PERSOONLIJKHEID VANUIT FORENSISCHE CONTEXT
i. Conceptueel kader & basisprocessen
Zoals bijna elk gedrag komt crimineel gedrag & geweldpleging tot stand door een combinatie v
microfactoren (biologisch, psychologisch & sociale factoren) & macrofactoren.
= bio-psycho-sociaal model
a. Macroperspectief: grand theories
= abstracte theorieën die het verschil in crimineel gedrag (~ verschil in criminaliteitscijfers) over
landen heen verklaren
→ veeleer het domein vd sociologie, gezien grand theories verklaringen geven obv macro-factoren =
maatschappelijke factoren
Modernisatietheorie Civilisatietheorie World systems theorie
Snelle sociale veranderingen (~ te Modernisatie, uitgebouwd sociaal Verklaring voor geweld: principe vd
snelle modernisatie) → teloorgang v systeem, welvaart (~ goede algemene sociale ongelijkheid, via de lus v
traditionele waarden + normen → staat ve land) → sterkere ongelijkheid – uitbuiting.
criminaliteit. ontwikkeling v bep.
persoonlijkheidstrekken op De kloof leidt tot criminaliteit & sinds
Vb. Aziatische landen, waar alg. meer groepsniveau (= geaggregeerde deze kloof groter is in bep. landen dan
vastgehouden w aan trad. waarden + persoonlijkheidstrekken), zoals in anderen is er een verschil in
normen, vertonen minder zelfcontrole → minder criminaliteit. criminaliteit over landen heen.
criminaliteit dan westerse landen.
Vb. meer criminaliteit in landen waar
over het algemeen weinig stabiliteit
is.
Belangrijke nuance: meer
externaliserende criminaliteit in
minder welvarende landen, meer
internaliserende criminaliteit
(suïcide, automutilatie,
drugproblematiek) in welvarende
landen.
Voor elk v deze theorieën valt iets te zeggen, maar er is geen één juiste theorie, eerder een complex
samenspel.
, b. Microperspectief: hoe speelt persoonlijkheid een rol in crimineel gedrag/geweld?
3 processen
- Selectie: bep. persoonlijkheidstrekken zorgen ervoor dat mensen omgevingen selecteren waarin er
meer kans bestaat op crim. gedrag
- Evocatie: bep. persoonlijkheidstrekken lokken automatische reacties uit bij andere mensen die in se
risicovoller zijn (~ persoonlijkheidstrekken die mensen evoceren/uitdagen bijna)
- Manipulatie: iedereen gebruikt dagdagelijks bep. manipulatiestrategieën om anderen te beïnvloeden,
sommige v die strategieën zijn meer geassocieerd met crim. gedrag dan anderen
Selectie Evocatie Manipulatie
Persoonlijkheidstrekken die ervoor De eigen persoonlijkheid lokt Alle intentionele acten die mensen
zorgen dat mensen terechtkomen in automatisch gedrag uit bij de ander. ondernemen om het gedrag v anderen
meer risicovolle situaties: sensation- te veranderen/beïnvloeden.
seeking + self-concealment Mensen die hoog scoren op de Manipulatie is in se geen slecht
agressietrek vertonen vaak een principe, maar afh. v persoonlijkheid
Hoge sensation-seeking hostile attribution bias (*) wat leidt kiezen mensen andere
= mensen die stimulatie bewust tot een agressieve attitude tov manipulatiestrategieën die niet
opzoeken & bijgevolg kiezen voor anderen. allemaal even koosjer.
omgevingen waar die stimulatie meer ⇒ agressieve attitude lokt agressieve
aanwezig is reacties uit; meer kans op conflict & Prototypisch trekprofiel waar
• voorkeur voor feestjes met ↑ geweld. manipulatie heel sterk op de
risicogehalte (vb. veel drugs) voorgrond staat = Machiavellianisme
• meer onveilig seksueel gedrag (*) ambigue cues w meteen zeer • manipulatief
(promiscue gedrag, onveilige seks, vijandig geïnterpreteerd door mensen • cynisch
one night stands) die hoog scoren op de agressietrek. • achterdochtig (= interpersoonlijk
• vaker betrokken in ongevallen wantrouwen)
• gebrek aan empathie
Hoge self-concealment • opportunistisch (~ gebruiken v
= mensen die hoog scoren op het anderen ifv eigen doelen)
volledige N-domein & laag op E
= mensen die situaties selecteren
waarin ze alleen zijn; mensen die
weinig sociale steun hebben/zoeken
wnr het moeilijk gaat
• creëren v risicovolle situaties tov
zichzelf (internaliserend geweld)
Onderzoek naar link persoonlijkheid – manipulatiestrategieën …
• hoge dominantie: beïnvloeding obv macht (bedreigen, verwijten, bekritiseren, wijzen op verantw.)
• lage dominantie: beïnvloeding obv ‘slachtofferrol’ (ziekte veinzen, zelfvernedering, liegen, geweld)
• hoge welwillendheid: beïnvloeding obv induceren v plezier, uitleg geven (veeleer positief)
• lage welwillendheid: beïnvloeding obv silent treatment, zwijgen tot de ander toegeeft
• hoge C: beïnvloeding obv rationaliseren, logische verklaringen geven
• lage C: [weinig consensus … meer crim. strategieën?]
• hoge emo. stabiliteit: [weinig onderzoek]
• lage emo. stabiliteit: beïnvloeding obv regressie, emotionele uitzinnigheid (huilbuien, paniek)
• hoge O: beïnvloeding obv rationaliseren, induceren v plezier, wijzen op verantwoordelijkheid (~ mix)
• lage O: beïnvloeding obv sociale vergelijking; ‘iedereen doet dat zo, dus …’ (~ lage O = kuddebeesten!)