Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting geriatrie en gerontologie 3.3 uitgebreide samenvatting Klinisch redeneren bij ouderen 3e druk. inclusief 21 vragen gesteld op tentamen augustus 2020 €7,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting geriatrie en gerontologie 3.3 uitgebreide samenvatting Klinisch redeneren bij ouderen 3e druk. inclusief 21 vragen gesteld op tentamen augustus 2020

 102 vues  6 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting klinisch redeneren bij ouderen 3e druk voor vak geriatrie en gerontologie 3.3 22 toetsvragen tentamen 2020 augustus gesteld

Aperçu 4 sur 91  pages

  • Non
  • Voor het vak geriatrie en gerontologie aan de hand van de 11 leertaken
  • 27 août 2020
  • 91
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting geriatrie en gerontologie (klinisch redeneren bij
ouderen 3e druk)
LT 1: Visie op ouderen en ouderenzorg
Leerdoelen;
- De student geeft zijn eigen visie op ouderen en de ouderenzorg weer en kan hierover
in gesprek gaan met zijn/haar medestudenten.
- De student benoemt de mythes en stereotypering die in literatuur worden
beschreven over ouderen.
- De student begrijpt hoe verschillende modellen en theorieën over ouderen van
invloed zijn op de visie op zorg.
- De student verbindt zijn/haar eigen visie op ouderen en ouderenzorg aan bestaande
visies

Mythes en stereotypering;

Mensen baseren mening over ouderen adhv een aantal kenmerken die men toeschrijft aan
alle ouderen. Uit de literatuur komt naar voren dat de negatieve aannames de overhand
hebben.

Meeste hebben te maken met; gezondheid, lichaamskenmerken, seksualiteit, geestelijke
vermogens, persoonlijkheid en sociale betrokkenheid.
1. Gezondheid; over het algemeen wordt ouderdom geassocieerd met slechte
gezondheid, zwak en teer. Ouderen hebben lichamelijke stoornissen, hebben
hulpmiddelen nodig (hoorapparaat, wandelstok, krukken, brillen enz.), hebben
lichamelijke hulp nodig. Ouderen horen en zien minder.
Ouderen kijken hier anders tegenaan. -> is dus meer mythe dan realiteit.
2. Lichaamskenmerken; Over het algemeen vindt men dat naarmate je ouder word je
minder aantrekkelijk wordt. Met name het gezicht (bij vrouwen), maar ook kalend,
grijs, dun haar en rimpels.
3. Seksualiteit; men denkt dat de activiteit minder is, geen seks, geen interesse. Het is
niet acceptabel dat ouderen seks hebben met name vrouwen niet (mannen is meer
acceptabel.
4. Geestelijke vermogens; men vindt dat leercapaciteit afneemt met name nieuwe
dingen, vergeetachtigheid neemt toe, vaker verward, onthouden minder. Een kleine
groep vind dat ouderen waardevolle ervaringen en wijsheid hebben.
5. Persoonlijkheid; ouderen worden vaak gekarakteriseerd met negatief persoonlijk
gedrag zoals pessimistisch, moeilijk, niet flexibel, mopperig (m.n. mannen), minder
initiatief. Man is minder tolerant als vrouw. Ouderen hebben vaak vaste ideeën en
zijn niet bereid naar jongeren te luisteren.
6. Sociale betrokkenheid; ouderen worden over het algemeen gezien als geïsoleerd van
de omgeving, minder contact met de buitenwereld. Worden als minder belangrijk
gezien (m.n. mannen). Worden gezien als minder gelukkig, depressief. Eenzaamheid
wordt vaak niet als issue gezien.




1

,Leeftijdsdiscriminatie is een probleem. Hoe ouder je wordt, des te minder respect
(meerwaarde van ouderen wordt niet herkend). Ouderen worden gezien als passief -> en
dus minder waardevol.
I. Normale somatische veroudering;
Normale veroudering; een tijdsafhankelijk biologisch proces dat, hoewel het niet een ziekte
op zichzelf betreft, functionele achteruitgang en risico op ziekte en dood met zich
meebrengt.

Bekende theorieën normale somatische veroudering (over het algemeen kunnen de
theorieën in 2 stromingen worden verdeeld);

1. Kans; veroudering a.g.v. externe gebeurtenissen, zoals opeenstapeling van
willekeurige negatieve factoren die celen en lichaamssystemen mettertijd
beschadigen.

• Wear-and-tear-theorie (slijtage theorie);
Verouderingsproces als resultaat van een kans. Menselijk lichaam slijt en herstelt
zich constant (cellen sterven elke dag, maar worden weer vervangen door nieuwe
of beschadigde worden herstelt). Lichaam slijt door dagelijks gebruik. Theorie is
goede verklaring voor sommige ziektebeelden → voorbeelden; artrose (slijtage
door dagelijks gebruik), staar, hart klopt aantal miljard keren in je leven,
elasticiteit bloedvaten ↓, hierdoor ↑ bloeddruk en worden we fysiek minder.
Moderne variant van theorie is;
somatic mutation theory of ageing; Beschrijft dat cellen beschadigen door
straling en muteren ⇒ meer kans op kanker naarmate ouder (voorbeeld;
Hiroshima).
Accumulative waste theory of ageing; Beschrijft hoe afvalproducten en
schadelijke stoffen zich ophopen in cellen ⇒ metabolisme in cel belemmert ⇒
cel sterfte (er is weinig bewijs dat dit slecht is voor het organisme).

• Free radicals theory;
Stelt dat veel van de veranderingen die optreden naarmate ons lichaam ouder
wordt, worden veroorzaakt door vrije radicalen ⟹ schade celmembramen en
mutaties ⇒ alzheimer, kanker, beroertes, hartziekten, artritis
Vrije radicalen; bijproduct normale celfunctie, wanneer cellen energie creëren
maken ze ook onstabiele O2 moleculen, deze zijn giftig en erg reactief ⇒ hechten
aan andere moleculen in lichaam, waardoor deze moleculen niet naar behoren
functioneren.
Antioxidanten; in ons lichaam geproduceerd ⇒ zoeken vrije radicalen en
vernietigen deze en voorkomen voor een klein gedeelte schade aan de
celstructuren. Het innemen hiervan als supplement heeft weinig invloed (uit
onderzoek).




2

, 2. Noodlot; verouderingsproces als resultaat van interne noodzaak, een soort
ingebouwd genetisch programma dat afgespeeld wordt tot aftakeling optreedt en
uiteindelijk sterfte.

• Auto-immuuntheorie;
Immuunsysteem verdedigt lichaam tegen indringers zoals bacteriën door
aanmaak antilichamen. Na adolescentie immuunsysteem ↓. Verband
aangetoond leeftijd gerelateerde kwetsbaarheid. Theorie beschrijft dat
immuunsysteem uiteindelijk defect waardoor meer kans op auto-immuunziekten
zoals reuma.
• Ageing-clock-theorie; (staat niet in leertaak)
Theorie beschrijft dat verouderen in ons lichaam geprogrammeerd is
(verouderingsklok). Bijvoorbeeld menstruatiecyclus, menopauze
(hormoonhuishouding verandert → o.a. osteoporose). Wordt getimed door een
klier, mogelijk hypothalamus, thymus of hypofyse

• Cellulaire theorie;
Theorie beschrijft dat veroudering resultaat is van progressieve verzwakking van
capaciteit van celdelingen (mogelijk uitputting genetisch materiaal).
Limiet van Hayflick; maximaal aantal delingen. Wanneer dit niet gebeurt →
oncontroleerbare groei → kanker
Uit onderzoek blijkt dat kleine uiteinden chromosomen (telomen) korter worden
na elke celdeling ⇒ Ondersteunt de celtheorie.
Uitzondering; spermacellen en eicellen.
Apoptose; geprogrammeerde celdood.

Onderzoek is belangrijk; In Nederland door Longitudinal Aging Study Amsterdam

II. Normale psychische veroudering;

Veroudering kent veel gezichten. Fysieke veroudering is meest zichtbaar.
Leeftijd gerelateerde toe of afname aanpassingsvermogen is er tijdens de gehele levensduur.
Ouderen gaan fysiek achteruit maar kunnen zich nog goed aanpassen.
Strategieën voor aanpassen; Selectie, Optimalisatie en Compensatie (SOC).

Selectie; adaptief vermogen (adequaatheid van gedrag waarmee iemand op zijn omgeving
reageert) te focussen op zaken die belangrijk zijn voor een persoon. Aanmoedigen datgene
te doen wat meeste rendement oplevert en minste energie kost.
Electieve selectie; sturende processen betrokken bij selectie uit vele mogelijkheden
in ontwikkeltrajecten.
Verlies gerelateerde selectie; reactie op een verlies aan middelen, op wat men nog
kan.
Optimalisatie; strategieën, door individu of maatschappij, waarmee omgeving aangepast
wordt om voor iemand een gunstig of gewenst resultaat te maken welke voldoet aan de
voortdurende veranderingen en uitdagingen, op zowel lichamelijk, psychisch en sociaal vlak.
Compensatie; gebruik van alternatieven om doel te bereiken (prestatie op gewenst niveau te
houden) wanneer capaciteiten persoon minder worden.


3

, • Assimilatie- en accommodatietheorie; gebaseerd op gedachte dat mensen op latere
leeftijd veel biologische, sociale en psychische uitdagingen en verliezen ervaren die
een grote invloed op hen hebben. Assimilatiecoping strategieën waarmee individu
actief probeert de omgeving te veranderen. Voorbeeld; gedragsverandering
waardoor iemand op een hoger niveau kan functioneren dan hij al deed (betere
verlichting, betere inrichting woonomgeving).
Assimilatie kan strategieën van SOC bevatten.

Accommodatie is proces dat nodig kan zijn als verlies vanwege leeftijd te groot wordt
en het te moeilijk is om hetzelfde niveau van functioneren te behouden.
Accommodatiecoping strategieën waarmee doelen naar beneden worden bijgesteld
door beperkingen wat een individu ervaart in omgeving en in zichzelf (a.g.v.
gezondheid ↓, mobiliteit ↓).

Assimilatie- en accommodatietheorie; deze theorie laat zien dat ouder worden een
tijd is met positieve ervaringen en uitdagingen en niet alleen pessimistische
ervaringen. Ouderen zijn niet alleen maar hulpeloos en passief ze kunnen ook een
actieve rol nemen in proces van ouder worden door zelf de regie te nemen hoe ze
oud willen worden. Wanneer je weet welke strategie goed werkt, kun je door doelen
stellen om oudere patiënt beter begeleiden en motiveren. Accommodatiestrategie
kun je gebruiken wanneer oudere verliezen ervaart en hier moeite mee heeft.

Psychologische gerontologie;
Dit domein is een samenvoeging losse theorieën en empirische (op ervaring en
waarneming berust) onderzoeken naar leeftijd gerelateerde veranderingen in
verschillende psychologische functies op latere leeftijd.

• Cognitieve veroudering;
Leeftijd gerelateerde achteruitgang in de verschillende typen geheugen.
Procedureel geheugen; heeft zowel betrekking op het leren van motorische
vaardigheden, zoals leren fietsen, als op het leren van bepaalde cognitieve
vaardigeden, zoals leren lezen. Deze processen worden niet aangetast door het
ouder worden.
Primaire geheugen; onthouden van kleine beetjes info voor een hele korte periode
(korte termijn geheugen, werkgeheugen is vorm van ktg → is wel een vermindering
te zien door veroudering).
Secundaire geheugen; alle andere vormen van onthouden en ophalen van informatie.
Episodische geheugen; geheugen voor alle gebeurtenissen. Achteruitgang al te zien
vanaf 30e-40e levensjaar. Bijvoorbeeld zelfde verhaal aan dezelfde persoon.
Semantische geheugen; geheugen voor betekenissen, begrippen en feiten. Blijft vaak
lang goed, plm. 70e.

Dus ziet men geen leeftijdgebonden achteruitgang in procedureel en primair
geheugen en in de meeste delen van semantische geheugen. Wel in werkgeheugen
en deel semantische geheugen (vinden van woorden en namen).



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur markbrabander. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

58716 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€7,99  6x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté