Terminologie
• Neutro-occlusie:
o Stabiele occlusie
o Wanneer de ondermolaar meer naar voor staat tov de bovenmolaar
o Snijtanden van de OK zijn kleiner dan die van de BK dus molaren staan meer naar
voor
o Er is maximale interdigitatie (intercuspidatie)
o Een goede interdigitatie geeft ook maximale stabiliteit van occlusie
o Klasse I
• Disto-occlusie:
o Stabiele occlusie
o Gans de OK ligt meer naar achter ® ondertanden staan meer naar distaal
o Maximale interdigitatie als er een disto-occlusie plaatsvindt van 1 premolaar-
breedte
o Waar neutro-occlusie maximale interdigitatie geeft, geeft een premolaar disto-
occlusie dit ook
o Alle tussenvormen van disto-occlusie zijn niet stabiel en te mijden bv. ½ premolaar
disto-occlusie:
§ Cuspiden staan end-to-end
§ Rotatie, beweging
o Klasse II
• Mesio-occlusie:
o Premolaar-breedte mesio-occlusie
o Tanden van de OK staan meer naar voor of tanden van BK staan meer naar achter
o Dit resulteert in een omgekeerde over-jet
o Kan als onderkaak te veel doorgroeit naar voor
o Een premolaar mesio-occlusie is niet zo stabiel:
o Bovenpremolaar moet op ondermolaar afsteunen
o Anatomie van de tand laat niet toe dat dit stabiel is
o Pallatale cuspide van premolaar is vaak onderontwikkeld en past niet in de centrale
groeve van de molaar
o Klasse III
• Kaakrelatie:
o Relatie tussen beide kaken en heeft te maken met de skeletale voor- en
achterwaartse positie van beide kaken
o Dezelfde mesio-relatie is mogelijk met een onderkaak die sterker naar voor is
gegroeid en de bovenkaak heeft een normale positie of omgekeerd
o Een neutro-occlusie kan zich afspelen binnen een normale kaakrelatie
® Verschil maken tussen occlusie en kaakrelatie
1
, • Tandvlakken
o Occlusaal – Incisaal – coronaal
o Cervicaal
o Apicaal
o Linguaal – palataal
o Buccaal – vestibulair
o Mesiaal – distaal
o interdentaal – interproximaal
• Referentievlakken
o Transversaal
o Verticaal
o Sagitaal
Angle classificatie
Angle I = neutro-occlusie
Angle II = disto-occlusie (distale step)
• Angle II/1
o Disto-occlusie
o Kan een stabiele occlusie zijn
o Enkel naar PM kijken
o Front staat in eversie vb. duimzuigen of lipappositie
• Angle II/2
o Steilstand van het bovenfront = als patiënt gewoon toebijt en lippen relax op
mekaar houdt, je gaat met sonde tussen lippen kom je cervicaal van het bovenfront
uit
o Positie van de onderlip is bepalend ® waar is het stomion (waar raken de lippen)
® onderlip kan duwen op bovenfront waardoor deze in steilstand terecht komen
o Type A
§ Steilstand van het bovenfront is van
in het begin aanwezig
§ Grote bedekking van onderlip
§ Naarmate tanden verder
doorgroeien, gaan tanden nog steiler
staan
§ Risico op uitgroei van het onderfront
met palataal trauma of schade van
vestibulaire ondergingiva
§ Volledige opstelling maar relatief
hoekig
2
, o Type B
§ Minder plaats
§ Laterale worden iets meer naar voor
gepositioneerd
§ Centrale snijtand zeer steil en
laterale in eversie ernaast
o Type C
§ Centrale snijtand voldoende plaats
§ HKT niet meer en staan buiten de
boog opgesteld
• Angle III
• Instabiele occlusie
• Mesioocclusie
• Mesiorelatie: kaakpositie zodanig verstoord dat deze tot uiting komt in een
omgekeerde overjet
• Dento-alveolaire comensatie = fronttanden krijgen meer druk van de lip zodat het
onderfront meer naar linguaal zal kippen ® compensatie bevindt zicht thv de
tanden en de alveolen
§ Kan ook thv de BK ® fronttanden zullen in inversie kunnen komen te staan
3
, Occlusie
Molaarocclusie (stollerised position)
• Neutro-occlusie
• Stollerised position: palatale cuspide meer naar voor geanguleerd
o Elke keer bij toebijten zal de palatale cuspide in de
centrale fossa occluderen
• Mesiodistale angulatie is hier bepalend
Tandangulatie
• Mesiodistale angulatie
• Naarmate we meer naar posterieur gaan zullen ze meer gaan
liggen
• Fronttanden zijn ook niet echt verticaal
• = artistic position
• Bij angulatie hebben we meer occlusie
• Heeft effect op hoe de tanden eruit zien
• Dus effect op esthetiek en stabiliteit
Tandinclinatie
• Vestibulopalataal
• Zeker # graden, gemeten t.o.v. occlusie-vlak
• Torque = wanneer er meer palatale inclinatie gegeven wordt en
tanden nog meer in eversie komen te staan ® incisale rand
blijft staan en hoek wordt groter
• Omgekeerd: reverse torque
• Eversie is niet het omgekeerde van torque: bij torque beweegt
de incisale rand niet, bij eversie wel (dus bij eversie beweegt de
kroon)
• Reverse torque kan een manier zijn voor verankering zodat je
het front naar achter kan trekken
Rotaties
• Keuze maken tussen eventueel volledig ronddraaien of
tand omgekeerd plaatsen en bijwerken
• Nadeel volledige rotatie: meer beweging nodig ® apex
neemt bloedvat en zenuw streng mee in circulaire
beweging ® tand kan avitaal worden
• Retentie fase moet hier goed aangepakt worden
• Hoe minder rotaties, hoe stabieler het eindresultaat
Interproximale contacten
• Belangrijk om tandenboog te ondersteunen
• Meer bestand tegen het opvangen van krachten
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur THKKUL1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €40,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.