formulering van

wetmatigheden (geen zekere voorspelling van menselijk gedrag) met betrekking tot menselijk gedrag, wel kunnen

regelmatigheden (beschrijving van patronen) in kaart gebracht worden. in deze zin zijn gedrags- en maatschappijwetenschappen

anders dan natuurwetenschappen want daar kunnen wel wetten geformuleerd worden.



Voorbeeld: de kans om een universitaire opleiding te volgen is voor kinderen uit lagere sociale klassen veel kleiner dan voor

kinderen uit hogere sociale klassen. Dat heeft niet alleen te maken met verschillen in talent.


2. Interactie: mensen beïnvloeden elkaars gedrag

2.1. Inleiding

In het dagelijkse leven houden mensen bij hun handelen permanent rekening met anderen. Het begrip interactie wil dus

zeggen ‘het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar in onderlinge wisselwerking’. Het gedrag van de een leidt tot

reactie van de ander. Die reactie is gebaseerd op een interpretatie ofwel een subjectieve definitie van de situatie. Die definitie

bepaalt het gedrag, of die definitie nu objectief waar is of niet. Mensen reageren niet zozeer op elkaars gedragingen, maar op de

betekenissen en bedoelingen die daaraan worden toegekend. Zowel taal (verbale aspect) als lichaamshouding (non-verbale

aspect) spelen daarbij een belangrijke rol.



2.2. Interactie leidt tot identiteit (beide biologische begrippen)

Iemands identiteit ofwel de wijze waarop iemand zichzelf ziet (zelfbeeld) komt tot stand via interactieprocessen. De mens vraagt

zich af hoe hij er in de ogen van anderen uitziet en hoe zij hem beoordelen, dit is een proces van zelfbespiegeling namelijk het

beeld dat anderen van mij hebben beïnvloedt in sterke mate mijn zelfbeeld. Ook hier geldt weer dat de inbeelding van het beeld

van anderen mijn reactie bepaalt (interactie). Mijn indruk van het beeld dat anderen van mij hebben leidt tot allerlei gevoelens:

trots, schaamte, verlegenheid, onzekerheid, zelfvertrouwen, enzovoort.



Het ‘ik’ ontwikkelt zich via interactie met de sociale omgeving. In eerste instantie is dat de directe sociale omgeving (gezin, buurt,

vriendjes) en later breidt dat zich uit en wordt de mens ook gevoelig voor opvattingen via de media. Het effect daarvan kan zijn

dat het zelfvertrouwen wordt aangetast. Maar weet wel dat niemand jou kent zoals jij jezelf kent, doorheen alle veranderingen blijf

je jezelf maar verandert ook echt wie je bent. Anderen kunnen je op sommige vlakken wel beter kennen dan je jezelf kent en in

moeilijke tijden kan je ‘jezelf tegenkomen’.



Drie perspectieven:

1) Biologisch perspectief: ik ben diegene die in dit lichaam zit

2) Psychologisch perspectief: ik ben mijn unieke persoonlijkheid

3) Sociologisch perspectief: ik word mezelf in interactie met ander

,2.3. Interactie zorgt voor collectieve definities van situatie

Examenvraag: standaardscenario’s faciliteren de interactie, verklaar (leg uit standaardscenario en interactie en waarom).

Examenvraag: beschrijf standaardscenario’s in de praktijk: je wacht in stilte in de wachtzaal, je vertelt kort wat er scheelt.

Dat interacties gebaseerd zijn op een subjectieve definitie van de situatie betekent niet dat wij in elke situatie opnieuw

tot een interpretatie moeten komen. Van veel situaties hebben wij al geleerd hoe wij die moeten definiëren en we kunnen dan

spreken van collectieve betekenissen. Uit interactie tussen mensen ontstaan ‘standaardscenarios’, we weten wat wel en niet

gepast is in bepaalde situaties en hoe we met bepaalde gebeurtenissen omgaan. Dat wij al veel interpretaties geleerd hebben,

heeft met cultuur te maken. Samenleven met elkaar veronderstelt het bestaan van gemeenschappelijke interpretaties.



Interpretatieproblemen:

Door het samenleven van mensen uit allerlei verschillende culturen ontstaan er vaak interpretatieproblemen. In verschillende

culturen en subculturen bestaan op allerlei terreinen verschillende definities van situaties. Mensen die veel met elkaar te maken

hebben, zullen moeten onderhandelen over de vraag hoe zij situaties definiëren om tot gemeenschappelijke definitie te komen.



Referentiekader:

Vanuit die collectieve standaardscenario’s blijkt dat mensen enerzijds allerlei interpretaties van de werkelijkheid met elkaar delen,

maar anderzijds ook vaak tot verschillende interpretaties komen. Dat heeft te maken met het referentiekader en dit is het geheel

van waarden, normen, overtuigingen en vanzelfsprekendheden op grond waarvan de leden van een groepering oordelen en

handelen. Het is ook wel de sociale bril waardoor iemand de werkelijkheid bekijkt. Mensen ontlenen hun referentiekader aan de

samenleving en de groeperingen waarvan zij deel uitmaken. Tegelijk geven zij hun eigen kleur aan hun referentiekader.



Vaak hebben wij niet in de gaten dat wij met een bepaalde bril naar de werkelijkheid kijken. Het valt pas op als mensen van een

gangbare definitie van de situatie afwijken. Mensen streven ernaar een onvertrouwde situatie vertrouwd te maken. We oriënteren

ons op anderen en kijken welke verwachtingen ze hebben. Verder bepalen we samen met anderen hoe we naar mensen kijken

en of we ze als normaal of abnormaal moeten beschouwen. Waarnemen is verbonden met de interactie tussen mensen. In een

onbekende situatie vallen deze oriëntatiepunten weg en ontstaat er bij veel mensen onzekerheid.



2.4. Interactie zorgt voor sociale constructie

De groeperingen waar iemand lid van is, vormen het referentiekader. In deze zin is waarnemen ook een sociaal proces

waarbij mensen met elkaar orde scheppen en zich een gezamenlijk beeld vormen van de werkelijkheid. Met elkaar

ontwikkelen ze een opvatting van wat ze afwijkend vinden en stemmen daar hun gedrag op af. Afwijkend gedrag is dus een

sociale constructie want mensen bepalen samen wat zij normaal en abnormaal vinden en dit kan afhangen van micro, meso en

macroniveau maar even goed in culturen en subculturen.



Tolerantie en de mate van wenselijke sociale afstand lijken in dit geval vooral samen te hangen met de mate waarin mensen

iemand verantwoordelijk houden voor zijn of haar aandoening. Sommige opvattingen construeren een beeld van wat abnormaal

of normaal is, ze zijn geen objectieve maat. Daarnaast laten mensen zich ook in hun waarneming sterk beïnvloeden door anderen,

zeker als die anderen status hebben. Waarnemen is dus niet alleen individueel maar ook een collectief proces. De media is hierbij

belangrijk want zij spiegelen ons voor hoe wij naar de wereld om ons heen moeten kijken.

, 2.5. Interactie zorgt voor vertekende interpretaties

Onze interpretatie worden vertekend door:

ATTRIBUTIEFOUT Volgens de attributietheorie proberen mensen bij het waarnemen altijd te verklaren. Als men het gedrag

van iemand waarneemt, probeert men dat gedrag te begrijpen door het toe te schrijven (te attribueren)

aan oorzaken. De attributietheorie kent het begrip fundamentele attributiefout: rol van persoon

(persoonlijke verantwoordelijkheid) wordt overschat en rol van omstandigheden (ongelukkige

omstandigheden) wordt onderschat. Interne factoren (persoon zelf) worden dus eerder als oorzaak

gezien dan externe factoren (omstandigheden).

ETIKETTERING Als we in het dagelijks leven iemand voor het eerst ontmoeten, gaan we af op eerste indrukken. We

proberen te bepalen wie de ander is en daarbij hebben we de neiging anderen in te delen in

categorieën en hieraan eigenschappen toe te kennen. We plakken dus een etiket op iemand, wat

kan variëren van positief tot negatief en alle gradaties daartussen. Niet de eigenschappen die iemand

heeft maar wel de reactie van de omgeving zijn bepalend voor het etiketteringsproces.

STIGMATISERING Bepaalde eigenschappen krijgen een heel negatieve lading en worden dan stigma’s genoemd. Een

stigma is een brandmerk ofwel een zeer negatief etiket en heeft voor de betrokkene zeer

verstrekkende gevolgen. Anderen mijden contact maar de gestigmatiseerde kan in maatschappelijk

isolement terechtkomen. De gevolgen kunnen nog erger zijn waarbij groepen worden uitgesloten.

VOOROORDELEN Omdat mensen vanuit een bepaald referentiekader naar de werkelijkheid kijken, treedt er vaak een

vertekening van de werkelijkheid op. Het begrip vooroordeel betekent een bepaalde vaste manier

van denken, voelen en handelen die een gedeelte van sociale werkelijkheid behoorlijk vertekent.

Vooroordelen zijn moeilijk te veranderen omdat mensen vaak alleen die dingen zien die hun vooroordeel

bevestigen.

STEREOTYPES Een stereotype is een min of meer vaste manier van denken, voelen en handelen van een groep

mensen ten aanzien van een andere groep waardoor de werkelijkheid sterk vertekend wordt. Wij

hebben de neiging mensen in te delen in groepen en hieraan bepaalde kenmerken toe te schrijven.



2.6. Interactie zorgt voor vertekende interpretaties

Self-fulfilling prophecy Self-destroying prophecy

= een situatie wordt subjectief gedefinieerd waarbij mensen in = een situatie wordt subjectief gedefinieerd waarbij mensen in

verdere verloop van situatie zo handelen dat voorspelling ook verdere verloop van situatie zo handelen dat voorspelling niet

uitkomt. uitkomt.

Voorbeeld: een patiënt gaat niet naar de tandarts omdat het Voorbeeld: studenten informatica wordt gezegd dat alle

altijd heel duur is, hierdoor worden de goedkope preventieve afgestudeerden onmiddellijk een goed betaalde job hebben.

controles gemist en wordt het duurder wanneer de patiënt Hierdoor gaan meer jongeren kiezen voor informatica

naar de tandarts gaat. waardoor niet iedereen meer onmiddellijk aan een goed

betaalde job geraakt.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vanessadv. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  14x  vendu
  • (1)
Ajouter au panier
Ajouté