Samenvatting Chemie Overal 4e editie VWO 4 Hoofdstuk 1: Scheiden en reageren.
In de samenvatting zijn de volgende paragrafen samengevat:
1.2 Zuivere stoffen en mengsels
1.3 Scheidingsmethoden
1.4 Chemische reacties
1.5 De snelheid van een reactie
1.6 Het botsende-deeltjesmodel
*Paragraaf 1.1 is nie...
Chemie Overal Scheikunde:
Hoofdstuk 1; Scheiden en reageren
Judith Vuijst
CSVVG Vincent van Gogh
, Scheikunde Samenvatting Hs 1: Scheiden en reageren
1.2 Zuivere stoffen en mengsels
De meeste stoffen bestaan uit moleculen.
Atomen: bouwstenen voor moleculen. ‘lego blokes’ ±120 verschillende atomen
Moleculen: kleinste deeltje met een stofeigenschap. ‘lego bouwseltje’.
- Combinaties van 2 of meer atomen kunnen samen moleculen vormen
Zuivere stof: Stof dat bestaat uit 1 soort molecuul of 1 soort atomen
- kan een element of verbinding zijn
- temperatuur blijft hetzelfde tijdens smelten/koken en heeft smeltpunt/kookpunt
Mengsel: Stof dat bestaat uit 2 of meer moleculen
- kunnen meerdere elementen, verbindingen of beide zijn.
- temperatuur loopt langzaam op tijdens smelten/koken en heeft smelttraject/kooktraject
Element: moleculen die uit 1 atoomsoort bestaan. (Fe, H 2,)
Verbinding: moleculen die uit 2 of meer atoomsoorten bestaan
Verschillende soorten mengsels
Oplossingen: mengsel van vloeistoffen en vaste stoffen waarvan de bouwstenen volledig zijn gemengd
Suspensie: mengsel van vaste stof en vloeistof, waarbij vaste stof niet is opgelost. Korreltjes vaste stof zweven in
vloeistof
Emulsie: mengsel van 2 vloeistoffen die niet goed mengbaar zijn. Kleine druppels vloeistof zweven in andere vloeistof:
troebel
Hydrofiele stoffen: mengen goed met water
Hydrofobe stoffen: mengen slecht met water
Emulgator
Emulgatormolecuul heeft hydrofobe ‘staart’ (bestaat uit C- en H-atomen) en hydrofiele ‘kop’ (komen O-atomen over). Je
gebruikt een emulgator zodat een emulsie niet ontmengt. Staart: hydrofoob, kop: hydrofiel
1.3 Scheidingsmethoden
Scheiden van een mengsel
Bij chemische reacties ontstaat vaak niet één reactieproduct, maar een mengsel van reactieproducten. Wil je één stof
uit het reactiemengsel, dan moet je ‘t mengsel scheiden. Na afloop heb je alle zuivere stoffen waaruit het mengsel was
samengesteld. De stoffen veranderen dan niet. De stoffen waaruit een mengsel bestaat, verschillen in
stofeigenschappen. Je maakt gebruik van deze verschillen om ’t mengsel te scheiden:
1. Verschil in deeltjesgrootte: filtreren
- vloeistof is filtraat, vaste stof is residu (suspensie)
2. Verschil in dichtheid: bezinken KADDO
- dichtheid van vaste stof groter dan vloeistof -> vaste stof bezinken (suspensie) DIAFBE P
- versnellen door centrifugeren, bij emulsie ontstaat tweelagensysteem
3. Verschil in kookpunt: indampen / destillatie
- een oplosmiddel kookt bij veel lagere temp dan vaste stof die erin is opgelost (oplossing)
- vloeistof die verdampt wordt opgevangen, deel dat niet verdampt: residu. Opgevangen vloeistof: destillaat. (oplossing)
, - mengsels van 2 of meer vloeistoffen kun je alleen door destilleren scheiden als de verschillende vloeistoffen
kookpunten hebben die vrij ver uit elkaar liggen. Als dat niet zo is, komt er geen zuivere stof, maar een mengsel uit de
koeler.
4. Verschil in oplosbaarheid: extraheren
- aan mengsel van vaste stoffen wordt oplosmiddel (extractiemiddel) toegevoegd, waar de ene stof uit het mengsel wel
in oplost en de andere niet
5. Verschil in adsorptievermogen: adsorptie
- door behandeling met fijn verdeelde koolstof kun je kleur, geur- en smaakstoffen uit een oplossing verwijderen.
- korrels van deze actieve koolstof (adsorptiemiddel) hebben groot opp omdat er veel holtes id korrels zitten. Moleculen
vd opgeloste kleur, geur en smaakstoffen hechten zich aan het opp.
6. Verschil in adsorptievermogen en oplosbaarheid: papierchromatografie
- van kleine hvlheden ve mengsel kun je nagaan uit hvl stoffen het mengsel bestaat. Ook mogelijk stoffen in mengsel
herkennen.
- sommige stoffen lossen beter op id loopvloeistof dan andere
Hierdoor komt scheiding tot stand
- sommige stoffen absorberen sterker aan ’t papieropp dan andere
Elke stof heeft, bij een bepaalde temp en bepaalde loopvloeistof, een Rf-waarde. Om de Rf-waarde van
een stof te bepalen, meet je twee afstanden op een chromatogram:
1. Afstand vh punt waar je de kleurstof hebt opgebracht tot ’t punt waar kleurstof is blijven steken A
2. Afstand vh punt waar je de kleurstof hebt opgebracht tot waar de loopvloeisof is opgetrokken B
A
De Rf-waarde is dan
B
1.4 Chemische reacties
Kenmerken van een chemische reactie
1. Bij elke chemische reactie verdwijnen de beginstoffen en ontstaan er reactieproducten. De bouwstenen vd
beginstoffen veranderen dan id nieuwe bouwstenen vd reactieproducten
2. Bij elke chemische reactie is de totale massa vd beginstoffen gelijk aan de totale massa vd reactieproducten
3. Stoffen reageren en ontstaan in een vaste massaverhouding
4. Er is altijd een bepaalde minimum temp nodig om de reactie te laten verlopen: de reactietemperatuur. Voor elke
reactie geldt een andere reactietemperatuur
5. Bij elke chemische reactie is een energie-effect. Soms komt er energie vrij, soms is er energie nodig
Het energie-effect van een reactie
De hoeveelheid chemische energie verschilt per stof.
Exotherme reactie: reactie waarbij energie vrijkomt
- beginstoffen staan deel van hun chemische energie af aan de omgeving, die chemische energie wordt omgezet in
andere vorm van energie zoals warmte, licht of elektrische energie. Reactieproducten bezitten dus minder chemische
energie dan de beginstoffen.
- Alle verbrandingsreacties zijn exotherm.
Endotherme reactie: reactie waar energie voor nodig is
- beginstoffen nemen energie op uit omgeving zoals warmte, licht of elektrische energie. Die opgenomen energie wordt
omgezet in chemische energie van reactieproducten. Reactieproducten bezitten dus meer chemische dan de
beginstoffen.
- Ontledingsreacties zijn altijd endotherm. Voor een endotherme reactie moet voortdurend energie worden toegevoegd
Activeringsenergie
Elke reactie heeft een bepaalde activeringsenergie nodig om op gang te komen. De ontleding van suiker is een
endotherme reactie. Suiker begint pas te ontleden als de temp verhoogd is tot de reactietemp, dus als je de
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JudithVWO. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.